Beschikking aanwijzing advocaat
Beschikking aanwijzing advocaat
Opschrift
Aanhef
De minister van Justitie,
Gelet op de artikelen 40, vierde lid, en 47 van het Wetboek van Strafvordering;
Besluit:
Artikel 1
De aanwijzing van een advocaat op de voet van artikel 40, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering geschiedt schriftelijk. Zij wordt slechts gedaan naar aanleiding van een schriftelijke, aan de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement gerichte verklaring van de advocaat dat hij bereid is om, binnen de grenzen van het praktisch mogelijke:
zo spoedig mogelijk nadat hem een inverzekeringstelling is gemeld de verdachte, ten einde hem bijstand te verlenen, te bezoeken in het politiebureau waar deze verblijft, indien dit politiebureau is gelegen in de plaats van vestiging van de advocaat of in de omgeving daarvan;
de verdachte van wie hem de inverzekeringstelling is gemeld bijstand te verlenen bij voorgeleiding aan de rechter-commissaris ter gelegenheid van de behandeling van een vordering tot bewaring.
Artikel 2
De officier van justitie of de hulpofficier doet van een inverzekeringstelling telefonisch mededeling aan een daartoe door de deken aangewezen vast centraal contactpunt in het arrondissement. Dit contactpunt is telefonisch bereikbaar:
op maandag tot en met vrijdag; ten minste gedurende de kantooruren;
in het weekeinde: gedurende per arrondissement door de deken te bepalen en aan de hoofdofficier van justitie op te geven tijdvakken van ten minste een uur op zaterdag en zondag.
Artikel 3
Aan degene die de in artikel 2 geregelde mededeling heeft gedaan wordt vanuit het contactpunt terstond of in ieder geval zo spoedig mogelijk telefonisch medegedeeld of een advocaat beschikbaar is. Indien een in verzekering gestelde verdachte vraagt om een bepaalde advocaat en deze bereid is rechtsbijstand te verlenen, kan het contactpunt aan dit verzoek voldoen. Het antwoord wordt gegeven uiterlijk op de dag na de mededeling aan het contactpunt vóór 's morgens 10 uur, met dien verstande, dat op zaterdag en zondag het antwoord wordt gegeven in de tijdvakken bedoeld in artikel 2 onder b.