Besluit aftrek van omzetbelasting geactualiseerd per 1 juli 2025

Besluit aftrek van omzetbelasting geactualiseerd per 1 juli 2025

Gegevens

Nummer
2025/1062
Publicatiedatum
3 juli 2025
Auteur
Redactie
Rubriek
Omzetbelasting

Het besluit over de aftrek van omzetbelasting is per 1 juli 2025 geactualiseerd. De Staatssecretaris van Financiën verduidelijkt de regels voor het recht op aftrek van btw, met aandacht voor investeringsgoederen, handelingen met aandelen en diverse bijzondere situaties.

Het besluit van de Staatssecretaris van Financiën bevat een actualisering van het beleid rondom de aftrek van omzetbelasting. Deze aanpassing is noodzakelijk vanwege jurisprudentie, beleidswijzigingen en tekstuele verbeteringen. Het besluit geeft uitleg en goedkeuringen voor specifieke situaties en beschrijft hoe in bepaalde gevallen het recht op aftrek van btw moet worden vastgesteld. Daarbij wordt verwezen naar nationale en Europese jurisprudentie.

Hoofdpunten van het besluit

Het besluit behandelt het juridisch kader voor het recht op aftrek van btw, gebaseerd op de Wet op de omzetbelasting 1968 en de btw-richtlijn. Een ondernemer heeft recht op aftrek van voorbelasting voor zover deze toerekenbaar is aan belaste handelingen. Er moet sprake zijn van een rechtstreeks en onmiddellijk verband tussen de aangeschafte goederen of diensten en de belaste prestaties van de ondernemer. Het gebruik voor economische en niet-economische handelingen is bepalend voor de omvang van de aftrek. Bij gemengd gebruik moeten verdeelsleutels worden toegepast die een objectief en reëel beeld geven van het daadwerkelijke gebruik.

Het besluit bevat specifieke regels voor investeringsgoederen, waarbij een langere herzieningstermijn geldt: vier boekjaren voor roerende zaken en negen boekjaren voor onroerende zaken. De ondernemer kan investeringsgoederen geheel of gedeeltelijk tot het bedrijfsvermogen rekenen, wat gevolgen heeft voor het recht op aftrek van btw en de herziening daarvan.

Nieuw is de integratie van regels omtrent handelingen met aandelen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen handelingen die binnen of buiten de werkingssfeer van de btw vallen. De vergoeding voor de verkoop van aandelen kan buiten het pro rata voor btw-aftrek blijven als het een bijkomstige financiële handeling betreft. De locatie van de afnemer wordt bepaald aan de hand van de vestigingsplaats van de effectenbeurs.

Het besluit bevat verder goedkeuringen voor specifieke situaties, zoals bij samenwerkingsverbanden, ondernemersverenigingen en het gebruik van OV-kaarten door werknemers. Ook wordt ingegaan op de aftrek van btw bij leegstand van onroerend goed, waarbij het voornemen tot belast gebruik met objectieve gegevens moet worden onderbouwd.

Staatssecretaris Financiën, besluit van 1 juli 2025