Aflevering 21

De Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) en de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Wet Vpb 1969) zijn dringend aan herziening toe. Dat moet zorgvuldig gebeuren en vergt daarom tijd. Maar met een aantal simpele wijzigingen die de complexiteit reduceren, hoeft niet te worden gewacht. In deze Opinie doe ik een aantal suggesties.

Minister Kaag heeft de Voorjaarsnota 2023 aangeboden. Hierin is ook een overzicht opgenomen van fiscale maatregelen waaronder:

Minister Kaag heeft het jaarverslag 2022 van de Inspectie belastingen, toeslagen en douane (IBTD) aan de Eerste en Tweede Kamer gestuurd.

Staatssecretaris Van Rij antwoordt op vragen dat hij geen aanwijzingen heeft dat de Belastingdienst structureel of stelselmatig stukken achterhoudt. Eerder deed hij dat in een brief aan de Tweede Kamer van 8 februari 2023 (NTFR 2023/315).

Belanghebbende verstrekt kosteloos gezonde lunchmaaltijden aan haar werknemers in de jaren 2017 en 2018. De vraag is of deze verstrekking onder de zogenoemde gerichte vrijstelling voor arbovoorzieningen valt. Deze vrijstelling is van toepassing op voorzieningen die rechtstreeks voortvloeien uit het arbeidsomstandighedenbeleid (arbobeleid) dat wordt gevoerd op grond van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet).

evenredigheidsbeginsel; belangenafweging; naheffing; correctieverplichting; correctiebericht

Rijnvarende; A1-verklaring; premievrijstelling; premieplicht; Liechtenstein; binnenvaartschip; premieheffing; sociale zekerheid

De Kennisgroep loonheffing algemeen heeft de vraag beantwoord welke vergoeding een werkgever onbelast mag geven aan de werknemer die de auto van de zaak bij zijn woning oplaadt.

rechtsherstel; box 3; compensatie; Kerstarrest

De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft een standpunt gepubliceerd over de fiscale behandeling in box 3 van cryptomunten die zijn ontstaan uit een fork.

De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft een vraag beantwoord over de dieetkostenaftrek in de inkomstenbelasting. De vraag wordt beantwoord of in geval van co-ouderschap beide co-ouders recht hebben op aftrek van een forfaitair bedrag als uitgaven voor specifieke zorgkosten voor de meerkosten die zij maken in verband met de diëten van hun kinderen.

Het wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2024 is na de internetconsultatie op verschillende punten aangepast. Maar de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs heeft nog enkele kritiekpunten.

De belanghebbende is grootaandeelhoudster in een Zuid-Koreaanse LLC die aldaar vastgoed verhuurt en valt onder het lokale REIF-regime (Real Estate Investment Fund) waardoor zij dividenduitkeringen ten laste van haar fiscale resultaat kan brengen. In geschil is of de deelnemingsvrijstelling geldt voor het door de belanghebbende in 2016 ontvangen LLC-dividend. De inspecteur meent van niet op grond van de antimisbruikbepaling in art. 13 lid 17 Wet Vpb 1969, die een uitvoering is van de ‘linking rule’ in art. 4 lid 1 onderdeel a Moeder-dochterrichtlijn 2011/96, die de lidstaten verplicht aftrekbaar dividend te belasten. Nederland heeft die regel niet slechts intra-EU, maar ‘erga omnes’ ingevoerd.

Onderzoek naar de opbrengsten en de samenstelling van schenk- en erfbelasting is lastig door het gebrek aan gegevens over overgedragen vermogen waarover geen erfbelasting verschuldigd is. Dit schrijft staatssecretaris Van Rij als antwoord op vragen over het artikel ‘Inkomsten uit erfbelasting gedaald na mislukte poging om ontwijking te beperken’ van 19 april in ESB.

