Home

Vreemdelingencirculaire 2000 (C)

Geldig van 19 juli 2014 tot 5 augustus 2014
Geldig van 19 juli 2014 tot 5 augustus 2014

Vreemdelingencirculaire 2000 (C)

Besluit HKUIT03-4297(AUB)

Versies van huidig besluit

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 19-07-2014 tot 05-08-2014]

C1. Asiel algemeen

1. Inleiding

In dit hoofdstuk zijn beleidsregels opgenomen in:

Vertrouwelijkheid van de informatie

De IND behandelt de informatie die de vreemdeling verstrekt op grond van artikel 3.111 lid 1 Vb en 3.45 VV, strikt vertrouwelijk met inachtneming van de Wbp en de privacyreglementen voor de geautomatiseerde informatiesystemen, waarin de vreemdeling is geregistreerd. De IND verstrekt geen informatie over de vreemdeling aan derden, anders dan op grond van wettelijke verplichtingen of met de uitdrukkelijke toestemming van de vreemdeling.

De IND verzoekt de vreemdeling toestemming om het dossier van de vreemdeling door te zenden naar de Officier van Justitie, in ieder geval als:

  • de vreemdeling vanuit eigen ondervinding en eigen waarneming kan getuigen over in het land van herkomst begane oorlogsmisdrijven of misdrijven tegen de menselijkheid en de verklaringen van de vreemdeling hierover geloofwaardig zijn;

  • er aanwijzingen zijn dat de potentiële verdachte zich in Nederland bevindt;

  • in het land van herkomst van de getuige sprake is van een (burger)oorlogssituatie; en

  • er sprake is van strafbare feiten door derden.

Geen aantekeningen

De ambtenaar belast met het toezicht op vreemdelingen maakt op grond van artikel 4.29 Vb geen aantekeningen in het reis- en identiteitspapier van een vreemdeling over de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd van de vreemdeling. Dit geldt in ieder geval voor de vreemdeling:

  • van wie de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de IND is afgewezen; of

  • die zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft ingetrokken.

De ambtenaar belast met het toezicht op vreemdelingen mag een aantekening maken in het reis- en identiteitspapier van een vreemdeling over de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, als de vreemdeling geen asielprocedure meer doorloopt, en zich ten minste één van de volgende situaties voordoet:

  • de vreemdeling heeft Nederland verlaten en is nadien naar Nederland teruggekeerd;

  • de vreemdeling heeft een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd.

2. Aanvraagprocedures

2.1. Algemeen

2.2. De rust- en voorbereidingstermijn

2.3. De algemene asielprocedure

2.4. De verlengde asielprocedure

2.5. Eerste- en nader gehoor

2.6. Voornemenprocedure

2.7. Het geven van de beschikking

3. Beoordelen van de asielaanvraag

C2. De verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

1. Inleiding

2. Algemene beleidsregels ten aanzien van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

3. Internationale bescherming

3.1. Algemeen

3.2. Artikel 29 eerste lid, aanhef en onder a Vw , vluchtelingschap

3.3. Daden als bedoeld in artikel 29 eerste lid, aanhef en onder b Vw

4. Nationale bescherming

4.1. Artikel 29, tweede lid, onder a, b of c, Vw , afgeleide verblijfsvergunning

5. Afwijzingsgronden verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd (imperatief)

5.1. Een ander land is verantwoordelijk ( artikel 30, eerste lid sub a Vw )

5.2. De vreemdeling is al in procedure ( artikel 30, eerste lid sub c Vw )

6. Afwijzingsgronden verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd (facultatief)

6.1. Er is geen rechtsgrond voor verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd.

6.2. De specifieke afwijzingsgronden

6.2.1. Zonder geldige reden niet beschikbaar gehouden
6.2.2. Niet onverwijld gemeld
6.2.3. Toerekenbaar geen of onvoldoende documenten overgelegd
6.2.4. Veilig land van herkomst en veilig derde land
6.2.5. Land van eerder verblijf
6.2.6. Verblijfsalternatief
6.2.7. Openbare orde of nationale veiligheid
6.2.8. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag
6.2.9. Europese lijst van veilige landen van herkomst

7. Procedurele regels verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

8. Verlenging en intrekking verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

8.1. De vreemdeling heeft onjuiste gegevens verstrekt of gegevens achtergehouden die tot afwijzing van de aanvraag zouden hebben geleid

8.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag blijkt alsnog van toepassing

