Forse tariefsverhoging forensenbelasting 2020 van gemeente Gulpen-Wittem is strijdig met evenredigheidsbeginsel
Forse tariefsverhoging forensenbelasting 2020 van gemeente Gulpen-Wittem is strijdig met evenredigheidsbeginsel
Gegevens
- Nummer
- 2024/1497
- Publicatiedatum
- 13 september 2024
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Heffing lokale overheden
- Relevante informatie
- Art. 223 Gemw
Belanghebbende is aangeslagen in de forensenbelasting van de gemeente Gulpen-Wittem. In 2019 werd door deze gemeente forensenbelasting geheven naar een vast tarief van € 129 en een variabel tarief van 0,23% over de WOZ-waarde van de woning. Voor 2020 zijn die tarieven verhoogd naar een vast tarief van € 280 en een variabel tarief van 0,56% over de WOZ-waarde. Hof Den Bosch (ECLI:NL:GHSHE:2023:246) heeft deze aanslag in stand gelaten.
De Hoge Raad stelt voorop dat in de Gemeentewet geen beperkingen zijn gesteld over de hoogte van het forensenbelastingtarief. Dat tarief staat op zichzelf ook niet aan de belastingrechter ter beoordeling. Wel kan de verordening worden getoetst aan onder meer het evenredigheidsbeginsel. Daarbij dient in de eerste plaats te worden onderzocht of de gerechtvaardigde belangen van de belastingplichtigen die door de lastenverzwaring worden geraakt zijn meegewogen. Is dat niet het geval, dan dient de rechter ervan uit te gaan dat sprake is geweest van een onzorgvuldige voorbereiding en een gebrekkige motivering van het tariefvoorschrift in de verordening. Het ligt niet op de weg van de rechter om in zo’n geval de betrokken belangen alsnog af te wegen. Als de rechter door de onzorgvuldige voorbereiding of gebrekkige motivering niet kan beoordelen of de verordening in strijd is met het evenredigheidsbeginsel, kan dit ertoe leiden dat de verordening buiten toepassing wordt gelaten, en dat de aanslag wordt vernietigd. Dat is in de regel het geval bij een lastenverzwaring, tenzij de negatieve gevolgen van de wijziging zo beperkt zijn, dat geen sprake is van een onevenredigheid.
Hier heeft het hof geoordeeld dat de negatieve gevolgen van de tariefsverhoging voor eigenaren van tweede woningen in de gemeente niet zijn meegewogen in de besluitvorming. Daarom moet volgens de Hoge Raad worden aangenomen dat sprake is geweest van een onzorgvuldige voorbereiding en een gebrekkige motivering van de tariefsverhoging van de forensenbelasting. Het oordeel van het hof dat geen sprake is van strijd met algemene rechtsbeginselen is dus juridisch onjuist.
De onzorgvuldige voorbereiding en gebrekkige motivering van de tariefsverhoging zijn volgens de Hoge Raad zodanig dat niet kan worden beoordeeld of het desbetreffende voorschrift in de gemeentelijke verordening in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. Deze tariefsverhoging dient dan ook ten aanzien van belanghebbende buiten toepassing te blijven. Als gevolg daarvan blijft het tarief van 2019 voor belanghebbende van toepassing. De Hoge Raad vermindert de aanslag dienovereenkomstig.
(Cassatieberoep gegrond.)