Home

Besluit locatiegebonden subsidies 2005

Geldig vanaf 15 november 2009
Geldig vanaf 15 november 2009

Besluit locatiegebonden subsidies 2005

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 15-11-2009]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 28 juni 2005, nr. MJZ2005127310, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op de artikelen 81, tweede lid, en 88 van de Woningwet;

De Raad van State gehoord (advies van 1 september 2005, nr. W08.05.0277/V);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 27 september 2005, nr. MJZ2005182515, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 1

1.

In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. rechtstreekse regio: regio genoemd in bijlage 2, tabel A, kolom 1 ;

  2. niet-rechtstreekse regio: regio genoemd in bijlage 2, tabel B, kolom 2;

  3. tijdvak: periode die begint op 1 januari 2005 en eindigt op 31 december 2009;

  4. convenant woningbouwafspraken: convenant waarin afspraken zijn opgenomen tussen Onze Minister, een rechtstreekse regio en de provincie waarin het grondgebied van die rechtstreekse regio is gelegen, respectievelijk tussen Onze Minister en een provincie, omtrent de realisatie en subsidiëring van de bouw van woningen op het gebied van die rechtstreekse regio, respectievelijk op het gebied van de in die provincie gelegen niet-rechtstreekse regio’s;

  5. toevoeging aan de woningvoorraad: elke door nieuwbouw en door toevoeging anderszins gerealiseerde en gereedgemelde woning;

  6. eigenbouw: hetgeen het Centraal bureau voor de statistiek in de door dat bureau opgestelde woningstatistieken verstaat onder: andere particuliere opdrachtgevers;

  7. drempelpercentage: percentage van de toevoegingen aan de woningvoorraad in enig kalenderjaar, dat wordt gebruikt voor de berekening van het drempelaantal;

  8. drempelaantal: gedeelte van het aantal door eigenbouw nieuw gebouwde woningen, berekend met behulp van een van de in kolom 4 van bijlage 2 bij dit besluit opgenomen drempelpercentages;

  9. subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaalde periode ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens dit besluit;

  10. centrumgemeente: als zodanig in bijlage 1 bij dit besluit aangemerkte gemeente;

  11. ontvanger: rechtstreekse regio of provincie waaraan subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is verleend;

  12. woningtekort: het in procenten uitgedrukte tekort aan woningen;

  13. PRIMOS 2003: Prognose-, Informatie- en Monitoringsysteem 2003, ABF Research, Delft, november 2003.

2.

De gegevens omtrent de gerealiseerde aantallen eigenbouw en de gerealiseerde toevoegingen aan de woningvoorraad worden ontleend aan de door het Centraal bureau voor de statistiek opgestelde woningstatistieken, als voor de eerste maal volledig bekendgemaakt in het kalenderjaar dat direct volgt op het kalenderjaar waarop zij betrekking hebben.

Artikel 2

1.

Onze Minister kan een rechtstreekse regio of een provincie waarmee hij een convenant woningbouwafspraken heeft gesloten subsidie verlenen ten behoeve van:

  1. toevoegingen aan de woningvoorraad, en

  2. het realiseren van eigenbouw.

2.

Een provincie besteedt de haar ingevolge het eerste lid verleende subsidie uitsluitend aan het verlenen van subsidie aan de in die provincie gelegen niet-rechtstreekse regio’s, of aan de in bijlage 1 bij dit besluit onder die regio’s genoemde gemeenten, en verleent die subsidie slechts ten behoeve van de doeleinden, genoemd in het eerste lid, onder a en b.

3.

Een regio besteedt de haar ingevolge het eerste of tweede lid verleende subsidie uitsluitend aan het verlenen van subsidie aan de in bijlage 1 bij dit besluit onder die regio genoemde gemeenten, en verleent die subsidie slechts ten behoeve van de doeleinden, genoemd in het eerste lid, onder a en b.

4.

De bijlagen 1 en 2 bij dit besluit kunnen bij ministeriële regeling worden gewijzigd.

5.

Onze Minister berekent, uitgaande van de bestuurlijke indeling per 1 januari 2004, op basis van PRIMOS 2003, per rechtstreekse regio en provincie, alsmede voor de rechtstreekse regio’s en provincies gezamenlijk, het aantal in het tijdvak aan de woningvoorraad toe te voegen woningen dat nodig is om het op voet van PRIMOS 2003 berekende woningtekort per 1 januari 2010 te verminderen tot een woningtekort dat ligt op een door Onze Minister per rechtstreekse regio en provincie, alsmede voor de rechtstreekse regio’s en provincies gezamenlijk, te bepalen niveau.

Hoofdstuk 2. Het convenant woningbouwafspraken

Artikel 3

Artikel 4

Hoofdstuk 3. Subsidieplafonds

Artikel 5

Hoofdstuk 4. De subsidie ten behoeve van het realiseren van eigenbouw

Artikel 6

Artikel 7

Hoofdstuk 5. De subsidie ten behoeve van toevoegingen aan de woningvoorraad

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Hoofdstuk 6. De subsidie ten behoeve van toevoegingen aan de woningvoorraad in 2010 en de subsidie ten behoeve van het realiseren van eigenbouw in 2010

Artikel 14

Artikel 15

Hoofdstuk 7. Aanvullende informatie en terugvordering

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Hoofdstuk 8. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Bijlage 1. bij het besluit locatiegebonden subsidies 2005

Bijlage 2. bij het besluit locatiegebonden subsidies 2005

Bijlage 3 [Vervallen per 12-09-2007]

Bijlage 4 [Vervallen per 12-09-2007]

Bijlage 5 [Vervallen per 12-09-2007]