Opschorting beslistermijn niet gemeld: maximale dwangsom

Opschorting beslistermijn niet gemeld: maximale dwangsom

Gegevens

Nummer
2024/1325
Publicatiedatum
5 augustus 2024
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:4979
Rubriek
Formeel belastingrecht
Relevante informatie
Art. 4:17 Awb, Art. 4:87 Awb, Art. 4:100 Awb, Art. 6:22 Awb, Art. 7:2 Awb, Art. 8:55c Awb

Op 13 maart 2021 is een aanslag vennootschapsbelasting 2018 opgelegd aan belanghebbende. Belanghebbende heeft op 26 april 2021 een pro forma bezwaarschrift ingediend. Op 11 juni 2021 is de inspecteur in gebreke gesteld. Bij brief van 28 juni 2021 heeft de inspecteur de beslistermijn met zes weken verlengd. Bij beschikking van 29 juni 2021 heeft de inspecteur geen dwangsom toegekend, omdat de beslistermijn was opgeschort en de ingebrekestelling zodoende prematuur was. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. Het bezwaar is zonder hoorgesprek afgewezen. Belanghebbende komt in beroep.

De rechtbank oordeelt ten eerste dat belanghebbende ten onrechte niet is gehoord. Aan dit gebrek kan voorbij worden gegaan indien belanghebbende niet benadeeld is door het gebrek. Omdat in de bezwaarfase nog discussie bestond over de vraag of de opschortingsbrief was verzonden kan niet worden gezegd dat belanghebbende niet is benadeeld. In zoverre is het beroep gegrond.

De volgende vraag is of terecht geen dwangsom is toegekend. Daarbij is de vraag tot wanneer de beslistermijn liep. De inspecteur stelt dat hij bij brief van 11 mei 2021 de beslistermijn heeft opgeschort totdat het bezwaar was gemotiveerd. Belanghebbende stelt dat hij de brief nooit heeft ontvangen. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat de brief is verstuurd. Met het enkel overleggen van een schermprint van een intern systeem waarop de verzenddatum staat, is niet aan de bewijslast voldaan. Dit houdt namelijk slechts in dat de belastingdienstmedewerker de brief in het postvak heeft gelegd. Nu de beslistermijn niet rechtsgeldig is opgelegd, is deze op 5 juni 2021 verstreken. Na die datum kan de beslistermijn ook niet meer worden verlengd. De inspecteur beroept zich op overmacht omdat hij door het ongemotiveerde bezwaar niet in staat was een beslissing te nemen. Deze stelling wordt verworpen. Ook zonder gronden had de inspecteur kunnen beslissen op het bezwaar. De rechtbank stelt de dwangsom vast op het maximumbedrag van € 1.442.

(Beroep gegrond.)