Home

Uitvoeringsbesluit Algemene wet inzake rijksbelastingen 1964

Geldig vanaf 6 januari 2014
Geldig vanaf 6 januari 2014

Uitvoeringsbesluit Algemene wet inzake rijksbelastingen 1964

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 06-01-2014]

Aanhef

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 4 december 1964, nr. B 4/16765, Directie Wetgeving directe belastingen;

Gelet op de artikelen 61 en 70 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301);

De Raad van State gehoord (advies van 9 december 1964, nr. 37);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 17 december 1964, nr. B 4/17303, Directie Wetgeving directe belastingen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

1.

De zelfstandige binnenschipper is gehouden woonplaats te kiezen in Nederland, tenzij hij:

  1. in Nederland een vaste woonplaats heeft;

  2. niet in Nederland woont en niet als binnenschipper een binnenlandse onderneming drijft.

2.

Het lid van de bemanning van een binnenschip - daaronder begrepen de niet-zelfstandige binnenschipper - is bevoegd, en op vordering van de inspecteur gehouden, woonplaats te kiezen in Nederland. Indien hij geen woonplaats heeft gekozen, wordt hij geacht woonplaats te hebben op de vaste woonplaats of de gekozen woonplaats van zijn inhoudingsplichtige. Het vorenstaande geldt niet indien:

  1. hij in Nederland een vaste woonplaats heeft;

  2. hij niet in Nederland woont en niet als binnenschipper in Nederland een dienstbetrekking vervult.

3.

De stukken betreffende de heffing en de invordering van belasting kunnen worden gezonden en betekend aan de gekozen woonplaats.

Artikel 2

1.

De keuze van de woonplaats of een wijziging van de keuze wordt schriftelijk gedaan bij de inspecteur.

2.

Hij die ingevolge artikel 1, eerste lid, verplicht is woonplaats te kiezen, doet dit binnen acht weken na de aanvang van zijn werkzaamheden. Woont hij niet in Nederland, dan doet hij de keuze binnen een week nadat hij het drijven van een binnenlandse onderneming heeft aangevangen.

3.

Hij die ingevolge artikel 1, tweede lid, verplicht is woonplaats te kiezen, doet dit binnen een door de inspecteur te bepalen termijn.

Artikel 3

Degene die verplicht is woonplaats te kiezen, is desgevraagd gehouden de in de artikelen 47 en 53 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers of de inhoud daarvan, voor raadpleging aan de inspecteur ter beschikking te stellen op de gekozen woonplaats.

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 5a

Artikel 6