Home

Inkomstenbelasting, kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning, beleggingsrecht eigen woning en vóór 2001 bestaande kapitaalverzekeringen in box 3

Geldig van 20 mei 2009 tot 18 december 2014
Geldig van 20 mei 2009 tot 18 december 2014

Inkomstenbelasting, kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning, beleggingsrecht eigen woning en vóór 2001 bestaande kapitaalverzekeringen in box 3

Besluit CPP2008/1118M

Voorafgaande besluiten
CPP2006/737M, CPP2008/288M
Opvolgende besluiten
BLKB2014/1763M
Versies van huidig besluit

Opschrift


[Regeling ingetrokken per 18-12-2014]

De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten:

Het besluit van 23 november 2006, nr. CPP2006/737M, wordt opnieuw uitgebracht. Dit besluit is geactualiseerd (o.a. met de spaarrekening eigen woning en het beleggingsrecht eigen woning) en aangevuld met nieuwe beleidsstandpunten. Ook zijn redactionele aanpassingen aangebracht die geen inhoudelijke wijzigingen behelzen.

1. Inleiding

In dit besluit zijn de beleidsstandpunten opgenomen op het terrein van de kapitaalverzekering eigen woning (KEW), spaarrekening eigen woning (SEW) en het beleggingsrecht eigen woning (BEW). Met ingang van 1 januari 2008 geldt de fiscale faciliëring voor een KEW op overeenkomstige wijze ook voor een spaarrekening en een beleggingsrecht eigen woning. De voorwaarden die aan een KEW zijn gesteld, zijn zoveel mogelijk overgenomen voor de SEW en de BEW, behalve voor zover er verschillen zijn die voortkomen uit het verschil in karakter tussen verzekeringen en spaarrekeningen. Waar in dit besluit wordt gesproken over een SEW wordt eenvoudshalve ook een BEW bedoeld.

Ook zijn de beleidsstandpunten opgenomen over vóór 2001 gesloten kapitaalverzekeringen die met toepassing van de Invoeringswet zijn of worden omgezet in een KEW.

Daarnaast zijn de beleidsstandpunten opgenomen die met het oog op de toepassing van de Invoeringswet zijn ingenomen. Deze beleidsstandpunten zien op vóór 2001 gesloten kapitaalverzekeringen die niet zijn omgezet in een KEW. In vrijwel alle gevallen gaat het om kapitaalverzekeringen die behoren tot box 3. Voor dergelijke kapitaalverzekeringen blijft gedurende de gehele looptijd de Wet IB 1964 mede van toepassing.

De beleidsstandpunten uit het besluit van 3 juni 2008, nr. CPP2008/288M (Echtscheidingsbesluit; kapitaalverzekering eigen woning en ‘oude’ kapitaalverzekeringen) zijn in dit besluit opgenomen (paragrafen 2.1.2 en 7.5.4). Het echtscheidingsbesluit heeft daardoor zijn belang verloren en wordt ingetrokken.

Naast de aanpassingen van het besluit aan de SEW zijn in dit besluit nieuwe standpunten opgenomen over, dan wel toegevoegd aan de volgende onderwerpen:

  • Verzekering gesplitst in een KEW die uitkeert bij in leven zijn en een overlijdensuitkering die behoort tot de grondslag van box 3 (paragraaf 2.4).

  • SEW; doorschuiven bij overlijden; redelijke termijn (paragraaf 2.5).

  • Herstel administratieve fout met terugwerkende kracht voor kapitaalverzekeringen (paragraaf 2.6).

  • Wijziging wetgeving (WIA); premieverlaging voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid (paragraaf 3.1.5).

  • Aanpassing kapitaalverzekering bij echtscheiding; wijziging verzekerde persoon en premiebandbreedte (paragraaf 3.1.6).

  • Toerekening van betaalde premies of inleggelden aan de verzekerings- of contractjaren (paragraaf 3.5).

  • Vrijstellingen bij fictieve uitkeringen of deblokkeringen; aflossingseis (paragraaf 4.3).

  • SEW; waardeveranderingen tussen tijdstip van overlijden en tijdstip van aflossen eigenwoningschuld (paragraaf 4.6).

  • Overschrijding 30-jaarstermijn KEW (paragraaf 4.7).

  • Gevolgen afkoop of deblokkering; omzetting bij echtscheiding (paragraaf 5.2).

  • KEW voortgekomen uit Pré Brede Herwaarderingpolis (paragraaf 6.2).

  • Begeleiding omzetting kapitaalverzekering gesloten vóór 2001 in een SEW (paragraaf 6.2).

  • Beëindiging KEW; voortzetting in box 3 met bijzondere waardevrijstelling (paragraaf 6.4).

  • Wijziging wetgeving (WIA); verhoging verzekerd kapitaal (paragraaf 7.8).

De geactualiseerde standpunten zijn thematisch gerangschikt en zoveel mogelijk samengevoegd.

