In deze beschikking wordt verstaan onder:
'commissie': commissie beheer landbouwgronden als bedoeld in artikel 30 van de Wet agrarisch grondverkeer;
'uitgifte': uitgifte in erfpacht van landbouwgronden door het bureau;
'aanvrager': degene, die op de voet van deze beschikking een aanvrage voor uitgifte heeft ingediend;
'sub-commissie': subcommissie van de provinciale commissie beheer landbouwgronden, als bedoeld in artikel 11, tweede lid, van de Instellingsbeschikking provinciale commissies beheer landbouwgronden (Stcrt. 1982, 236);
'bedrijfsomvang': de bedrijfsomvang naar de toestand op het tijdstip van de, bij het indienen van de aanvrage, laatst bekende, in artikel 24 van de Landbouwwet bedoelde, landbouwtelling;
's.b.e.': standaardbedrijfseenheden, te weten de door het Landbouw-Economisch Instituut berekende verhoudingsgetallen, die een beoordeling mogelijk maken van de produktie-omvang van het gehele bedrijf, alsmede van de afzonderlijke produktierichtingen, zoals aangegeven op de bij deze beschikking behorende bijlage;
'akkerbouwbedrijf': bedrijf waarvan de bedrijfsomvang van de sector akkerbouw, in s.b.e. uitgedrukt, ten minste 80% van de totale bedrijfsomvang uitmaakt;
'Landinrichtingcommissie':commissie als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de Landinrichtingswet;
'directeur': directeur van het bureau;
'besluit': Besluit grondbankstelsel (Stb. 1982, 692).