Home

Advocatenwet BES

Geldig vanaf 1 juli 2015
Geldig vanaf 1 juli 2015

Advocatenwet BES

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-07-2015]

§ 1. De inschrijving en de beëdiging van de advocaten

Artikel 1

1.

Bevoegd om aan het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba schriftelijk inschrijving als advocaat te verzoeken is degene:

  1. aan wie op grond van het met goed gevolg afleggen van een afsluitend examen van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs op het gebied van het recht door een universiteit als bedoeld in artikel 24, eerste lid, Rijkswet Gemeenschappelijk Hof van Justitie, de graad van Bachelor op het gebied van het recht en tevens de graad van Master op het gebied van het recht is verleend;

  2. aan wie op grond van het met goed gevolg afleggen van een afsluitend examen van een opleiding op het gebied van het recht aan een universiteit als bedoeld in artikel artikel 24, eerste lid, van de Rijkswet Gemeenschappelijk Hof van Justitie, het recht om de titel meester te voeren heeft verkregen. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen voorts nadere regels worden gesteld aan de beroepsvereisten.

2.

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen graden verleend door een universiteit of een hogeschool of daaraan gelijkwaardige getuigschriften worden aangewezen die voor de toepasselijkheid van het eerste lid, onder a, gelijk worden gesteld aan de in dat lid bedoelde graad Bachelor op het gebied van het recht.

3.

Bij het verzoek worden overgelegd de nodige stukken ten bewijze dat de verzoeker aan de in het eerste of tweede lid gestelde vereisten voldoet.

Artikel 2

1.

Alvorens op een verzoek als in artikel 1 bedoeld te beslissen, wint het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, gehoord de procureur-generaal, advies in van de raad van toezicht.

2.

Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba kan de inschrijving bij een met redenen omklede beschikking weigeren, doch niet dan na verhoor of behoorlijke oproeping van de verzoeker.

3.

Het is tot die weigering verplicht indien:

  1. de verzoeker niet voldoet aan de in artikel 1 gestelde vereisten voor inschrijving;

  2. de verzoeker niet zijn woonplaats heeft binnen Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius of Saba;

  3. gegronde vrees bestaat, dat de verzoeker als advocaat in breuk zal maken op voor de advocaten geldende algemene verordeningen en besluiten of dat zijn inschrijving uit anderen hoofde de eer van de stand der advocaten schaden zal.

4.

Indien bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba geen bezwaar tegen de inschrijving bestaat, wordt verzoeker, na de in artikel 4 vermelde eed of belofte te hebben afgelegd, op een daartoe door de griffier van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba bijgehouden lijst als advocaat ingeschreven en wordt hem op zijn verzoek een bewijs der inschrijving uitgereikt.

5.

Door een inschrijving als in het vorige lid bedoeld wordt de bevoegdheid verkregen om in Bonaire, Sint Eustatius en Saba het beroep van advocaat uit te oefenen, onverminderd het bepaalde in paragraaf 3 van deze wet.

Artikel 3

1.

De advocaten worden in een openbare zitting van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op requisitoir van het openbaar ministerie beëdigd.

2.

Zij leggen de volgende eed of belofte af:

«Ik zweer (beloof) getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de wettelijke regelingen, eerbied voor de rechterlijke autoriteiten, en dat ik geen zaak zal aanraden of verdedigen, die ik in gemoede niet gelove rechtvaardig te zijn.»

Artikel 4

§ 2. De bevoegdheden en verplichtingen der advocaten

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

§ 3. De stage

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

§ 4. De tuchtrechtspraak

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29

§ 5. Het salaris van de advocaten

Artikel 30

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34

Artikel 35

Artikel 36

Artikel 37

Artikel 38

Artikel 39

Artikel 40

Artikel 41

Artikel 42

Artikel 43

Artikel 44

§ 6. Belastingadviseurs

Artikel 45

Artikel 46

Artikel 47

§ 7. Zaakwaarnemers

Artikel 48

Artikel 49

Artikel 50

Artikel 51

§ 8. Gemachtigden en raadslieden

Artikel 52

§ 9. Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 53

Artikel 54

Artikel 55