MV – 98 exploiteert een bedrijfsruimte in Bulgarije en houdt zich hoofdzakelijk bezig met de aankoop en wederverkoop van goederen, waaronder sigaretten. Bij een controle in haar bedrijfsruimte heeft de Bulgaarse belastingdienst vastgesteld dat MV – 98 had nagelaten de verkoop van een pakje sigaretten met een waarde van ongeveer € 2,60 te registreren en de fiscale kassabon voor die verkoop af te geven. De belastingdienst heeft MV – 98 vervolgens een boete opgelegd en daarnaast een bestuurlijke dwangmaatregel vastgesteld op grond waarvan de betreffende bedrijfsruimte twee weken werd verzegeld. De verwijzende rechter vraagt zich af of de BTW-richtlijn en het Handvest zich verzetten tegen een nationale regeling waarbij voor een en dezelfde overtreding na afloop van afzonderlijke, zelfstandige procedures meerdere maatregelen kunnen worden opgelegd, waarbij tevens beroep tegen die maatregelen openstaat bij verschillende rechterlijke instanties.

Balgarska telekomunikatsionna kompania (‘BTK’) is een Bulgaarse vennootschap actief op het gebied van telecommunicatie. Zij verricht voornamelijk (btw-belaste) telecommunicatiediensten. Voor deze diensten verwerft zij verschillende investeringsgoederen en voor wederverkoop bestemde mobiele telefoons. BTK heeft ook verschillende goederen afgedankt, zoals installaties, apparatuur en toestellen, omdat deze niet meer geschikt waren om te worden gebruikt in verband met slijtage, defecten of veroudering. BTK heeft deze goederen ofwel als afval verkocht ofwel vernietigd of verwijderd. De verwijzende rechter legt vijf prejudiciële vragen voor aan het HvJ EU, die door het HvJ EU tot drie prejudiciële vragen worden geherformuleerd.

J.S. exploiteert sinds 2001 een melkveebedrijf met zijn echtgenoot. In 2017 beslist het lokale woiwodschap om bepaalde percelen die J.S. bezit te onteigenen met het oog op de aanleg van een weg op die percelen. De verwijzende rechter legt aan het HvJ EU de vraag voor of de BTW-richtlijn eraan in de weg staat dat een landbouwer wordt aangemerkt als belastingplichtige die een economische activiteit verricht op de enkele grond dat het perceel werd geëxploiteerd voor een btw-belaste (landbouw)activiteit.

Het kabinet zal scherp toezien op een realistisch implementatietraject en heeft dan ook een voorbehoud gemaakt voor alle voorgestelde implementatietermijnen in het voorstel. Dit schrijft staatssecretaris Van Rij in antwoord op vragen over de beoordeling van de richtlijn en verordening betreffende btw-regels voor het digitale tijdperk.

De Kennisgroep omzetbelasting OVI heeft een vraag beantwoord over de betalingen door derden voor de inzet van praktijkmanagers.

douaneschuld; vergunning; koolvis; vis; kabeljauw; utb; douanerecht; bijzondere bestemming

bifuel; Nederlandstalig instructieboekje

prejudiciële vragen; co2-waarde; restantvoorraadregeling; gelijksoortigheid; emissie; testmethode; nieuw model; bestaand model; overgangsregeling

Op 27 mei 2022 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen (ECLI:NL:HR:2022:767, NTFR 2022/2079) in een zaak waarin een belastingplichtige het antwoordhokje op een vraag van het aangiftebiljet inkomstenbelasting niet heeft aangekruist. Het betreft de vraag of de belastingplichtige betrokken is bij een trust of een ander doelvermogen. De Hoge Raad heeft in zijn arrest geoordeeld dat het niet beantwoorden van voormelde vraag enkel voor elementen in de aangifte waar de niet-beantwoording van deze vraag voor van belang kan zijn, tot omkering en verzwaring van de bewijslast wegens het niet-doen van de vereiste aangifte leidt.

De Leidraad meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies is opnieuw vastgesteld bij een besluit van de staatssecretaris van Financiën. Deze leidraad bevat een nadere invulling van de Wet implementatie EU-richtlijn meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies.

Volgens het kabinet is een minimumbelastingtarief van 15% voldoende effectief om belastingconcurrentie en belastingontwijking in te dammen. Het kabinet ziet geen reden voor aanvullende maatregelen. Dit antwoordt staatssecretaris Van Rij op Kamervragen over het bericht ‘Gewiekst vindt graanhandelaar Cargill toch weer een route om belasting te ontwijken, via Nederland’.