Vrijstellingsregeling plantenresten
Vrijstellingsregeling plantenresten
Opschrift
Aanhef
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
bermmaaisel: natuurlijk materiaal van in hoofdzaak plantaardige herkomst dat vrijkomt bij het maaien van grazige kruidenvegetaties, groeiend op wegbermen, langs of in watergangen en op waterkeringen en dat niet één of meer van de gevaarlijke eigenschappen als bedoeld in bijlage III bij de kaderrichtlijn afvalstoffen bezit,
aangrenzend perceel: perceel dat direct grenst aan de plaats waar het bermmaaisel vrijkomt of dat ligt binnen een afstand van maximaal 100 meter van de plaats waar het bermmaaisel vrijkomt,
landbouw- en bosbouwmateriaal: natuurlijk materiaal van in hoofdzaak plantaardige herkomst, afkomstig uit de landbouw of bosbouw, dat niet één of meer van de gevaarlijke eigenschappen als bedoeld in bijlage III bij de kaderrichtlijn afvalstoffen bezit,
natuurgebied: Natura 2000-gebied als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, van de Wet natuurbescherming dan wel een ander gebied met als hoofdfunctie natuur,
heideplagsel en maaisel: natuurlijk materiaal van in hoofdzaak plantaardige herkomst, afkomstig uit een natuurgebied, dat niet één of meer van de gevaarlijke eigenschappen als bedoeld in bijlage III bij de kaderrichtlijn afvalstoffen bezit.
Artikel 1a
Deze regeling berust op artikel 3, tweede lid, onder d, van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen.
Artikel 2
Als plantenresten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder d, van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen worden aangewezen:
bermmaaisel dat op of in de bodem wordt gebracht op de plaats of in de directe nabijheid daarvan waar dit is vrijgekomen, onder de voorwaarden die zijn gesteld in artikel 3,
landbouw- en bosbouwmateriaal dat op of in de bodem wordt gebracht op de plaats of in de directe nabijheid waarvan dit is vrijgekomen, onder de voorwaarden die zijn gesteld in artikel 4 in samenhang met artikel 3,
heideplagsel en maaisel dat vrijkomt binnen een natuurgebied en dat op of in de bodem wordt gebracht op de plaats of in de directe nabijheid daarvan waar dit is vrijgekomen, onder de voorwaarden die zijn gesteld in artikel 5.