Wijzigingen autobelastingen
Wijzigingen autobelastingen
Gegevens
- Nummer
- 2025/749
- Publicatiedatum
- 28 april 2025
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Motorrijtuigen en belastingen
Het kabinet neemt een drietal fiscale maatregelen om de transitie naar elektrische auto’s op korte termijn te versnellen.
Maatregel 1 Normering zakelijke leasemarkt via de loonbelasting
Het kabinet versnelt de ingroei van elektrische auto’s door per 2027 de zakelijke leasemarkt te normeren. Het kabinet heeft als doel dat alle auto’s die vanaf dat moment door een werkgever ook voor privégebruik ter beschikking worden gesteld aan de werknemer, volledig emissievrij zijn. De normering wordt vormgegeven via een pseudo-eindheffing in de loonbelasting, met een belastingtarief van 52% over de grondslag voor de bijtelling privégebruik van de auto. In tegenstelling tot de bijtelling, wordt geen rekening gehouden met een eigen bijdrage van de werknemer. Een werkgever behoudt keuzevrijheid, maar bij het ter beschikking stellen van een fossiele auto volgen wel financiële consequenties. De pseudo-eindheffing moet per loontijdvak (meestal een maand) worden betaald door de werkgever als deze vanaf 2027 een fossiele (niet volledig emissievrije) personen- of bestelauto ter beschikking stelt aan de werknemer. De belastingplicht van de pseudo-eindheffing ligt bij de werkgever (inhoudingsplichtige) voor de loonbelasting. Een zzp’er met een eenmanszaak valt hierdoor buiten de scope van de eindheffing. Veel bestelauto’s vallen nu al niet onder de bijtelling en zullen dus ook niet onder de pseudo-eindheffing gaan vallen. Om uitwijkeffecten te voorkomen wordt in de uitwerking van de pseudoeindheffing tevens bezien of aanpassing van de youngtimerregeling nodig is. De benodigde wetgeving voor de pseudo-eindheffing wordt opgenomen in het pakket Belastingplan 2026.
Maatregel 2 Tariefkorting motorrijtuigenbelasting elektrische personenauto’s
Om elektrische en benzine personenauto’s gelijker te belasten in de motorrijtuigenbelasting, heeft het kabinet besloten om de tariefkorting te verhogen van 25% naar 30% in de periode 2026 – 2028. In 2029 blijft de tariefkorting 25%. Door deze aanpassing worden grotere fossiele en elektrische personenauto’s (voertuigcategorie D en E) komende jaren gelijk belast. Voor kleinere en middelgrote voertuigen (voertuigcategorie A t/m C worden de verschillen verkleind.
Maatregel 3 Elektrische kampeerauto’s, rolstoelvervoer en motorfietsen
In het afgelopen jaar zijn ongewenste verschillen ontstaan in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (bpm) tussen emissievrije personenauto’s enerzijds en emissievrije bijzondere personenauto’s (zoals kampeerauto’s en rolstoelvervoer) en motorfietsen anderzijds. Besloten is om de vaste voet van € 667 ook voor emissievrije bijzondere personenauto’s te laten gelden. Voor emissievrije motorfietsen komt een aparte vaste voet van € 200. Met deze vereenvoudiging van de bpm wordt de komende 5 jaar een impuls gegeven aan deze kleine, moeilijker te verduurzamen, groep voertuigen.
Hervorming autobelastingen
Het kabinet gaat de komende weken met stakeholders en medeoverheden in gesprek om denkrichtingen rondom de hervorming van de autobelastingen te bespreken. Daarbij wordt onder meer gekeken naar een structurele oplossing voor de gewichtscorrectie in de mrb van elektrische auto’s. De denkrichting is om de grondslag van de mrb te wijzigen van gewicht naar voertuigoppervlak. Ook wordt gekeken naar mogelijkheden om elektrische auto’s op termijn een evenredige bijdrage kunnen leveren aan het op orde houden van de overheidsfinanciën. Dit kan door het introduceren van een tenaamstellingsbelasting om op termijn de aanschaf van nieuwe en gebruikte elektrische auto’s te belasten, waarbij het tarief gedifferentieerd kan worden naar voertuigoppervlak en/of leeftijd. Voor het zomerreces stuurt het kabinet een contourenbrief met een nadere uitwerking van de hervorming van de autobelastingen naar de Kamer.