Home

Vreemdelingencirculaire 2000 (C)

Geldig vanaf 4 juni 2025
Geldig vanaf 4 juni 2025

Vreemdelingencirculaire 2000 (C)

Besluit HKUIT03-4297(AUB)

Versies van huidig besluit

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 04-06-2025]

C1. Asiel algemeen

1. Inleiding

In dit hoofdstuk zijn beleidsregels opgenomen die een aanvulling zijn op of een uitwerking zijn van de artikelen 29, 30, 30a, 30b, 30c, 36, 37 Vw en van de artikelen 3.107b tot en met 3.121 Vb.

Vertrouwelijkheid van de informatie

De IND behandelt de informatie die de vreemdeling verstrekt op grond van artikel 31, tweede lid Vw strikt vertrouwelijk met inachtneming van de AVG en de privacyreglementen voor de geautomatiseerde informatiesystemen, waarin de vreemdeling is geregistreerd. De IND verstrekt geen informatie over de vreemdeling aan derden, anders dan op grond van wettelijke verplichtingen of met de uitdrukkelijke toestemming van de vreemdeling.

De IND verzoekt de vreemdeling om toestemming om het dossier van de vreemdeling door te zenden naar de Officier van Justitie, in ieder geval als:

  • de vreemdeling vanuit eigen ondervinding en eigen waarneming kan getuigen over in het land van herkomst begane oorlogsmisdrijven of misdrijven tegen de menselijkheid en de verklaringen van de vreemdeling hierover geloofwaardig zijn;

  • er aanwijzingen zijn dat de potentiële verdachte zich in Nederland bevindt;

  • in het land van herkomst van de getuige sprake is van een (burger)oorlogssituatie; en

  • er sprake is van strafbare feiten door derden.

Geen aantekeningen

De ambtenaar belast met het toezicht op vreemdelingen maakt op grond van artikel 4.29 Vb geen aantekeningen in het reis- en identiteitspapier van een vreemdeling over de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd van de vreemdeling. Dit geldt in ieder geval voor de vreemdeling:

  • van wie de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de IND is afgewezen; of

  • die zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft ingetrokken.

De ambtenaar belast met het toezicht op vreemdelingen mag een aantekening maken in het reis- en identiteitspapier van een vreemdeling over de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, als de vreemdeling geen asielprocedure meer doorloopt, en zich ten minste één van de volgende situaties voordoet:

  • de vreemdeling heeft Nederland verlaten en is nadien naar Nederland teruggekeerd;

  • de vreemdeling heeft een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd.

2. Aanvraagprocedures

2.1. De aanmeldfase

In artikel 3.108d Vb is de aanmeldfase beschreven.

Aanmelding

De vreemdeling geeft in persoon bij de aanmeldunit van de AVIM of bij de KMar tijdens het MTV, het grenstoezicht of andere werkzaamheden te kennen dat hij een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd wil indienen. De AVIM/KMar registreert dit verzoek binnen het aantal werkdagen zoals bepaald in artikel 3.107b Vb. Als de vreemdeling al is geïdentificeerd door de AVIM of KMar of al eerder een procedure bij de IND heeft doorlopen, kan de registratie ook worden verricht door de IND in het aanmeldcentrum Ter Apel of Budel.

De vreemdeling vult na aanmelding bij de aanmeldunit van de AVIM of bij de KMar een aanmeldformulier in.

Onderzoek tijdens de aanmeldfase

De ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen (KMar/AVIM) verricht tijdens de aanmeldfase in ieder geval onderzoek naar:

  • de identiteit, nationaliteit en reisroute van de vreemdeling;

  • de vingerafdrukken van de vreemdeling; en

  • documenten, bescheiden en gegevensdragers van de vreemdeling.

Dit onderzoek kan doorlopen in de rust- en voorbereidingstermijn of nog tijdens de rust- en voorbereidingstermijn worden opgestart.

Indiening van de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

De vreemdeling of zijn wettelijke vertegenwoordiger dient de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in bij de AVIM in het aanmeldcentrum Ter Apel of bij de KMar op de brigade, waar de vreemdeling zich bij KMar heeft gemeld. Als de vreemdeling al is geïdentificeerd door de AVIM of KMar of al eerder een procedure bij de IND heeft doorlopen, kan de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ook bij de IND in het aanmeldcentrum Ter Apel of Budel ondertekend worden.

De IND kan in een individueel geval een van de andere aanmeldcentra of een andere locatie, niet zijnde een aanmeldcentrum, aanwijzen. De vreemdeling dient de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd conform artikel 3.108c Vb zo snel mogelijk in nadat hij op de in artikel 3.108 Vb voorgeschreven wijze kenbaar heeft gemaakt deze aanvraag te willen indienen en de AVIM/KMar de handelingen in het kader van de vaststelling van de identiteit en nationaliteit heeft verricht.

In afwijking van de regel over het indienen van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd gelden aparte beleidsregels voor de vreemdeling:

  • die aan de buitengrens heeft aangegeven een aanvraag te willen indienen en aan wie het besluit omtrent de toegangsweigering is uitgesteld (zie paragraaf C1/2.5 Vc); of

  • die een tweede of volgende aanvraag wil indienen (zie paragraaf C1/2.9 Vc); of

  • die een lastminuteaanvraag wil indienen (zie paragraaf C1/2.9 Vc); of

  • die vanuit vreemdelingenbewaring een aanvraag indient (zie paragraaf C1/2.10 Vc).

De IND merkt de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd die op een ander dan het door de IND aangewezen moment of locatie of op een andere dan de hierboven beschreven wijze wordt ingediend, aan als een onvolledige aanvraag. Een onvolledige aanvraag doet de termijnen van de rust- en voorbereidingstermijn en de algemene asielprocedure niet aanvangen.

