Structureel maken RVU-drempelvrijstelling in Belastingplan 2026
Structureel maken RVU-drempelvrijstelling in Belastingplan 2026
Gegevens
- Nummer
- 2025/874
- Publicatiedatum
- 23 mei 2025
- Auteur
- Redactie
- Relevante informatie
Staatssecretaris Van Oostenbruggen licht het opnemen van de regeling voor zware beroepen in het wetsvoorstel Belastingplan 2026 toe.
De aanleiding is het verzoek van de vaste commissie voor Financiën om te verduidelijken waarom deze maatregel niet als zelfstandig wetsvoorstel wordt ingediend, maar wordt opgenomen in het bredere Belastingplanpakket.
De RVU-drempelvrijstelling is in 2019 als tijdelijke fiscale maatregel afgesproken in het Pensioenakkoord. Sinds 2021 kunnen werknemers maximaal drie jaar voor hun AOW-leeftijd stoppen met werken met een uitkering ter hoogte van de AOW, zonder dat de werkgever hierover de zware pseudo-eindheffing (52%) hoeft te betalen. Deze tijdelijke regeling loopt af per 31 december 20251. In oktober 2024 is met sociale partners afgesproken om de RVU-drempelvrijstelling structureel te maken, gericht op mensen met zwaar werk.
Verhoging drempelvrijstelling
Het wetsvoorstel in het Belastingplan 2026 wil de bestaande RVU-drempelvrijstelling voortzetten, het maandelijkse vrijstellingsbedrag met € 300 te verhogen, het tarief van de pseudo-eindheffing voor uitkeringen boven de drempelvrijstelling stapsgewijs verhogen tot 65% in 2028, en een evaluatie- en monitoringsbepaling toe te voegen. Ook wordt de wettekst technisch verbeterd. De verhoging van de drempelvrijstelling en het hogere heffingstarief zijn bedoeld om de regeling financieel houdbaar te houden en gericht toe te passen op werknemers voor wie eerder uittreden noodzakelijk is.
Het kabinet kiest ervoor om deze maatregel op te nemen in het Belastingplan 2026, omdat het een beperkte omvang heeft en per 1 januari 2026 in werking moet treden. Het Belastingplan bevat jaarlijks fiscale maatregelen met directe budgettaire gevolgen, die samenhangen met de begroting en vaak met ingang van het volgende kalenderjaar moeten ingaan. Alleen als de Kamer breed aangeeft een zelfstandig wetsvoorstel te wensen, zal de staatssecretaris dit overwegen.
De staatssecretaris benadrukt dat het pakket Belastingplan 2026 bewust minder omvangrijk is dan voorgaande jaren en vooral noodzakelijke maatregelen bevat. De structurele RVU-vrijstelling is daar een voorbeeld van, vanwege maatschappelijke en politieke urgentie.