8.3. Gevaar voor de openbare orde of de nationale veiligheid

8.4. De grond voor verlening is komen te vervallen

8.5. De vreemdeling heeft zijn hoofdverblijf buiten Nederland gevestigd

9. Rechtsmiddelen

C3. Moratoria

1. Inleiding

2. Besluitmoratorium

3. Vertrekmoratorium

C4. Tijdelijke bescherming

1. Inleiding

2. Tijdelijke bescherming

C5. Verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd

1. Inleiding

2. Procedurele regels verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd

3. Afwijzingsgronden verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd

4. Intrekking verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd

C6. Verdrag inzake de verantwoordelijkheid voor vluchtelingen

1. Inleiding

2. Europese Overeenkomst inzake de overdracht van verantwoordelijkheid met betrekking tot vluchtelingen

C7. Landgebonden beleid

1. Landgebonden asielbeleid algemeen

Afwijzingsgronden

2. Het asielbeleid ten aanzien van Afghanistan

2.1. Besluitmoratorium

2.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

2.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

2.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
2.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

2.4. Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

2.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
2.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
2.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
2.4.4. Individuele kenmerken
2.4.5. Alleenstaande vrouwen

2.5. Bescherming

2.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc
2.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

2.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

2.7. Vertrekmoratorium

2.8. Bijzonderheden

Verwesterde vrouwen

2.9. Vertrekmoratorium

3. Het asielbeleid ten aanzien van Angola

3.1. Besluitmoratorium

3.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

3.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

3.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
3.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

3.4. Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

3.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
3.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
3.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

3.5. Bescherming

3.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc
3.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

3.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

3.7. Vertrekmoratorium

3.8. Bijzonderheden

4. Het beleid ten aanzien van Armenië

4.1. Besluitmoratorium

4.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

4.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

4.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
4.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

4.4. Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

4.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
4.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
4.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

4.5. Bescherming

4.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc
4.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

4.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

4.7. Vertrekmoratorium

4.8. Bijzonderheden

5. Het asielbeleid ten aanzien van Azerbeidzjan

5.1. Besluitmoratorium

5.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

5.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

5.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
5.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

5.4. Foltering en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

5.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
5.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
5.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
5.4.4. Bijzonderheden

5.5. Bescherming

5.5.1. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc
5.5.2. Buitenlands vestigingsalternatief in Armenië

5.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

5.7. Vertrekmoratorium

5.8. Bijzonderheden

6. Het asielbeleid ten aanzien van Bosnië Herzegovina

6.1. Besluitmoratorium

6.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

6.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

6.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
6.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

6.4. Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

6.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
6.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
6.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

6.5. Bescherming

6.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc
6.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

6.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

6.7. Vertrekmoratorium

6.8. Bijzonderheden

7. Het asielbeleid ten aanzien van Burundi

7.1. Besluitmoratorium

7.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

7.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

7.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
7.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

7.4. Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

7.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
7.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
7.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

7.5. Bescherming

7.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc
7.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

7.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

7.7. Vertrekmoratorium

7.8. Bijzonderheden

8. Het asielbeleid ten aanzien van China

8.1. Besluitmoratorium

8.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

8.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

8.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
8.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
8.3.3. Tibetanen die te maken kunnen hebben met repressie

8.4. Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

8.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
8.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
8.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

8.5. Bescherming

8.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc
8.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

8.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

8.7. Vertrekmoratorium

9. Het beleid ten aanzien van Colombia

9.1. Besluitmoratorium

9.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

9.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

9.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
9.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

9.4. Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

9.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
9.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
9.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

9.5. Bescherming

9.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc
9.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

9.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

9.7. Vertrekmoratorium

9.8. Bijzonderheden

10. Het asielbeleid ten aanzien van Congo DRC (Democratische Republiek Congo)

10.1. Besluitmoratorium

10.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

10.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

10.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
10.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

10.4. Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

10.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
10.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
10.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

10.5. Bescherming

10.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc
10.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

10.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

10.7. Vertrekmoratorium

11. Het asielbeleid ten aanzien van Eritrea

11.1. Besluitmoratorium

11.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

11.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

11.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
11.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

11.4. Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

11.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
11.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
11.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
11.4.4. Dienstplichtigen en deserteurs
11.4.5. Illegale en legale uitreis

11.5. Bescherming

11.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc
11.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

11.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

11.7. Vertrekmoratorium

11.8. Bijzonderheden

12. Het asielbeleid ten aanzien van Guinee

12.1. Besluitmoratorium

12.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

12.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

12.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
12.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

12.4. Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

12.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
12.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
12.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

12.5. Bescherming

12.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc
12.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

12.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

12.7. Vertrekmoratorium

12.8. Bijzonderheden

13. Het asielbeleid ten aanzien van Irak

13.1. Besluitmoratorium

13.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

13.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

13.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
13.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

13.4. Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

13.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
13.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
13.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

13.5. Bescherming

13.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc
13.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

13.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

13.7. Vertrekmoratorium

13.8. Bijzonderheden

14. Het asielbeleid ten aanzien van Iran

14.1. Besluitmoratorium

14.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

14.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

14.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
14.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
14.3.3. Christenen, bahai’s en soefi’s
14.3.4. Lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transseksuelen (LHBT’s)

14.4. Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

14.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
14.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
14.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

14.5. Bescherming

14.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc
14.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

14.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

14.7. Vertrekmoratorium

14.8. Bijzonderheden

15. Het asielbeleid ten aanzien van Ivoorkust

15.1. Besluitmoratorium

15.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

15.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

15.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
15.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