Zodra de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd is ingediend, verstrekt de IND aan de vreemdeling:

  • de informatiebrochure ‘Deel A: Informatie over de Dublinverordening voor personen die om internationale bescherming verzoeken’, conform artikel 4 van Verordening (EU) nr. 604/2013; en

  • de informatiebrochure over de aanmeldfase.

De IND maakt aan de hand van het onderzoek van de AVIM/KMar en de gegevens op het aanmeldformulier een inschatting van de procedure die voor de behandeling van de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd zal worden gevolgd:

Onderzoek en inname van documenten

De ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen (AVIM) neemt originele documenten voor grensoverschrijding en/of identiteitsdocumenten van de vreemdeling in voor onderzoek naar de authenticiteit van de documenten. De vreemdeling ontvangt:

  • een bewijs van ontvangst waarin de ingenomen documenten staan benoemd;

  • een kopie van de ingenomen documenten; en

  • een informatiebrochure over de gevolgen voor de vreemdeling van het innemen van de documenten.

Als de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd van de vreemdeling wordt ingewilligd, geeft de ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen (KMar/AVIM) de documenten voor grensoverschrijding en/of identiteitsdocumenten terug aan de vreemdeling. Deze ambtenaar stelt een rapportage over de authenticiteit van de documenten ter beschikking aan de vreemdeling.

Als de ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen (KMar/AVIM) heeft geconcludeerd dat de documenten voor grensoverschrijding en/of identiteitsdocumenten vals of vervalst zijn, geeft deze ambtenaar deze documenten niet terug aan de vreemdeling. Valse of vervalste documenten worden definitief aan het rechtsverkeer onttrokken.

Als de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd van de vreemdeling wordt afgewezen, duurt de grondslag voor het innemen en onder zicht houden van de ingenomen documenten voor grensoverschrijding en/of identiteitsdocumenten als bedoeld in artikel 4.23, eerste lid aanhef en onder d, Vb voort tot het moment waarop de vreemdeling daadwerkelijk vertrekt. Onder daadwerkelijk vertrek in de zin van artikel 52, tweede lid, Vw wordt verstaan het metterdaad verlaten van het Schengengebied. In dat geval worden de documenten de vreemdeling ter beschikking gesteld op de Luchthaven Schiphol waar hij het document direct voor uitreis kan ophalen.

Als de vreemdeling door het overleggen van een vliegtuigticket aantoont dat hij op het punt staat om te vertrekken uit het Schengengebied via een luchthaven die buiten Nederland is gelegen, of hij vertrekt naar een plaats in het Schengengebied waar zijn verblijf rechtmatig is, worden de ingenomen documenten voor grensoverschrijding en/of identiteitsdocumenten hem ter beschikking gesteld op het moment dat de vreemdeling Nederland verlaat, tenzij er aanknopingspunten zijn dat de vreemdeling niet te goeder trouw handelt.

Als de vreemdeling aannemelijk maakt dat hij het document nodig heeft om zijn vertrek voor te bereiden of voor een andere handeling in het Nederlandse rechtsverkeer die zich verhoudt met zijn verblijfsstatus, wordt hij gefaciliteerd door de DT&V. Dit kan betekenen dat een medewerker van de DT&V de vreemdeling vergezelt. Op verzoek wordt de vreemdeling een kopie van de ingenomen documenten voor grensoverschrijding en/of identiteitsdocumenten ter beschikking gesteld.

Als de ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen (KMar/AVIM) andere bewijsmiddelen bij de vreemdeling heeft aangetroffen dan documenten voor grensoverschrijding en/of identiteitsdocumenten, verstrekt hij deze aan de IND. De IND onderzoekt de authenticiteit van deze documenten.

De IND verstrekt de vreemdeling, van wie bewijsmiddelen worden ingenomen:

  • een bewijs van ontvangst, waarin de ingenomen bewijsmiddelen staan benoemd;

  • een kopie van de ingenomen bewijsmiddelen; en

  • een informatiefolder.

De IND neemt een kopie van deze bewijsmiddelen op in het dossier van de vreemdeling.

De IND geeft de bewijsmiddelen terug aan de vreemdeling nadat het onderzoek is afgerond met een rapportage over de authenticiteit van de onderzochte bewijsmiddelen.

De IND geeft de bewijsmiddelen niet terug aan de vreemdeling als de IND heeft geconcludeerd dat de bewijsmiddelen vals of vervalst zijn.

De IND zendt de resultaten van onderzoek zo snel mogelijk na ontvangst aan de vreemdeling of zijn gemachtigde.

Aanmeldcentra

Waar in het Vreemdelingenbesluit wordt gesproken over het ‘Aanmeldcentrum′, wordt gedoeld op de volgende locaties die door de IND zijn ingericht als aanmeldcentrum:

  • Aanmeldcentrum Ter Apel

  • Aanmeldcentrum Budel

  • Aanmeldcentrum Den Bosch

  • Aanmeldcentrum Zevenaar

  • Aanmeldcentrum Schiphol (gevestigd in het Justitieel Complex Schiphol)

  • Aanmeldcentrum West

Beschikbaarheid tijdens de asielprocedure

De IND verstrekt aan de vreemdeling met het oog op zijn beschikbaarheid tijdens de asielprocedure (inclusief de Dublinprocedure) een aanwijzing door middel van model M117-C, waarin staat aangegeven in welke plaats of locatie hij zich gedurende die periode dient op te houden. De IND licht de aanwijzing mondeling toe. Voor de Dublinprocedure wordt de aanwijzing door middel van model M117-C verstrekt op de dag dat de IND een gehoor afneemt in de zin van artikel 3.109c, vierde lid, Vb.

