Belastingdienst balanceert tussen fraudebestrijding en privacywaarborging
Belastingdienst balanceert tussen fraudebestrijding en privacywaarborging
Gegevens
- Nummer
- 2025/1033
- Publicatiedatum
- 26 juni 2025
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Algemeen
De Belastingdienst zoekt voortdurend naar een evenwicht tussen het opsporen van fraude en het waarborgen van privacyrechten. De aanpak van urgente meldingen loopt tegen complexe organisatorische, maatschappelijke en interpersoonlijke dynamieken aan.
Dit blijkt uit het reflectieverslag ‘De fraudeaanpak en privacypuzzel’ van de Inspectie Belastingen, Toeslagen en Douane (IBTD).
Urgente meldingen
Dit verslag richt zich op het traject van urgente meldingen bij de directie Midden- en Kleinbedrijf (MKB) van de Belastingdienst. Uit onderzoek blijkt dat het verwerken van meldingen over mogelijke fraude lange tijd stagneerde, omdat het proces niet voldeed aan de eisen van de privacywetgeving. Hierdoor werden mensen soms onterecht vaker geselecteerd voor controles of als potentiële fraudeurs bestempeld, wat negatieve gevolgen kon hebben voor betrokkenen. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) constateerde eerder al dat dit bijvoorbeeld leidde tot onterecht afgewezen betalingsregelingen. De Belastingdienst moest daarom het meldingenproces herzien en aanpassen aan de privacywetgeving, wat een moeizaam en langdurig proces bleek.
Maatschappelijke druk
De maatschappelijke druk op de Belastingdienst is groot: enerzijds wordt verwacht dat fraude effectief wordt bestreden, anderzijds moet de privacy van burgers strikt worden gewaarborgd. Dit leidt tot een spanningsveld waarbij medewerkers vaak het gevoel hebben dat zij moeten kiezen tussen deze belangen. De vertraging in het aanpassen van het meldingenproces vergroot deze druk en leidt tot frustratie en een gebrek aan energie bij betrokkenen. Tegelijkertijd versterkt deze vertraging het gevoel van urgentie en de behoefte aan snelle actie, wat de situatie verder compliceert.
Organisatorische dynamiek
De organisatie van de Belastingdienst is complex, met veel verschillende afdelingen en rollen die betrokken zijn bij het meldingenproces. Door onduidelijkheid over rollen en verantwoordelijkheden en gefragmenteerde betrokkenheid van medewerkers, ontstaan er miscommunicatie en een gebrek aan een gedeeld beeld. Dit belemmert de voortgang en maakt besluitvorming moeilijker. De versnippering van betrokkenheid zorgt ervoor dat verschillende standpunten en expertises niet goed bij elkaar komen, wat de inrichting van een privacy-compliant proces vertraagt.
Interpersoonlijke dynamiek
De interpersoonlijke dynamiek speelt een belangrijke rol in het moeizame verloop van het traject. Medewerkers hebben vanuit hun beroepstrots en professionaliteit de wens om het beste te doen voor de samenleving, zowel op het gebied van fraudebestrijding als privacybescherming. Door gebrek aan begrip voor elkaars vakgebieden versterken zij echter elkaars terughoudendheid en voorzichtigheid, wat de besluitvorming verder bemoeilijkt. Ook speelt de angst om risico’s te nemen mee bij het toepassen van privacywetgeving.
Conclusie
Het verslag concludeert dat de dynamieken elkaar voortdurend beïnvloeden en dat er geen eenduidig begin- of eindpunt is aan te wijzen. De versnippering, rolonduidelijkheid en onderlinge afhankelijkheid maken het ingewikkeld om het meldingenproces op orde te krijgen. Toch zijn er hefbomen voor verandering: door meer gedeeld begrip, heldere rolverdeling en betere samenwerking kan het proces verbeterd worden. In maart 2025 meldde de staatssecretaris dat het meldingenproces inmiddels gereed is om meldingen conform privacywetgeving te ontvangen, te toetsen en te behandelen, al moeten in de praktijk nog enkele stappen worden gezet.