Aflevering 49

Gepubliceerd op 4 december 2014

NTFR 2014/2802 - Rechtspreken met dubbele tong

Aflevering 49, gepubliceerd op 04-12-2014 geschreven door mr. C.M. Ettema
Een fragment uit een raadkameroverleg over de tariefindeling van alcoholhoudende dranken in een zaak als die van Siebrand BV: HR 19 september 2014, nr. 12/05326, NTFR 2014/2489. Die zaak betreft de tariefindeling van de alcoholhoudende dranken ‘Pina Colada’, ‘Whiskey Cream’ en ‘Apfel Cocktail’ in de Gecombineerde nomenclatuur (GN). Die indeling is nodig om het accijnstarief van die dranken vast te stellen als niet-mousserend tussenproduct (post 2206) of als overige alcoholhoudende dranken (post 2208). In 4.3.3. van het arrest is een opvallende overweging opgenomen met betrekking tot de wijze waarop het bewijs van organoleptische eigenschappen van de dranken moet worden geleverd.

NTFR 2014/2803 - Wetsvoorstel aanpassing griffierechten

Aflevering 49, gepubliceerd op 04-12-2014 geschreven door mr. E. Thomas
De regering heeft een tweede nota van wijziging bij het wetsvoorstel ‘Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet griffierecht burgerlijke zaken en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met aanpassing van griffierecht’ ingediend bij de Tweede Kamer.

NTFR 2014/2808 - Geruisloze omzetting in bv mogelijk nu terugwerkende kracht niet tot incidenteel fiscaal voordeel leidt

ECLI:NL:PHR:2014:1955, datum uitspraak 30-10-2014, publicatiedatum 14-11-2014
Aflevering 49, gepubliceerd op 04-12-2014 met annotatie van drs. N.M. Ligthart
Belanghebbende dreef, aanvankelijk naast een dienstbetrekking, als journalist en pr-adviseur een eenmanszaak in het kader waarvan hij in 2007 een eenmalig grote opbrengst ad € 736.377 genoot. Hij wil zijn onderneming met terugwerkende kracht naar 1 januari 2007 geruisloos omzetten in een bv. De inspecteur weigert terugwerkende kracht omdat daardoor zijns inziens een door de standaardvoorwaarden verboden incidenteel fiscaal voordeel behaald wordt bestaande uit het tariefverschil tussen de inkomsten- en vennootschapsbelasting over de incidentele bate. Hof Arnhem-Leeuwarden (4 februari 2014, nr. 13/00262, NTFR 2014/1075) heeft de inspecteur in het gelijk gesteld.

NTFR 2014/2809 - Uitstel Interdepartementaal onderzoek (IBO) Zzp

Aflevering 49, gepubliceerd op 04-12-2014
De minister van Financiën heeft, mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de minister van Economische Zaken en de staatssecretaris van Financiën, een brief aan de Tweede Kamer gestuurd waarin hij meedeelt dat het Interdepartementaal onderzoek (IBO) Zelfstandigen zonder personeel in het voorjaar van 2015 aan de Tweede Kamer wordt gestuurd. Het kabinet heeft uitstel toegekend omdat de werkgroep meer tijd nodig blijkt te hebben voor de analyse en de afronding van het IBO-rapport in verband met de complexiteit van het onderwerp en de breedte van de taakopdracht.

NTFR 2014/2810 - Tweede Kamervragen beantwoord over de afkoop van kleine pensioenen

Aflevering 49, gepubliceerd op 04-12-2014
De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft, mede namens de staatssecretaris van Financiën, twee sets Tweede Kamervragen beantwoord. Een over de pensioenuitkering en afkoop van een klein pensioen op de verjaardag en een over de afkoop van kleine pensioenen. In de beantwoording van beide sets verwijzen de bewindslieden naar de brief aan de Tweede Kamer van 2 juli 2014 (NTFR 2014/1773). Verder is door een amendement op de Verzamelwet SZW 2015 een keuzerecht tot stand gebracht waardoor de afkoop van een klein pensioen kan worden uitgesteld.