De IND beoordeelt op verzoek van de vreemdeling of de beschikbaarheid van de vreemdeling tijdens de asielprocedure nog langer nodig is. De beschikbaarheid van de vreemdeling is niet meer nodig als de IND geen processtappen meer voorziet waarvoor de aanwezigheid van de vreemdeling noodzakelijk is.

Antecedentenverklaring

De IND vraagt aan elke vreemdeling van 12 jaar en ouder om bij zijn asielaanvraag de antecedentenverklaring (conform bijlage 12 VV 2000) in te vullen en te ondertekenen. De vreemdeling verklaart daarin onder meer of hij voor een strafbaar feit is veroordeeld en of hij op het moment van zijn aanvraag niet aan een strafvervolging is onderworpen. Daarnaast dient de vreemdeling te verklaren zich niet schuldig te hebben gemaakt aan gedragingen als bedoeld in artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag, en dat er in een andere Europese lidstaat nooit een inreisverbod aan hem is opgelegd. Als de vreemdeling deze vragen niet wil beantwoorden, zal de IND hier gevolgen aan verbinden. Hier zal de vreemdeling dan onder meer uitvoerig over bevraagd worden. Als blijkt dat de vreemdeling de verklaring feitelijk onjuist heeft ingevuld, doordat hij bijvoorbeeld ooit is veroordeeld, of schuldig is aan gedragingen als bedoeld in artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag, terwijl hij daar op de antecedentenverklaring geen melding van heeft gemaakt, dan staat vast dat hij deze verklaring onjuist heeft ingevuld en daarmee onjuiste gegevens heeft verstrekt (zie ook paragraaf C1/4 Vc inzake het verstrekken van onjuiste gegevens).

Onderzoek naar de toepasbaarheid van Verordening (EU) 604/2013 (Dublin)

Na indiening van de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd start de IND conform artikel 20, eerste lid van Verordening (EU) 604/2013 met het onderzoek welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van die aanvraag.

Voor dit onderzoek verricht de IND, de AVIM en/of de ambtenaar belast met de grensbewaking onderzoek naar de vingerafdrukken van de vreemdeling in EU VIS en Eurodac.

Als de IND de aanvraag vermoedelijk niet in behandeling zal nemen op grond van artikel 30 Vw, behandelt de IND de aanvraag conform artikel 3.109c Vb in de Dublinprocedure. De IND neemt een gehoor af als bedoeld in artikel 3.109c, vierde lid, Vb. Dit gehoor wordt aangeduid als een Dublin gehoor.

Zie voor het verdere verloop van de Dublinprocedure paragraaf C1/2.6 VC.

Onderzoek of de vreemdeling afkomstig is uit een veilig land van herkomst, EU onderdaan is of reeds internationale bescherming geniet

Wanneer de aanvraag vermoedelijk kennelijk ongegrond of niet-ontvankelijk zal worden verklaard vanwege één van de in artikel 3.109ca, eerste lid, Vb genoemde gronden, neemt de IND, na het indienen van de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, een gehoor als bedoeld in artikel 3.109ca, vierde lid, Vb af. Zie paragraaf C1/2.7 Vc voor de verdere procedure.

Het aanmeldgehoor

Wanneer de IND inschat dat de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd zal worden behandeld in de algemene asielprocedure, neemt de IND een aanmeldgehoor af als bedoeld in artikel 3.108d, zesde lid, Vb. De IND neemt ook een aanmeldgehoor af bij niet alleenstaande minderjarige vreemdelingen vanaf vijftien jaar (die zelfstandig een aanvraag hebben ingediend) en bij alleenstaande minderjarige vreemdelingen vanaf twaalf jaar.

De vragen die de IND tijdens het aanmeldgehoor stelt, betreffen onder andere vragen over:

  • de personalia van de vreemdeling;

  • de geboorteplaats en geboortedatum;

  • de nationaliteit, religie en etnische afkomst;

  • de datum van vertrek uit het land van herkomst;

  • de datum van de aankomst in Nederland;

  • eventueel verblijf in derde landen;

  • het bezit van een paspoort en identiteitsdocumenten;

  • de reisroute;

  • genoten opleiding;

  • militaire dienst;

  • werkzaamheden in land van herkomst;

  • leefomgeving/levensloop en gezins- en familieleden.

Daarnaast vraagt de IND naar een korte opgave van de asielmotieven.

De IND kan bij alleenstaande minderjarige vreemdelingen jonger dan twaalf jaar een aanmeldgehoor afnemen. De IND vraagt in dat geval uitsluitend naar de volgende gegevens:

  • personalia (naam, voornamen, geboortedatum en -plaats);

  • nationaliteit;

  • spreekta(a)l(en);

  • laatste adres in het land van herkomst;

  • etnische afkomst;

  • religie;

  • gezins- of familieleden woonachtig in Nederland;

  • gezinssamenstelling in het land van herkomst (de namen van de vader, de moeder en eventuele (half-)broers en (half-)zussen, en eventuele overige familieleden); en

  • schoolopleiding en naam van de school.

Opgave van asielmotieven tijdens de aanmeldfase

De IND vraagt de vreemdeling conform artikel 3.108, vierde lid, Vb tijdens de aanmeldfase naar een korte opgave van de asielmotieven. Doel van het kort informeren naar asielmotieven is het bevorderen van een efficiënte en zorgvuldige afhandeling van de asielaanvraag. De IND vraagt hiernaar in het aanmeldformulier en/of tijdens het aanmeldgehoor. De IND stelt tijdens het aanmeldgehoor geen verdiepende vragen naar aanleiding van de opgegeven asielmotieven. De IND betrekt de afgelegde verklaringen over de asielmotieven zoals vermeld in het aanmeldformulier en/of tijdens het aanmeldgehoor niet bij de beoordeling van de inwilligbaarheid van de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Dit is wel mogelijk als de verklaringen betrekking hebben op daden als bedoeld in artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag, andere zware strafbare feiten of relevant zijn in het kader van de bescherming van de nationale veiligheid. De IND kan de overige tijdens de aanmeldfase afgelegde verklaringen wel betrekken bij de beoordeling van de inwilligbaarheid van de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd.

