In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
- b.
ambulance: een voor het vervoer van zieken of gewonden ingericht motorvoertuig, vaartuig of helikopter;
- c.
ambulanceverpleegkundige: verpleegkundige als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het Besluit functionele zelfstandigheid;
- c1.
ambulancezorgprofessional: zorgprofessional als bedoeld in artikel 10a;
- d.
ambulancezorg: zorg, erop gericht een zieke of gewonde ter zake van zijn aandoening of letsel:
- 1°.
hulp te verlenen door een ambulancezorgprofessional of een ambulanceverpleegkundige, en in spoedeisende gevallen hulp te verlenen door een ambulanceverpleegkundige, en per ambulance te vervoeren, of
- 2°.
hulp te verlenen door een ambulancezorgprofessional of een ambulanceverpleegkundige, en in spoedeisende gevallen hulp te verlenen door een ambulanceverpleegkundige, met een speciaal daartoe uitgerust en als zodanig herkenbaar voertuig;
- 1°.
- e.
meldkamer: een meldkamer als bedoeld in artikel 25a, eerste lid, van de Politiewet 2012;
- f.
regio: een regio als bedoeld in artikel 2;
- g.
veiligheidsregio: veiligheidsregio als bedoeld in artikel 9 van de Wet veiligheidsregio’s;
- h.
vergunning voor buitenlandvervoer: op grond van de Wet ambulancevervoer verleende vergunning die uitsluitend strekt tot het op grond van artikel 7, eerste lid, derde volzin, van de Wet ambulancevervoer verrichten van ambulancevervoer vanuit het buitenland, met inbegrip van het ambulancevervoer vanaf de Nederlandse luchthavens van patiënten voor wie ambulancevervoer is aangewezen vanwege een in het buitenland opgelopen ziekte of ontstaan ongeval.