Terechte OVB-naheffingsaanslag omdat niet meer werd voldaan aan het voortzettingsvereiste

Terechte OVB-naheffingsaanslag omdat niet meer werd voldaan aan het voortzettingsvereiste

Gegevens

Nummer
2025/968
Publicatiedatum
12 juni 2025
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2025:3479
Rubriek
Belastingen van rechtsverkeer
Relevante informatie

Tot 28 januari 2020 dreef A een agrarische onderneming in de vorm van een eenmanszaak. De activiteiten van de onderneming bestonden uit een varkenshouderij en een akkerbouwbedrijf. Op voormelde datum heeft A de onderneming ingebracht in belanghebbende, een bv. Bij de akte van inbreng is een beroep gedaan op vrijstelling van overdrachtsbelasting. In 2021 heeft belanghebbende besloten deel te nemen aan de Subsidieregeling Sanering Varkenshouderijen. In januari 2022 zijn de laatste varkens verkocht en eind 2022 zijn de opstallen gesloopt. De opbrengst heeft belanghebbende deels aangewend voor huisvesting van een door een derde geëxploiteerde zalmkwekerij. Belanghebbende heeft de inspecteur gevraagd te bevestigen dat voor toepassing van de overdrachtsbelasting geen sprake is van gedeeltelijke staking van de onderneming. De inspecteur is van mening dat wel sprake is van gedeeltelijke staking en legt een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting op.

De rechtbank stelt belanghebbende in het ongelijk. De varkenshouderij is een zelfstandig deel van de onderneming. Door het staken ervan wordt niet langer voldaan aan het voortzettingsvereiste. Dit leidt tot terugnemen van de vrijstelling voor zover die ziet op de varkenshouderij. Dat de opbrengst is gebruikt voor de zalmkwekerij maakt het niet anders. De kwekerij wordt door een ander geëxploiteerd en belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat de zalmkwekerij is aan te merken als haar eigen ondernemersactiviteit. Er is dan ook geen sprake van een voortzetting van de ingebrachte onderneming. Dat niet is voldaan aan het voorzettingsvereiste als gevolg van overheidsingrijpen is niet relevant. Het stellen van het voortzettingsvereiste is ook geen willekeur omdat het vereiste in lijn is met de bedoeling van de wetgever. Dat het voortzettingsvereiste wel is komen te vervallen bij geruisloze omzetting in de inkomstenbelasting is hier niet relevant. Evenmin is relevant dat hier geen sprake is van misbruik.

(Beroep ongegrond.)