Na afronding van het aanmeldgehoor, eindigt de aanmeldfase. De IND verstrekt een afschrift van het rapport van aanmeldgehoor aan de gemachtigde. De vreemdeling mag schriftelijk op het rapport van aanmeldgehoor reageren door het indienen van correcties en aanvullingen.

Leeftijdsschouw

Bij een alleenstaande minderjarige vreemdeling die zijn minderjarigheid niet met authentieke identiteitsdocumenten kan aantonen, vindt tijdens de aanmeldfase een leeftijdsschouw plaats. De leeftijdsschouw bestaat uit twee sessies die de volgende samenstelling hebben:

  • een sessie met één ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen en één sessie met twee medewerkers van de IND, dan wel;

  • een sessie met twee ambtenaren belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen en één sessie met één medewerker van de IND.

De medewerkers beoordelen per sessie onafhankelijk van de andere sessie of er sprake is van:

  • evidente meerderjarigheid op basis van uiterlijke kenmerken en verklaringen van de vreemdeling die stelt minderjarig te zijn;

  • evidente minderjarigheid op basis van uiterlijke kenmerken en verklaringen van de vreemdeling die stelt meerderjarig te zijn, of;

  • twijfel over de opgegeven leeftijd.

Per sessie zien de ambtenaren de vreemdeling apart van de andere sessie en elke sessie trekt een eigen conclusie. Er dient unaniem, dat wil zeggen door beide sessies, geoordeeld te zijn om tot evidente meerder- of minderjarigheid te kunnen concluderen. De ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen en de medewerker van de IND zorgen ervoor dat de conclusie dat een vreemdeling evident meerderjarig, evident minderjarig is of dat er twijfel bestaat over de opgegeven leeftijd, wordt opgenomen in het dossier van de vreemdeling.

Bij de beoordeling worden alle volgende aspecten van de vreemdeling betrokken:

  • uiterlijke kenmerken;

  • het gedrag;

  • de verklaringen;

  • eventuele andere relevante omstandigheden.

De IND kan de vreemdeling een leeftijdsonderzoek aanbieden als uit de leeftijdsschouw niet blijkt dat de vreemdeling evident meerderjarig- of minderjarig is. Zie paragraaf C1/2.2 Vc.

2.2. De rust- en voorbereidingstermijn

2.3. De algemene asielprocedure

2.4. De verlengde asielprocedure

2.5. De Grensprocedure

2.6. De Dublinprocedure

2.7. De procedure voor vreemdelingen afkomstig uit een veilig land van herkomst, EU-onderdanen of vreemdelingen die reeds internationale bescherming genieten

2.8. Bijzondere procedurele bepalingen bij een aanzienlijke toename van het aantal asielaanvragen

2.8.1. De procedure bij voorzienbare inwilliging
2.8.2. Bijzondere vervolgprocedure

2.9. De procedure bij een tweede of volgende aanvraag

2.10. De procedure bij een aanvraag vanuit vreemdelingenbewaring

2.11. Het (nader) gehoor

2.12. Voornemenprocedure

2.13. Het geven van de beschikking

2.13.1. Beslistermijn algemeen
2.13.2. Beslistermijn nareis

3. De procedure bij intrekking en verlenging van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

3.1. De procedure bij intrekking van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

3.1.1. Voornemen in de intrekkingsprocedure
3.1.2. Zienswijze
3.1.2.1. Uitstel voor het indienen van de zienswijze
3.1.3. Het intrekkingsgehoor
3.1.4. Reactietermijn intrekkingsgehoor
3.1.5. Beschikking in de intrekkingsprocedure
3.1.6. Intrekking verblijfsvergunning op verzoek
3.1.7. Buitenlands adres

3.2. De procedure bij aanvraag verlenging van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

3.2.1. Indiening aanvraag om verlenging
3.2.2. Ingangsdatum verblijfsvergunning asiel bij niet tijdige aanvraag
3.2.3. Verlopen verblijfsvergunning asiel bepaalde tijd

4. Beoordelen van de asielaanvraag

4.1. Volgorde van toetsing

4.2. Uitgangspunten beoordeling asielverzoek

4.2.1. Samenwerkverplichting
4.2.2. Het verzamelen van informatie
4.2.2.1. Algemeen
4.2.2.2. Documenten
4.2.2.3. Algemene situatie in het land van herkomst
4.2.3. Vaststelling van het asielmotief

4.3. Beoordeling van de geloofwaardigheid

4.3.1. Het onderzoek naar documenten
4.3.2. Geen of onvoldoende onderbouwing asielmotief met documenten
4.3.2.1. Artikel 31, zesde lid, aanhef en onder a, Vw
4.3.2.2. Artikel 31, zesde lid, aanhef en onder b, Vw
4.3.2.3. Artikel 31, zesde lid, aanhef en onder c, Vw
4.3.2.4. Artikel 31, zesde lid, aanhef en onder d, Vw
4.3.2.5. Artikel 31, zesde lid, aanhef en onder e, Vw
4.3.2.6. Eindconclusie geloofwaardigheidsbeoordeling

