Standpunt maatstaf heffing en startersvrijstelling bij verkrijging appartementsrecht en verplichting overname lening VvE

Standpunt maatstaf heffing en startersvrijstelling bij verkrijging appartementsrecht en verplichting overname lening VvE

Gegevens

De Kennisgroep overdrachtsbelasting geeft antwoord op de vraag wat de maatstaf van heffing voor de overdrachtsbelasting is in het geval bij de verkrijging van een appartementsrecht ook de verplichting bestaat om een lening over te nemen en wat dat betekent voor de woningwaardegrens voor de startersvrijstelling.

A (natuurlijk persoon), 34 jaar, verkrijgt een appartementsrecht in 2025. De koopprijs voor het appartementsrecht is € 500.000. A is naast de koopsom voor het appartementsrecht verplicht om een gedeelte van een door de Vereniging van Eigenaren aangegane lening over te nemen c.q. te voldoen voor een bedrag van € 30.000. Het reservefonds van de VvE is € 0 en ook overigens heeft de VvE geen baten. De woningwaardegrens voor de startersvrijstelling bedraagt op grond van artikel 15, eerste lid, onderdeel p, ten vierde, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer € 525.000 (2025). 

Vragen

  1. Wat is de maatstaf van heffing voor de overdrachtsbelasting bij de verkrijging van dit appartementsrecht met verplichting tot overname lening?

  2. Is op deze verkrijging de startersvrijstelling van toepassing?

Antwoorden

Nee, de startersvrijstelling is niet van toepassing. De woningwaardegrens in 2025 bedraagt € 525.000 en de waarde voor de berekening van de maatstaf van heffing is hier hoger, namelijk € 530.000. De maatstaf van heffing is € 530.000 (koopsom + last).