NTFR 2014/2811 - Twee woningen hoeven niet in de weg te staan aan gezamenlijke huishouding

ECLI:NL:PHR:2014:2094, datum uitspraak 05-11-2014, publicatiedatum 21-11-2014
Aflevering 49, gepubliceerd op 04-12-2014 met annotatie van mr. J.D. Schouten
Belanghebbende ontving een bijstandsuitkering naar de norm voor een alleenstaande. Hij had een (volgens hem LAT-)relatie met C. C en hij hadden elk een eigen woning. De belanghebbende was op maandag, dinsdag en donderdag bij C en C was in de weekends (vrijdag t/m zondag) bij belanghebbende. B&W Zwolle hebben zijn uitkering ingetrokken en die teruggevorderd over de periode 1 september 2009 t/m 31 augustus 2011.

NTFR 2014/2812 - 'Dubbele' aftrek ter zake van eigen woning toegestaan, geen fraus legis

ECLI:NL:RBNHO:2014:8419, datum uitspraak 01-09-2014, publicatiedatum 25-09-2014
Aflevering 49, gepubliceerd op 04-12-2014 met annotatie van mr. H.A. Elbert
Belanghebbende bezit een stuk grond waarop de eigen woning is gebouwd. Met betrekking tot de woning heeft belanghebbende een lening bij a-bedrijf. De grond heeft belanghebbende onder voorbehoud van erfpacht-/opstalrecht verkocht aan zijn kinderen voor € 800.000; de koopsom heeft belanghebbende vervolgens kwijtgescholden. Daarover is schenkbelasting voldaan. Belanghebbende betaalt jaarlijks € 45.000 aan erfpachtcanon aan zijn kinderen. In geschil is of de eigenwoningregeling nog van toepassing is, belanghebbende recht heeft op aftrek van rente over de lening en aftrek van de erfpachtcanon en voorts of sprake is van fraus legis. De rechtbank stelt belanghebbende volledig in het gelijk. De erfpachtcanon en de betaalde rente zijn aftrekbaar in box 1. Belanghebbende had met de onderhavige rechtshandelingen vermogensoverheveling naar zijn kinderen op het oog. Dat de transactie tevens heeft geleid tot fiscaal voordeel in de sfeer van de inkomstenbelasting, is in dit verband onvoldoende om te concluderen dat sprake is van fraus legis.

NTFR 2014/2813 - Vernietiging koopovereenkomst ab-pakket met terugwerkende kracht staat heffing ab-winst niet in de weg

ECLI:NL:HR:2014:3323, datum uitspraak 21-11-2014, publicatiedatum 21-11-2014
Aflevering 49, gepubliceerd op 04-12-2014 met annotatie van mr. A.J.M. Arends
Belanghebbende heeft in 2007 een aanmerkelijkbelangaandelenpakket verkocht en geleverd. In 2012 is de koopovereenkomst door middel van een buitengerechtelijke verklaring vernietigd op grond van wederzijdse dwaling. Hof Amsterdam heeft geoordeeld dat de vernietiging van de koopovereenkomst met terugwerkende kracht niet eraan in de weg staat dat belanghebbende in 2007 een (in dat jaar te belasten) winst uit aanmerkelijk belang heeft genoten. Dit oordeel is volgens de Hoge Raad juist. Of fiscale gevolgen moeten worden verbonden aan de vernietiging van de koopovereenkomst is aan de orde bij de vaststelling van het belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang van 2012.