4.4. De risico-inschatting

4.5. Beoordeling van de zwaarwegendheid

4.6. Forensisch medisch onderzoek

4.7. Leeftijdsonderzoek

4.8. Ambtshalve toets

4.9. Beoordeling van opvolgende aanvragen tot een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

4.10. Hervestigingscriteria

C2. De verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

1. Inleiding

2. Algemene beleidsregels ten aanzien van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

2.1. Algemeen

2.2. Land van herkomst

2.3. Individualiseringsvereiste

2.4. Risicoprofielen

2.5. Afdoeningsgronden

3. Internationale bescherming

3.1. Algemeen

3.2. Artikel 29 eerste lid, aanhef en onder a Vw , vluchtelingschap

3.2.1. Algemeen
3.2.2. De uitsluitingsgronden van het Vluchtelingenverdrag
3.2.2.1. Artikel 1D Vluchtelingenverdrag
3.2.2.2. Artikel 1E van het Vluchtelingenverdrag
3.2.2.3. Artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag
3.2.3. Groepsvervolging
3.2.4. Risicoprofielen
3.2.5. Uitgangspunten beoordeling gronden van vervolging in de zin van artikel 1A Vluchtelingenverdrag
3.2.5.1. Godsdienst
3.2.5.2. Sociale groep
3.2.5.2.1. Vrouwen
3.2.5.2.2. Seksuele gerichtheid
3.2.5.3. Politieke overtuiging
3.2.6. Discriminatie
3.2.7. Vervolging wegens dienstweigering of desertie
3.2.8. Refugié sur place
3.2.9. Als de UNHCR de vreemdeling heeft erkend als Verdragsvluchteling
3.2.10. Aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd bij een Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging
3.2.11. Commune delicten

3.3. Ernstige schade als bedoeld in artikel 29 eerste lid, aanhef en onder b, Vw

3.3.1. Algemeen
3.3.2. Artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw (artikel 15, onder a en b, van de Kwalificatierichtlijn, 2011/95/EG)
3.3.2.1. Systematische blootstelling
3.3.2.2. Eerdere confrontatie met wandaden
3.3.2.3. Individuele kenmerken
3.3.2.4. Medische omstandigheden
3.3.3. Artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw (artikel 15, onder c, van de Kwalificatierichtlijn, 2011/95/EG)
3.3.3.1. Algemeen
3.3.3.2. Internationaal of binnenlands gewapend conflict en willekeurig geweld
3.3.3.3. Gradaties van willekeurig geweld als gevolg van een internationaal of binnenlands gewapend conflict

3.4. Bescherming autoriteiten en beschermingsalternatief

4. Nationale bescherming

4.1. Artikel 29, tweede lid, onder a, b of c, Vw , afgeleide verblijfsvergunning

4.1.1. Algemeen
4.1.2. Integrale beoordeling identiteit en feitelijke gezinsband
4.1.2.1. Biologische gezinsbanden
4.1.2.2. Niet-biologische gezinsbanden
4.1.2.3. De referent is een amv
4.1.3. Bijzonderheden
4.1.4. Procedurele regels
4.1.5. Bewijsmiddelen

5. Niet in behandeling nemen

6. Niet-ontvankelijk

6.1. Bescherming in andere EU-lidstaat

6.2. Erkend als vluchteling of bescherming in een derde land

6.3. Veilig derde land

6.4. Opvolgende aanvraag zonder nieuwe elementen of bevindingen

6.5. Reeds in bezit van verblijfsvergunning op grond van artikel 29, eerste lid, Vw

7. Gegrond, ongegrond en kennelijk ongegrond

7.1. Aangelegenheden die niet ter zake doen

7.2. Veilig land van herkomst

7.3. Misleiden omtrent identiteit of nationaliteit en/of informatie achterhouden

7.4. Waarschijnlijk, te kwader trouw, een identiteits- of reisdocument vernietigd of zich daarvan ontdaan

7.5. Kennelijk inconsequente en tegenstrijdige, kennelijk valse of duidelijk onwaarschijnlijke verklaringen

7.6. Uitzetting of overdracht uitstellen of verijdelen

7.7. Opvolgende aanvraag die niet niet-ontvankelijk is verklaard

7.8. Zonder gegronde reden niet zo snel mogelijk gemeld

7.9. Weigeren vingerafdrukken

7.10. Openbare orde, nationale veiligheid

7.10.1. Inleiding
7.10.2. Algemene uitgangspunten
7.10.2.1. Individuele beoordeling
7.10.2.2. Verjaringstermijnen
7.10.2.3. In het buitenland gepleegde strafbare feiten
7.10.2.4. Minderjarige vreemdelingen
7.10.3. Openbare orde en artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a, Vw
7.10.3.1. Bijzonder ernstig misdrijf
7.10.3.2. Gevaar voor de gemeenschap
7.10.3.3. EU openbare orde criterium
7.10.3.4. Evenredigheidstoets
7.10.3.5. Ambtshalve toets
7.10.3.6. Besluit tot signalering of terugkeerbesluit en inreisverbod
7.10.4. Openbare orde en artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw
7.10.4.1. Ernstig misdrijf
7.10.4.2. Gevaar voor de gemeenschap
7.10.4.3. EU openbare orde criterium
7.10.4.4. Evenredigheidstoets
7.10.4.5. Ambtshalve toets
7.10.4.6. Besluit tot signalering of terugkeerbesluit en inreisverbod
7.10.5. Openbare orde en artikel 29, tweede lid, onder a, b en c, Vw
7.10.5.1. Evenredigheidstoets
7.10.5.2. Ambtshalve toets
7.10.5.3. Terugkeerbesluit en besluit inreisverbod
7.10.6. Afwijzing van een asielaanvraag als kennelijk ongegrond op grond van openbare orde
7.10.6.1. Terugkeerbesluit en inreisverbod
7.10.7. Artikel 1F, Vluchtelingenverdrag
7.10.7.1. Artikel 1F aanhef en onder a, Vluchtelingenverdrag
7.10.7.2. Artikel 1F aanhef en onder b, Vluchtelingenverdrag
7.10.7.2.1. Politieke misdrijven
7.10.7.2.2. Niet-politieke misdrijven
7.10.7.2.3. Beoordeling ernstige misdrijven in de zin van artikel 1F, aanhef en onder b, van het Vluchtelingenverdrag
7.10.7.2.4. Absolute politieke misdrijven in de zin van artikel 1F, aanhef en onder b, van het Vluchtelingenverdrag
7.10.7.2.5. Factoren voor het wel of niet toepassen van de uitsluitingsgrond
7.10.7.3. Artikel 1F aanhef en onder c, Vluchtelingenverdrag
7.10.7.4. Bewijslast en verantwoordelijkheid
7.10.7.4.1. ‘Knowing participation’
7.10.7.4.2. ‘Personal participation’
7.10.7.5. Persoonlijke vrijwaren van verantwoordelijkheid
7.10.7.5.1. Handelen op bevel
7.10.7.5.2. Dwang
7.10.7.5.3. Zelfverdediging
7.10.7.6. Duurzaamheid en proportionaliteit
7.10.7.7. Gezinsleden en artikel 1F Vluchtelingenverdrag

