Geldigheidsduur 30%-regeling beperkt door wetswijziging en derhalve verkorting looptijd
Geldigheidsduur 30%-regeling beperkt door wetswijziging en derhalve verkorting looptijd
Gegevens
- Nummer
- 2024/1334
- Publicatiedatum
- 8 augustus 2024
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Arbeid, loon en resultaat
- Relevante informatie
- Art. 10 Wet LB, Art. 31 Wet LB, Art. 31a Wet LB
Belanghebbende, een inhoudingsplichtige, heeft met werknemer A verzocht om toepassing van de 30%-regeling. De inspecteur heeft, onder voorbehoud van wijziging in wet- en regelgeving, de 30% regeling van toepassing verklaard vanaf 1 april 2017 tot en met 31 januari 2024. In juni 2018 heeft de Belastingdienst, afdeling Centrale administratieve processen, aan alle betrokkenen een brief gestuurd om hen te informeren over het voornemen van het kabinet om per 1 januari 2019 de looptijd van de 30%-bewijsregel te verkorten van acht naar vijf jaar. Voor werknemers die vóór 2019 al gebruikmaakten van de 30%-regeling gold een overgangsregeling, met als gevolg dat voor A de einddatum van de 30%-regeling 31 januari 2021 was. De inspecteur heeft aan belanghebbende geen nieuwe beschikking afgegeven waarop de nieuwe einddatum is vermeld. Met ingang van 1 februari 2021 heeft belanghebbende het volledige loon van A verantwoord als brutoloon zonder toepassing van de 30%-regeling. Op de salarisstroken is de 30%-vergoeding steeds afzonderlijk vermeld. In geschil is of de verkorte looptijd van de 30%-regeling ook geldt voor A. Indien het antwoord daarop ontkennend is, is in geschil of belanghebbende de 30%-vergoeding terecht heeft aangewezen als eindheffingsloon. Volgens belanghebbende is de afgegeven beschikking nog steeds geldig, omdat deze niet is ingetrokken of gewijzigd. De rechtbank is dit niet met belanghebbende eens. De inspecteur had geen wettelijke bevoegdheid 30%-beschikkingen in te trekken of te wijzigen. Uit de totstandkomingsgeschiedenis van de verkorting van de looptijd volgt dat bestaande beschikkingen nog steeds hadden te gelden als beschikkingen op de voet van art. 31a Wet LB 1964, maar dan wel met de nieuwe maximale looptijd. In de beschikking is overigens ook nadrukkelijk vermeld dat de beschikking geldig is onder voorbehoud van wijziging in wet- en regelgeving. De inspecteur heeft ook niet gehandeld in strijd met een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur.
(Beroep ongegrond.)