NTFR 2014/2815 - Bij achterwaartse verliesverrekening fiscale eenheid vormt korte voorvoegingsjaar een afzonderlijk 'jaar'

Aflevering 49, gepubliceerd op 04-12-2014 met annotatie van drs. M. Nieuweboer
A bv vormde met haar deelnemingen tot en met 21 april 2009 een fiscale eenheid, genaamd FE A. Vanaf 22 april 2009 werd de FE A opgenomen in een nieuwe fiscale eenheid: FE D. Op 22 december 2009 werd FE D gevoegd in de fiscale eenheid FE X. Tot ultimo 2010 is de FE X niet verbroken. De opvolgende fiscale eenheden hebben in 2009 verliezen geleden, waarvan is toe te rekenen aan: FE A € 847.731; FE D € 1.839.273 en FE X € 75.690. Belanghebbende wenst onder meer de verliezen van de (voormalige) FE A van € 1.839.273 en € 75.690 met de belastbare winst van 2006 te verrekenen. De inspecteur heeft echter verrekend met de belastbare winst van 2007 van deze fiscale eenheid. Volgens de inspecteur vormt de periode 1 januari 2009 t/m 21 april 2009 op grond van art. 7, lid 4, tweede volzin, Wet VPB 1969 voor de toepassing van art. 20, lid 2, Wet VPB 1969 namelijk een (boek)jaar. De verliezen die belanghebbende na dit korte boekjaar binnen de volgtijdige fiscale eenheden in het kalenderjaar 2009 heeft geleden kunnen volgens de inspecteur dan achterwaarts verrekend worden met de boekjaren 2007, 2008 en het korte boekjaar 2009 van belanghebbende.

NTFR 2014/2818 - Het afnemen van examens valt niet onder de onderwijsvrijstelling

ECLI:NL:RBGEL:2014:6767, datum uitspraak 30-10-2014, publicatiedatum 05-11-2014
Aflevering 49, gepubliceerd op 04-12-2014 met annotatie van mr. M. Soltysik
Belanghebbende is het ‘kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven’ voor de beroepen in de economische en administratieve sector, de ICT-sector en de sector veiligheid. Belanghebbende houdt zich onder meer bezig met het afnemen van examens voor beroepsopleidingen. Belanghebbende heeft in 2012 onder meer examens voor het Exameninstituut Beroepsonderwijs Financiële Sector en voor de Exameninstelling Toezicht en Handhaving afgenomen. In geschil is of het afnemen van examens voor de omzetbelasting kan worden aangemerkt als onderwijs en of het belasten van een deel van de examens in strijd is met het neutraliteitsbeginsel.

NTFR 2014/2819 - Cultuurgrondvrijstelling voor weilanden van paardenfokbedrijf

ECLI:NL:HR:2014:3197, datum uitspraak 14-11-2014, publicatiedatum 14-11-2014
Aflevering 49, gepubliceerd op 04-12-2014 met annotatie van mr. dr. G. Groenewegen
Belanghebbende exploiteert op bedrijfsmatige wijze een fokbedrijf van Welsh pony’s. Binnen het bedrijf vinden geen manegeactiviteiten plaats. Opgefokte veulens worden vooral verkocht aan andere fokkerijen van Welsh pony’s, die deze doorverkopen aan personen die Welsh pony’s als hobbydieren houden. Het bedrijf heeft percelen weiland in gebruik. De pony’s rouleren over de weilanden zodat te allen tijde een gedeelte van deze weilanden braak ligt om het gras te laten groeien, terwijl andere delen worden begraasd door pony’s. De weilanden worden minimaal eenmaal per jaar gemaaid. De opbrengst van het maaien wordt gebruikt voor het bijvoeren van de pony’s. In geschil is of ten aanzien van de weilanden de cultuurgrondvrijstelling van toepassing is, omdat sprake is van ten behoeve van de landbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond. Hof Arnhem-Leeuwarden (NTFR 2013/1159) heeft die vraag bevestigend beantwoord. De Hoge Raad deelt de zienswijze van het hof. De Hoge Raad stelt voorop dat in het kader van de cultuurgrondvrijstelling onder landbouw moet worden verstaan weidebouw en veehouderij. Het begrip veehouderij is niet beperkt tot de fok van dieren met het oog op consumptie; het kan ook betrekking hebben op dieren die worden gefokt voor de handel. Het oordeel van het hof dat bij gebruik van weilanden om pony’s van gras te voorzien sprake is van weidebouw, acht de Hoge Raad juist. Niet van belang is of de opbrengst van grasland wordt behaald door begrazing of door oogst.