7.11. Onder dwang uitgezet wegens openbare veiligheid of openbare orde

8. Buiten behandeling stellen

9. Nadere bepalingen over de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

10. Intrekking en verlenging van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

10.1. Algemeen

10.1.1. Evenredigheid van de intrekking
10.1.2. Intrekking verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd
10.1.3. De ex tunc toets
10.1.4. De ex nunc toets
10.1.5. Ambtshalve toets
10.1.6. Terugkeerbesluit
10.1.7. Inreisverbod en ongewenstverklaring

10.2. De vreemdeling heeft onjuiste gegevens verstrekt of gegevens achtergehouden die tot afwijzing van de aanvraag zouden hebben geleid ( artikel 32, eerste lid, aanhef en onder a Vw ).

10.2.1. Algemeen
10.2.1.1. Ex tunc toets
10.2.1.2. Ex nunc toets
10.2.2. 1F

10.3. Gevaar voor de openbare orde of de nationale veiligheid ( artikel 32, eerste lid, aanhef en onder b, Vw )

10.3.1. Algemeen
10.3.1.1. Ex tunc toets
10.3.1.2. Ex nunc toets
10.3.2. Terugkeerbeletsel
10.3.3. Verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a, Vw
10.3.4. Verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw
10.3.5. Verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd verleend op grond van artikel 29, tweede lid, Vw (afgeleide verblijfsvergunning voor nareizende gezinsleden)
10.3.6. Verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd verleend op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder c of d, Vw
10.3.7. Gevaar voor de nationale veiligheid

10.4. De grond voor verlening is komen te vervallen ( artikel 32, eerste lid, aanhef en onder c, Vw )

10.4.1. Algemeen
10.4.1.1. Ex tunc toets
10.4.1.2. Ex nunc toets
10.4.2. Wijziging in de algemene situatie in het land van herkomst
10.4.3. Vrijwillige terugkeer naar het land van herkomst
10.4.3.1. Verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a, Vw
10.4.4. Verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, Vw is verlopen en er is geen aanvraag om verlenging of aanvraag verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd ingediend
10.4.5. Verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef onder a of b, Vw , als de vreemdeling uit Nederland is vertrokken
10.4.6. Verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder c, Vw zoals dat luidde op de dag voorafgaand aan de wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het herschikken van de gronden voor asielverlening
10.4.7. Verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder d, Vw , zoals dat luidde op de dag voorafgaand aan de wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het herschikken van de gronden voor asielverlening
10.4.8. Verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, tweede lid, Vw

10.5. De vreemdeling heeft zijn hoofdverblijf buiten Nederland gevestigd ( artikel 32, eerste lid, aanhef en onder d, Vw )

10.5.1. Algemeen
10.5.1.1. Ex tunc toets
10.5.1.2. Ex nunc toets

10.6. De huwelijks- of gezinsband is verbroken ( artikel 32, eerste lid, aanhef en onder e, Vw )

10.6.1. Algemeen
10.6.2. Ex tunc toets
10.6.3. Ex nunc toets
10.6.4. Overgangsrecht

11. Rechtsmiddelen

C3. Moratoria

1. Inleiding

2. Besluitmoratorium

3. Vertrekmoratorium

C4. Tijdelijke bescherming

1. Inleiding

2. Tijdelijke bescherming

C5. De verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd

1. Inleiding

2. De procedure bij verlening van de verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd

2.1. Indiening aanvraag

2.2. Ingangsdatum verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd

2.3. Overgangsrecht

2.4. Arbeidsmarktaantekening

2.5. Verblijfsdocument

2.6. Vervangen/vernieuwen verblijfsdocument

3. Afwijzingsgronden verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd

4. Intrekking verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd

4.1. Algemeen

4.1.1. Evenredigheid van de intrekking
4.1.2. Herbeoordeling verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd
4.1.3. De ex tunc toets
4.1.4. De ex nunc toets
4.1.5. Ambtshalve toets
4.1.6. Intrekking verblijfsvergunning op aanvraag

4.2. De vreemdeling heeft onjuiste gegevens verstrekt of gegevens achtergehouden die tot afwijzing van de aanvraag zouden hebben geleid ( artikel 35, eerste lid, aanhef en onder a, Vw )

4.2.1. Algemeen

4.3. De vreemdeling is bij onherroepelijk geworden rechterlijk vonnis veroordeeld wegens een misdrijf waartegen een gevangenisstraf van drie jaren of meer is bedreigd, dan wel hem terzake de maatregel, bedoeld in artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht , is opgelegd ( artikel 35, eerste lid, aanhef en onder b, Vw )

