Algemene wet inzake rijksbelastingen, voorschrift informatie fiscus/banken
Algemene wet inzake rijksbelastingen, voorschrift informatie fiscus/banken
Besluit BLKB2012/1937M
- Voorafgaande besluiten
- BLKB2011/109M
- Versies van huidig besluit
Opschrift
De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Dit besluit vervangt het besluit van 28 januari 2011, nr. BLKB2011/109M.
In de praktijk bleek dat § 7.1 van dat besluit aanleiding gaf tot interpretatieverschillen. Om discussies op dit punt tussen de Belastingdienst en de banken te voorkomen wordt deze paragraaf ingetrokken. Dit houdt in dat het verkrijgen van inzage in het krediet- of cliëntendossier zal plaatsvinden overeenkomstig de wettelijke bepalingen. Verder zijn er enkele aanpassingen van redactionele aard aangebracht.
1. Inleiding
Banken beschikken over veel informatie die van belang is of kan zijn voor de belastingheffing van derden. Een belangrijk deel van die informatie dienen zij ingevolge artikel 53, tweede en derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna AWR), uit eigen beweging te verstrekken aan de inspecteur. Op grond van bepalingen, hierna genoemd onder Reikwijdte, zijn banken ook gehouden om op verzoek informatie te verstrekken ten behoeve van de belastingheffing van derden. In deze gevallen gaat het om een individuele derde of groepen van derden. Het voorschrift bevat regels om die gegevensverstrekking zo efficiënt mogelijk en op voor de banken minst belastende wijze te effectueren en beoogt op geen enkele wijze de wettelijke bevoegdheden in te perken of te verruimen.
Reikwijdte
Het Voorschrift informatie fiscus/banken bevat beleidsregels met betrekking tot de toepassing van de artikelen 53, eerste lid, onder a, van de AWR, artikel 62 van de Invorderingswet 1990, de inlichtingenbepalingen in de Europeesrechtelijke, internationale, interregionale en supranationale regelingen met betrekking tot de heffing en/of de invordering van belastingen waarbij Nederland partij is.
Wijziging
Dit besluit is gewijzigd bij besluit van 16 december 2020, nr. 2020-22953, (Stcrt. 2020, 62942). De wijzigingen zien op het wegnemen van mogelijke interpretatieverschillen en de verwerking van de nieuwe topstructuur van de Belastingdienst. Verder zijn enkele redactionele wijzigingen aangebracht.
Dit besluit is vervolgens gewijzigd bij besluit van 14 juni 2022, nr. 2022-2035 (Stcrt. 2022, 16408). De wijzigingen betreffen een nadere verwerking van de huidige topstructuur van de Belastingdienst. Daarnaast zijn enkele redactionele wijzigingen aangebracht.
2. Gebruikte begrippen en afkortingen
Afdelingshoofd: Het afdelingshoofd of daarmee vergelijkbare leidinggevende functionaris als bedoeld in artikel 20 van het Mandaatbesluit Directoraten-Generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane 2021.
Bank: Kredietinstelling als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht. Onder bank wordt tevens verstaan een vennootschap met een in aandelen verdeeld kapitaal, waarin een instelling als hiervoor genoemd een belang heeft van honderd percent, en die nagenoeg uitsluitend bancaire activiteiten verricht.
Bancaire activiteiten: De activiteiten, die zijn genoemd in de bijlage bij dit Voorschrift.
Directeur: De algemeen directeur van een van de organisatieonderdelen, genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdelen a, c en d, van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003, of namens deze een afdelingshoofd.
FJZ: Concerndirectie Fiscale en Juridische Zaken van de Belastingdienst.
Informatie: de gegevens en inlichtingen van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers als bedoeld in de artikelen 53, eerste lid, onder a, jo. 47 van de AWR en de artikelen 62 jo. 58 van de Invorderingswet 1990.