NTFR 2014/2820 - Beroep mogelijk tegen proceskostenvergoeding die niet in uitspraak op bezwaar maar in afzonderlijke brief is toegekend

ECLI:NL:HR:2014:3191, datum uitspraak 14-11-2014, publicatiedatum 14-11-2014
Aflevering 49, gepubliceerd op 04-12-2014 met annotatie van mr. J. van de Merwe
De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar van 8 mei 2012 de WOZ-waarde verlaagd. Belanghebbende heeft daartegen geen beroep ingesteld. Bij afzonderlijke brief van 11 juni 2012 heeft de heffingsambtenaar een proceskostenvergoeding toegekend. Belanghebbende heeft tegen de beslissing over de proceskosten bij brief van 16 juli 2012 beroep ingesteld. Naar het oordeel van de Hoge Raad heeft de rechtbank belanghebbende terecht in zijn beroep ontvangen. In dit geval dient de beslissing over de proceskosten op één lijn te worden gesteld met een (afzonderlijke) beslissing op bezwaar, waartegen afzonderlijk beroep kan worden ingesteld. Verder merkt de Hoge Raad op dat als wel tijdig beroep zou zijn ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar, dat beroep geacht zou worden mede te zijn gericht tegen de nadien genomen beslissing over de proceskosten. Afzonderlijk beroep tegen de beslissing over de proceskostenvergoeding zou dan niet nodig zijn.

NTFR 2014/2821 - Niet uitgewerkte handgeschreven aantekeningen griffier voldoen niet aan wettelijke norm proces-verbaal

ECLI:NL:GHARL:2014:7470, datum uitspraak 30-09-2014, publicatiedatum 10-10-2014
Aflevering 49, gepubliceerd op 04-12-2014 met annotatie van mr. T.A.D. van Wordragen
In beroep bij de rechtbank heeft belanghebbende de door de gemeente vastgestelde WOZ-waarde van zijn recreatiewoning bestreden. Eerst ter zitting heeft de gemeente een verweerschrift en een taxatierapport overgelegd. Hiertegen heeft belanghebbende geprotesteerd. De rechtbank heeft de gemeente in het gelijk gesteld. Na het instellen van hoger beroep door belanghebbende, heeft de griffier van de rechtbank de handgeschreven aantekeningen van de zitting aan het hof en partijen gezonden. Het hof is van oordeel dat het onderhavige proces-verbaal niet voldoet aan de eis van art. 8:61, lid 3, Awb, omdat het niet is uitgewerkt tot een leesbaar en duidelijk geheel. Voorts is het hof van oordeel dat de rechtbank de goede procesorde heeft geschonden door het verweerschrift en taxatierapport zonder meer te accepteren. Zij had de stukken moeten weigeren of de zaak moeten aanhouden met het oog op ‘hoor en wederhoor’. Omdat belanghebbende geen terugwijzing van de zaak naar de rechtbank wenst, beslecht het hof het inhoudelijke geschil omtrent de waardevaststelling. Aangezien beide partijen niet slagen in hun bewijslast, bepaalt het hof de waarde in goede justitie.