4.3.1. Algemeen
4.3.2. Verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd waarop de internationale beschermingsstatus van toepassing is
4.3.3. Oorspronkelijke verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd verleend op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder c of d, Vw of een oorspronkelijke verblijfsvergunning verleend voor invoering van de Vw 2000
4.3.4. Oorspronkelijke verblijfsverblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd verleend is afgegeven op grond van artikel 29, tweede lid, Vw

4.4. De vreemdeling heeft zijn hoofdverblijf buiten Nederland gevestigd ( artikel 35, eerste lid, aanhef en onder c, Vw )

4.4.1. Verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd waarop de internationale beschermingsstatus van toepassing is
4.4.2. Verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd waarop de Kwalificatierichtlijn niet van toepassing is

4.5. De vreemdeling vormt een gevaar voor de nationale veiligheid ( artikel 35, eerste lid, aanhef en onder d, Vw )

C6. Verdrag inzake de verantwoordelijkheid voor vluchtelingen

1. Inleiding

2. Europese Overeenkomst inzake de overdracht van verantwoordelijkheid met betrekking tot vluchtelingen

C7. Landgebonden beleid

1. Landgebonden asielbeleid algemeen

1.2. Veilige landen van herkomst

2. Het asielbeleid ten aanzien van Afghanistan

2.1. Besluitmoratorium

2.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

2.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

2.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
2.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
2.3.2.1. Toelichting vrouwen

2.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

2.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
2.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
2.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
2.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

2.5. Bescherming

2.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc
2.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

2.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

2.7. Vertrekmoratorium

3. Gereserveerd

4. Gereserveerd

5. Het asielbeleid ten aanzien van Azerbeidzjan

5.1. Besluitmoratorium

5.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

5.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

5.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
5.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

5.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

5.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
5.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
5.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
5.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

5.5. Bescherming

5.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/4.3 Vc
5.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

5.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

5.7. Vertrekmoratorium

6. Het asielbeleid ten aanzien van Belarus

6.1. Besluitmoratorium

6.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

6.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

6.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
6.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

6.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

6.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
6.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
6.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
6.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

6.5. Bescherming

6.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc
6.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

6.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

6.7. Vertrekmoratorium

7. Gereserveerd

8. Gereserveerd

9. Het asielbeleid ten aanzien van China

9.1. Besluitmoratorium

9.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

9.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

9.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
9.3.1.1. Toelichting Tibetanen
9.3.1.2. Toelichting Xie jiao
9.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

9.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

9.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
9.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
9.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
9.4.1.3. Vreemdelingen die illegaal China zijn uitgereisd
9.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

9.5. Bescherming

9.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc
9.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

9.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

9.7. Vertrekmoratorium

9.8. Bijzonderheden

10. Het asielbeleid ten aanzien van Colombia

10.1. Besluitmoratorium

10.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

10.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

10.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3  Vc
10.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4  Vc

10.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

10.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2  Vc
10.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1  Vc
10.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4  Vc
10.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3  Vc

10.5. Bescherming

10.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4  Vc
10.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4  Vc

10.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

10.7. Vertrekmoratorium

11. Het asielbeleid ten aanzien van Congo DRC (Democratische Republiek Congo)

11.1. Besluitmoratorium

11.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

11.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

11.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
11.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

11.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

11.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
11.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
11.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
11.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

11.5. Bescherming

11.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc
11.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

11.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

11.7. Vertrekmoratorium

12. Het asielbeleid ten aanzien van Egypte

12.1. Besluitmoratorium

12.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

12.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

12.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
12.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

12.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

12.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
12.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
12.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
12.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

12.5. Bescherming

12.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc
12.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

12.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

12.7. Vertrekmoratorium

13. Het asielbeleid ten aanzien van Eritrea

13.1. Besluitmoratorium

13.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

13.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

13.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
13.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

13.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

13.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
13.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
13.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
13.4.1.3. Illegale uitreis
13.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

13.5. Bescherming

13.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc
13.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief

13.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

13.7. Vertrekmoratorium

13.8. Bijzonderheden

14. Het asielbeleid ten aanzien van Ethiopië

14.1. Besluitmoratorium

14.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

14.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

14.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
14.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

14.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

14.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
14.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
14.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
14.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

14.5. Bescherming

14.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc
14.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

14.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

14.7. Vertrekmoratorium

15. Het asielbeleid ten aanzien van Guinee

15.1. Besluitmoratorium

15.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

15.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

15.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
15.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

15.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

15.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
15.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
15.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
15.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

15.5. Bescherming

15.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc
15.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

15.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

15.7. Vertrekmoratorium

16. Het asielbeleid ten aanzien van Irak

16.1. Besluitmoratorium

16.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

16.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

16.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
16.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
16.3.2.1. Toelichting alleenstaande vrouwen

16.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

16.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
16.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
16.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
16.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

16.5. Bescherming

16.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc
16.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

16.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

16.7. Vertrekmoratorium

16.8. Bijzonderheden

17. Het asielbeleid ten aanzien van Iran

17.1. Besluitmoratorium

17.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

17.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

17.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
17.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

17.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

17.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
17.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
17.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

17.5. Bescherming

17.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc
17.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

17.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

17.7. Vertrekmoratorium

18. Het asielbeleid ten aanzien van Ivoorkust

18.1. Besluitmoratorium

18.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

18.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

18.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
18.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

18.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

18.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
18.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
18.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
18.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

18.5. Bescherming

18.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc
18.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

18.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

18.7. Vertrekmoratorium

19. Het asielbeleid ten aanzien van Jemen

19.1. Besluitmoratorium

19.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

19.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

19.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
19.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

19.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

19.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
19.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
19.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
19.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

19.5. Bescherming

19.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc
19.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

