Wijzigingsbesluit Besluit voorkoming dubbele belasting 1989
Wijzigingsbesluit Besluit voorkoming dubbele belasting 1989
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 11 december 1990, nr IFZ90/2066, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Internationale Fiscale Zaken;
Gelet op artikel 38, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301);
De Raad van State gehoord (advies van 13 augustus 1991, nr. W06.91.0026);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 24 oktober 1991, nr. IFZ91/1280,
Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Internationale Fiscale Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel I
Artikel II
Voor de toepassing van artikel 3, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit voorkoming dubbele belasting 1989 blijven bij het bepalen van het bedrag van de inkomstenbelasting dat volgens de Wet op de inkomstenbelasting 1964 verschuldigd zou zijn zonder toepassing van dit besluit, investeringsbijdragen en desinvesteringsbetalingen buiten aanmerking. Onder investeringsbijdragen en desinvesteringsbetalingen worden verstaan de bijdragen en betalingen welke ingevolge hoofdstuk VA van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 zoals dit hoofdstuk luidde onmiddellijk voorafgaande aan 1 januari 1990, als zodanig worden aangemerkt.
Artikel III
Indien in de kalenderjaren 1990 en 1991 danwel in de boekjaren 1989/1990, 1990/1991 en 1991/1992 voorzover deze zijn aangevangen voor de inwerkingtreding van dit besluit, toepassing van artikel 3, tweede lid, van het Besluit voorkoming dubbele belasting 1989 zoals deze bepaling luidde op 1 januari 1990 zou leiden tot een grotere vermindering ter voorkoming van dubbele belasting dan zou voortvloeien uit de toepassing van dat artikel zoals dat luidt na de wijziging door artikel I, onderdeel A, onder 3, van dit besluit, vindt de eerstgenoemde bepaling toepassing.