Gebruikte begrippen en afkortingen

2. Voorwaarden KEW en SEW

2.1. Eigenwoning, eigen woningschuld en clausules

2.1.1. Aanpassing KEW-clausule met ingang van 1 maart 2005

Goedkeuring
Verzekeringen die zijn afgesloten op of na 1 oktober 2005
Kapitaaluitkering uit KEW vanaf 1 maart 2005

2.1.2. Wijziging en (gedeeltelijke) omzetting bij aangaan of beëindigen van een huwelijk of duurzame gezamenlijke huishouding; wijziging met ingang van 1 maart 2005

Goedkeuring

2.1.3. KEW- en SEW-clausule

2.2. Begrip levensverzekering voor een KEW

Overgangsrecht

Aansluiting bij uitleg door De Nederlandsche Bank

2.3. Eenmalige kapitaaluitkering of deblokkering van het tegoed

Redelijke wetstoepassing

2.4. Verzekering gesplitst in een KEW die uitkeert bij in leven zijn en een overlijdensuitkering die behoort tot de grondslag van box 3

2.4.1. Premiesplitsing

Fiscaal gevolg gesplitste behandeling
Unit-linked

2.4.2. Vrijstelling in box 3 voor het overlijdensdeel

2.5. SEW; doorschuiven bij overlijden; redelijke termijn

2.6. Herstel administratieve fout met terugwerkende kracht

3. Voorwaarden voor premiebetalingen en inlegbedragen

3.1. Bandbreedte-eis

3.1.1. Betaling in vreemde valuta

3.1.2. Gesplitste betaling door partners bij KEW

3.1.3. Hoog-laag-kapitaalverzekering op twee polissen bij KEW

3.1.4. Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid; gevolgen voor KEW

Goedkeuring

3.1.5. Wijziging wetgeving ( WIA ); premieverlaging voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid

Goedkeuring

3.1.6. Aanpassing KEW bij echtscheiding; wijziging verzekerde persoon en premiebandbreedte

Goedkeuring

3.2. Premiedepot bij KEW; Koopsomstorting of jaarlijkse premiebetaling

3.2.1. Inleiding

3.2.2. Fiscale toets van een premiedepot bij KEW

3.2.3. Voorwaarden voor reëel premiedepot bij KEW

3.2.4. Geen reëel premiedepot

3.3. Inhoud van het begrip premie; meetelregel KEW

3.3.1. Inleiding

3.3.2. Meeverzekerde periodieke uitkeringen bij invaliditeit

3.3.3. Meeverzekerd recht op vrijstelling premiebetaling bij invaliditeit

3.3.4. Wijze van toepassen bij ongelijke grootheden

3.4. De begrippen jaar en jaarlijks

3.4.1. Algemeen

3.4.2. Afsluitende maandbetalingen

3.5. Toerekening van betaalde premies of inleggelden aan de verzekerings- of contractjaren

3.5.1. Inleiding

3.5.2. Contractueel verschuldigde premies of inleggelden

3.5.3. Vrijwillig betaalde extra premies of inleggelden

3.5.4. Herstelmogelijkheid voor foutieve premiebetalingen of inleggelden

Goedkeuring
Voorbeeld

3.5.5. Toerekening bij kapitaalverzekeringen waarop de Wet IB 1964 van toepassing is

4. Vrijstellingen

4.1. Vrijstellingen bij minderjarige kinderen en partners

4.2. Volgorde benutten vrijstellingen

4.3. Vrijstellingen bij fictieve uitkeringen of deblokkeringen; aflossingseis

Redelijke termijn voor aflossing eigenwoningschuld

4.4. Uitkering uit KEW of SEW voordat wordt voldaan aan eis van 15 jaren premiebetaling dan wel inleg

4.5. Geldgever is eerste begunstigde; fiscale genieter van de uitkering

4.6. SEW; waardeveranderingen tussen tijdstip van overlijden en tijdstip van aflossen eigenwoningschuld

Voorbeeld

4.7. Overschrijding 30-jaarstermijn KEW

Goedkeuring

5. Omzetting KEW en SEW ( artikel 3.119 van de Wet IB 2001 )

5.1. Omzetting in twee producten; toerekening premies of inleg

5.2. Gevolgen afkoop of deblokkering; omzetting bij echtscheiding

Goedkeuring

5.3. Omzetting; bedrag niet rechtstreeks doorgestort

Standpunt

6. Omzetting van vóór 1 januari 2001 bestaande kapitaalverzekering in KEW ( onderdelen AL tot en met AP van de Invoeringswet )

6.1. Omzetting van bestaande kapitaalverzekering in KEW

6.1.1. Premiebetalingen in jaren voorafgaand aan omzetting in KEW

6.1.2. Polis met looptijd langer dan 30 jaar

6.2. Kew voortgekomen uit Pré Brede Herwaarderingverzekering

6.3. Geruisloze beëindiging KEW tot en met 31 december 2003

6.4. Beëindiging KEW; voortzetting in box 3 met bijzondere waardevrijstelling

7. Vóór 2001 bestaande kapitaalverzekeringen die niet zijn omgezet in een KEW ( onderdelen AL tot en met AP van de Invoeringswet )

7.1. Fiscale gevolgen van schikking Spaarbeleg Kas NV met Stichting Spaardersbelangen

7.2. Verhoging verzekerd kapitaal na 13 september 1999 op grond van optieclausule

7.3. Verhoging verzekerd kapitaal na 13 september 1999 als gevolg van verhoging maximum werknemersspaarregeling

Goedkeuring

7.4. Terugdraaien verhoging verzekerd kapitaal en verlenging looptijd na 13 september 1999

7.5. Omzetting kapitaalverzekeringen; behoud eerbiedigende werking

7.5.1. Inleiding

7.5.2. Afzonderlijke toets uitkeringen bij leven en overlijden

Goedkeuring

7.5.3. Berekeningsmethode voor omzetting euroverzekeringen in unit-linkedverzekeringen

7.5.4. Verdeling kapitaalverzekering bij echtscheiding; wijziging verzekerde persoon en eerbiedigende werking

Goedkeuring

7.6. Afronding verzekerd kapitaal naar boven door invoering euro; geen verlies bijzondere waardevrijstelling in box 3

7.7. Wijziging wetgeving; premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid

Goedkeuring

7.8. Wijziging wetgeving ( WIA ); verhoging verzekerd kapitaal

Goedkeuring

8. Ingetrokken regelingen

9. Tijdstip van inwerkingtreding van het besluit