19.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

19.7. Vertrekmoratorium

20. Het asielbeleid ten aanzien van Kameroen

20.1. Besluitmoratorium

20.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

20.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

20.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
20.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

20.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

20.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
20.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
20.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
20.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

20.5. Bescherming

20.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc
20.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

20.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

20.7. Vertrekmoratorium

21. Het asielbeleid ten aanzien van Libanon

21.1. Besluitmoratorium

21.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

21.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

21.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
21.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

21.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

21.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
21.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
21.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
21.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

21.5. Bescherming

21.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4. Vc
21.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

21.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

21.7. Vertrekmoratorium

21.8. Bijzonderheden

22. Het asielbeleid ten aanzien van Libië

22.1. Besluitmoratorium

22.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

22.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

22.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
22.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
22.3.2.1. Toelichting Gaddafi-loyalisten

22.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

22.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
22.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
22.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
22.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

22.5. Bescherming

22.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc
22.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

22.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

22.7. Vertrekmoratorium

23. Het asielbeleid ten aanzien van Mali

23.1. Besluitmoratorium

23.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

23.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

23.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
23.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

23.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

23.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
23.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
23.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
23.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

23.5. Bescherming

23.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/4.3 Vc
23.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

23.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

23.7. Vertrekmoratorium

24. Het asielbeleid ten aanzien van Nepal

24.1. Besluitmoratorium

24.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

24.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

24.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
24.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

24.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

24.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
24.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
24.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
24.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

24.5. Bescherming

24.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc
24.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

24.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

24.7. Vertrekmoratorium

25. Het asielbeleid ten aanzien van Nigeria

25.1. Besluitmoratorium

25.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

25.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

25.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
25.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

25.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

25.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
25.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
25.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
25.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

25.5. Bescherming

25.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc
25.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

25.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

25.7. Vertrekmoratorium

26. Het asielbeleid ten aanzien van Oekraïne

26.1. Besluitmoratorium

26.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

26.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

26.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
26.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

26.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

26.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
26.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
26.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
26.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

26.5. Bescherming

26.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc
26.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

26.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

26.7. Vertrekmoratorium

27. Het asielbeleid ten aanzien van Pakistan

27.1. Besluitmoratorium

27.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

27.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

27.3.1. Groepsvervolging in de zin van C2/3.2.3 Vc
27.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

27.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

27.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
27.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
27.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
27.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

27.5. Bescherming

27.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van C2/3.4 Vc
27.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van C2/3.4 Vc

27.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

27.7. Vertrekmoratorium

28. Het asielbeleid ten aanzien van de Palestijnse gebieden

28.1. Besluitmoratorium

28.2. De (staatloze) Palestijn uit de Palestijnse Gebieden die kort voor indiening van de asielaanvraag in Nederland daadwerkelijk bescherming of bijstand heeft genoten van de UNRWA

28.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

28.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
28.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

28.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

28.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
28.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
28.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
28.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

28.5. Bescherming

28.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc
28.5.2. (Binnenlands) beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

28.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

28.7. Vertrekmoratorium

29. Het asielbeleid ten aanzien van de Russische Federatie

29.1. Besluitmoratorium

29.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

29.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

29.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
29.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

29.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

29.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
29.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
29.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
29.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

29.5. Bescherming

29.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc
29.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

29.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

29.7. Vertrekmoratorium

30. Het asielbeleid ten aanzien van Somalië

30.1. Besluitmoratorium

30.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

30.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

30.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
30.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
30.3.2.1. Toelichting personen die werken bij, of door Al-Shabaab geassocieerd worden met, de overheid, AMISOM/ATMIS of andere internationale actoren
30.3.2.2. Toelichting alleenstaande vrouwen

30.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

30.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
30.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
30.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
30.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

30.5. Bescherming

30.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc
30.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

30.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

30.7. Vertrekmoratorium

31. Gereserveerd

32. Het asielbeleid ten aanzien van Sudan

32.1. Besluitmoratorium

32.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

32.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

32.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
32.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

32.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

32.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
32.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
32.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
32.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

32.5. Bescherming

32.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc
32.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

32.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

32.7. Vertrekmoratorium

33. Het asielbeleid ten aanzien van Syrië

33.1. Besluitmoratorium

33.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

33.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

33.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
33.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
33.3.3. Dienstweigering

33.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

33.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
33.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
33.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
33.4.1.3. Vreemdelingen die vanuit het buitenland terugkeren
33.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

33.5. Bescherming

33.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc
33.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

33.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

33.7. Vertrekmoratorium

34. Het asielbeleid ten aanzien van Turkije

34.1. Besluitmoratorium

34.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

34.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

34.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
34.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
34.3.3. Vervolging vanwege dienstweigering of desertie

34.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

34.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
34.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
34.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
34.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

34.5. Bescherming

34.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc
34.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

34.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

34.7. Vertrekmoratorium

35. Het asielbeleid ten aanzien van Uganda

35.1. Besluitmoratorium

35.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

35.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

35.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
35.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
35.3.2.1. Toelichting LHBTIQ+

35.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

35.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
35.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
35.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
35.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

35.5. Bescherming

35.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4
35.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

35.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

35.7. Vertrekmoratorium

36. Het asielbeleid ten aanzien van Venezuela

36.1. Besluitmoratorium

36.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

36.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag

36.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2.3 Vc
36.3.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc

36.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw

36.4.1. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, onderdeel 1° en 2°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.2 Vc
36.4.1.1. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3.2.1 Vc
36.4.1.2. Risicoprofielen in de zin van paragraaf C2/2.4 Vc
36.4.2. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3°, Vw als bedoeld in paragraaf C2/3.3.3 Vc

36.5. Bescherming

36.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc
36.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

36.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

36.7. Vertrekmoratorium

Bijlage [Vervallen per 01-04-2014]