15.4. Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

15.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
15.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
15.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

15.5. Bescherming

15.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc
15.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

15.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

15.7. Vertrekmoratorium

15.8. Bijzonderheden

16. Het asielbeleid ten aanzien van Libië

16.1. Besluitmoratorium

16.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

16.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

16.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
16.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

16.4. Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

16.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
16.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
16.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

16.5. Bescherming

16.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc
16.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

16.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

16.7. Vertrekmoratorium

16.8. Bijzonderheden

17. Het asielbeleid ten aanzien van Mongolië

17.1. Besluitmoratorium

17.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

17.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

17.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
17.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

17.4. Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

17.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
17.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
17.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

17.5. Bescherming

17.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc
17.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

17.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

17.7. Vertrekmoratorium

17.8. Bijzonderheden

18. Het asielbeleid ten aanzien van Nepal

18.1. Besluitmoratorium

18.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

18.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

18.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
18.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

18.4. Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

18.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
18.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
18.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

18.5. Bescherming

18.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc
18.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

18.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

18.7. Vertrekmoratorium

18.8. Bijzonderheden

19. Het asielbeleid ten aanzien van Nigeria

19.1. Besluitmoratorium

19.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

19.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

19.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
19.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

19.4. Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

19.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
19.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
19.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

19.5. Bescherming

19.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc
19.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

19.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

19.7. Vertrekmoratorium

19.8. Bijzonderheden

20. Het asielbeleid ten aanzien van Pakistan

20.1. Besluitmoratorium

20.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

20.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

20.3.1. Groepsvervolging in de zin van C2/3.2
20.3.2. Risicogroepen in de zin van C2/3.2

20.4. Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

20.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van C2/3.3
20.4.2. Systematische blootstelling in de zin van C2/3.3
20.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3

20.5. Bescherming

20.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van C2/6
20.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van C2/6

20.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

20.7. Vertrekmoratorium

20.8. Bijzonderheden

21. Het asielbeleid ten aanzien van Rusland

21.1. Besluitmoratorium

21.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

21.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

21.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
21.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

21.4. Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

21.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
21.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
21.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

21.5. Bescherming

21.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc
21.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

21.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

21.7. Vertrekmoratorium

21.8. Bijzonderheden

22. Het asielbeleid ten aanzien van Sierra Leone

22.1. Besluitmoratorium

22.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

22.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

22.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
22.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

22.4. Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

22.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
22.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
22.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

22.5. Bescherming

22.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc
22.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

22.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

22.7. Vertrekmoratorium

22.8. Bijzonderheden

23. Het asielbeleid ten aanzien van Somalië

23.1. Besluitmoratorium

23.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

23.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

23.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
23.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

23.4. Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

23.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
23.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
23.4.3. Alleenstaande vrouwen
23.4.4. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
23.4.5. Individuele kenmerken
23.4.6. Aandachtsgroepen

23.5. Bescherming

23.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc
23.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

23.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

23.7. Vertrekmoratorium

23.8. Bijzonderheden

24. Het asielbeleid ten aanzien van Sri Lanka

24.1. Besluitmoratorium

24.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

24.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

24.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
24.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

24.4. Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

24.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
24.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
24.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
24.4.4. Tamils

24.5. Bescherming

24.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc
24.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

24.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

24.7. Vertrekmoratorium

24.8. Bijzonderheden

25. Het asielbeleid ten aanzien van Sudan

25.1. Besluitmoratorium

25.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

25.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

25.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
25.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

25.4. Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

25.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
25.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
25.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

25.5. Bescherming

25.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc
25.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

25.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

25.7. Vertrekmoratorium

25.8. Bijzonderheden

26. Het asielbeleid ten aanzien van Syrië

26.1. Besluitmoratorium

26.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

26.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

26.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
26.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

26.4. Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

26.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
26.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
26.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
26.4.4. Vreemdelingen die geen actieve aanhanger zijn van het regime

26.5. Bescherming

26.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc
26.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

26.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

26.7. Vertrekmoratorium

26.8. Bijzonderheden

27. Het asielbeleid ten aanzien van Turkije

27.1. Besluitmoratorium

27.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

27.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

27.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
27.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
27.3.3. Vervolging vanwege dienstweigering of desertie

27.4. Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

27.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
27.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
27.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

27.5. Bescherming

27.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc
27.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

27.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

27.7. Vertrekmoratorium

27.8. Bijzonderheden

28. Het asielbeleid ten aanzien van Uganda

28.1. Besluitmoratorium

28.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

28.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

28.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
28.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc
28.3.3. Lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transseksuelen (LHBT’s)

28.4. Foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing in de zin van artikel 3 EVRM

28.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
28.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc
28.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

28.5. Bescherming

28.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/6 Vc
28.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/6 Vc

28.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

28.7. Vertrekmoratorium

28.8. Bijzonderheden

Bijlage [Vervallen per 01-04-2014]