NTFR 2014/2824 - Hoge Raad herstelt fout inzake ten onrechte verleende proceskostenvergoeding in herstelarrest

ECLI:NL:HR:2014:3438, datum uitspraak 28-11-2014, publicatiedatum 28-11-2014
Aflevering 49, gepubliceerd op 04-12-2014
In zijn arresten van 26 september 2014, nrs. 13/03783 en 13/03789, NTFR 2014/2441 heeft de Hoge Raad een proceskostenvergoeding voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand aan de belanghebbende toegekend ten laste van de SVB. Omdat in deze procedures echter geen sprake is geweest van beroepsmatig verleende rechtsbijstand, hetgeen door de Hoge Raad niet was onderkend, herstelt de Hoge Raad deze fout in de onderhavige herstelarresten. Voorts wordt een in het dictum opgenomen fout hersteld: daarin was ten onrechte ‘de Inspecteur’ vermeld in plaats van ‘de SVB’.

NTFR 2014/2825 - Aan exploitant Vietnamees restaurant opgelegde naheffingsaanslag is tijdig opgelegd

ECLI:NL:HR:2014:3340, datum uitspraak 21-11-2014, publicatiedatum 21-11-2014
Aflevering 49, gepubliceerd op 04-12-2014
Belanghebbende, een firma, exploiteert een Vietnamees restaurant. De inspecteur heeft, na een boekenonderzoek, geconcludeerd dat belanghebbende een ondeugdelijke administratie heeft gevoerd en omzet heeft verzwegen. De inspecteur heeft de omzet door middel van schatting bepaald en op grond daarvan de onderhavige naheffingsaanslagen (over 2004 en over 2005-2009) en vergrijpboeten aan belanghebbende opgelegd. Hof Arnhem-Leeuwarden (NTFR 2014/488) is, anders dan de rechtbank, van oordeel dat de naheffingsaanslag over 2004 met dagtekening 24 december 2009 tijdig is opgelegd. De terpostbezorging van het biljet is niet gelegen na de dagtekening ervan. Voorts is het hof van oordeel dat belanghebbende door het verdichten van omzetgegevens en het niet boeken van inkopen de administratieplicht ex art. 52 AWR heeft geschonden, zodat de bewijslast moet worden omgekeerd en verzwaard. De schatting van de inspecteur op basis van de administratie van belanghebbende, branchegegevens en omzetten van de firma in latere jaren, achtte het hof redelijk. In het leveren van het verzwaarde bewijs is belanghebbende volgens het hof niet geslaagd. Met betrekking tot de vergrijpboeten heeft het hof geoordeeld dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat belanghebbende bewust omzet heeft verzwegen waardoor het aan opzet van belanghebbende is te wijten dat de verschuldigde omzetbelasting gedeeltelijk niet is betaald.

NTFR 2014/2826 - Project Bank Zonder Naam: inspecteur handelt voortvarend ondanks ‘hercheck’ identiteit belastingplichtigen

ECLI:NL:HR:2014:3030, datum uitspraak 24-10-2014, publicatiedatum 24-10-2014
Aflevering 49, gepubliceerd op 04-12-2014
In het kader van het project Bank Zonder Naam zijn aan belanghebbende met toepassing van de verlengde navorderingstermijn navorderingsaanslagen opgelegd. De FIOD heeft in maart 2005 gegevens ontvangen van de Belgische autoriteiten. De Belastingdienst heeft gekozen voor een landelijke coördinatie en een projectmatige aanpak. Na identificatie van de rekeninghouders heeft de FIOD in maart 2007 de gegevens overgedragen aan de inspecteurs. De navorderingsaanslagen IB 1995 en VB 1996 zijn in december 2007 opgelegd. Naar het oordeel van de Hoge Raad (HR 2 mei 2014, nr. 13/04730, NTFR 2014/1400) is in de fase tot het verstrekken van de gegevens aan de inspecteur in maart 2007 voldoende voortvarend gehandeld. Ook bij het voorbereiden van de navorderingsaanslagen IB 1996-2001 en VB 1997-2000 is de vereiste voortvarendheid betracht. Anders dan het hof heeft geoordeeld mocht de inspecteur volgens de cassatierechter in de zomer van 2008 een ‘hercheck’ doen om voldoende zekerheid te verkrijgen over de identiteit van de belastingplichtigen. De door deze ‘hercheck’ opgetreden vertraging is niet als onredelijk aan te merken. Ook wat de boetes betreft heeft de Hoge Raad de hofuitspraak vernietigd. Het hof had namelijk overwogen dat de boetes moeten worden verminderd vanwege overschrijding van de redelijke termijn, maar heeft dit niet tot uitdrukking gebracht in het dictum. De Hoge Raad heeft de zaak zelf afgedaan. Vervolgens is een herzieningsverzoek ingediend.

