Beëindiging arbeidskorting voor arbeidsongeschikten

Het kabinet erkent de negatieve inkomensgevolgen voor arbeidsongeschikten door het schrappen van de arbeidskorting. Staatssecretaris Van Oostenbruggen en minister Van Hijum sturen de Tweede Kamer een reactie op Kamervragen over het bericht ‘Arbeidsongeschikten zien inkomen fors dalen door beëindigen arbeidskorting’.

Naar aanleiding van het oordeel van de Hoge Raad verandert het kabinet de regels rondom de samenvoegbepaling en daarmee ook de arbeidskorting. Het kabinet bevestigt dat het besluit aanzienlijke inkomensgevolgen heeft voor  arbeidsongeschikten. Het schrappen van de arbeidskorting voor deze groep kan onrechtvaardig aanvoelen en de inkomensdaling kan fors zijn. Een fundamentele herziening van de arbeidskorting vergt tijd en heeft budgettaire gevolgen. Het kabinet kiest er wel voor om de samenloop van uitkering, heffingskortingen en toeslagen te verkennen.

Gemiddeld gaan de 11.000 uitkeringsgerechtigden die met de aanpassing te maken krijgen er netto € 3.000 per jaar op achteruit. Dit bedrag is inclusief de groep die er voordeel van ondervindt, waardoor de daling voor de benadeelde groep hoger ligt.

Inkomensdaling van ruim € 8.800

De aanpassing van de samenvoegbepaling pakt het meest negatief uit voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten die recht hebben op de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK). Door het samenvoegen van uitkering en loon telt de uitkering mee als arbeidsinkomen, wat kan leiden tot een hoger recht op IACK en arbeidskorting. In het slechtste scenario kan het netto-inkomen met ruim € 8.800 dalen.

Het kabinet onderzoekt mogelijkheden om de groep gedeeltelijk arbeidsongeschikten zo goed mogelijk te begeleiden naar de inkomensdaling vanaf 2027. Het kabinet treedt daarom in gesprek met werkgevers, het UWV en de Belastingdienst om deze groep zo snel mogelijk in beeld te brengen en te informeren.

Antwoorden op vragen NSC over beëindigen arbeidskorting, nr. 2025-0000100046, Ministerie van Financiën, 16 april 2025