NTFR 2014/2827 - Omkering en verzwaring bewijslast voor exploitant Vietnamees restaurant met ondeugdelijke administratie

ECLI:NL:HR:2014:3342, datum uitspraak 21-11-2014, publicatiedatum 21-11-2014
Aflevering 49, gepubliceerd op 04-12-2014
Belanghebbende exploiteert in firmaverband een Vietnamees restaurant. De inspecteur heeft, na een boekenonderzoek, geconcludeerd dat belanghebbende een ondeugdelijke administratie heeft gevoerd en omzet heeft verzwegen. De inspecteur heeft de omzet door middel van schatting bepaald en op grond daarvan de onderhavige navorderingsaanslagen en vergrijpboeten aan belanghebbende opgelegd. Hof Arnhem-Leeuwarden (NTFR 2014/489) oordeelde dat belanghebbende door het verdichten van omzetgegevens en het niet boeken van inkopen de administratieplicht ex art. 52 AWR heeft geschonden, zodat de bewijslast moet worden omgekeerd en verzwaard. De schatting van de inspecteur op basis van de administratie van belanghebbende, branchegegevens en omzetten van de firma in latere jaren, achtte het hof redelijk. In het leveren van het verzwaarde bewijs is belanghebbende volgens het hof niet geslaagd. Met betrekking tot de vergrijpboeten oordeelde het hof dat de inspecteur aan de mededelingsplicht heeft voldaan en het achtte aannemelijk dat belanghebbende bewust omzet heeft verzwegen.

NTFR 2014/2829 - EC verzoekt Frankrijk een einde te maken aan de discriminatie op het gebied van beroepsinkomsten

Aflevering 49, gepubliceerd op 04-12-2014
De Europese Commissie heeft Frankrijk officieel verzocht de regels te wijzigen die het toepast op andere beroepsinkomsten dan lonen. In Frankrijk wordt de belastinggrondslag voor deze inkomsten (de categorie industriële en commerciële winst, niet-commerciële winst of landbouwwinst) verhoogd met 25%, behalve wanneer het inkomsten uit Franse bron betreft en de belastingplichtige een beroep doet op de diensten van een Centre de Gestion Agréé (CGA) of een geconventioneerde accountant die in Frankrijk gevestigd zijn. Wanneer deze inkomsten afkomstig zijn uit een andere EU-lidstaat of staat die partij is bij de EER-overeenkomst, wordt de verhoging steeds toegepast.

NTFR 2014/2832 - EC verzoekt Roemenië een einde te maken aan de discriminerende behandeling van niet-ingezeten personen

Aflevering 49, gepubliceerd op 04-12-2014
De Europese Commissie heeft Roemenië verzocht zijn regels voor de belasting van inkomsten uit activiteiten als zelfstandige van niet-ingezeten personen te wijzigen. De Europese Commissie meent dat deze regels een beperking vormen van de vrijheid van dienstverlening en van het vrije verkeer van kapitaal in de interne markt. Momenteel kunnen ingezeten personen met vergelijkbare inkomsten de met die inkomsten verband houdende bedrijfskosten in mindering brengen. Zo worden slechts de netto-inkomsten belast. Personen die in een andere EU-/EER-staat gevestigd zijn en geen vaste woonplaats hebben in Roemenië, genieten echter geen dergelijke aftrek en worden belast op de bruto-inkomsten die zij uit Roemenië ontvangen.