Omzetbelasting, reisbureauregeling
Omzetbelasting, reisbureauregeling
Besluit BLKB2014/645M
Opschrift
De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Dit besluit vervangt en actualiseert de eerder gepubliceerde beleidsbesluiten over de reisbureauregeling. In dit besluit is onder meer een overgangsregeling opgenomen in verband met een ruimere uitleg van het begrip ‘reiziger’. Verder is de goedkeuring om het 0%-tarief toe te passen op bepaalde vormen van personenvervoer binnen de Unie uitgebreid. Daarnaast is een aantal redactionele aanpassingen doorgevoerd.
1. Inleiding
Het besluit is geen allesomvattende beschrijving van de problematiek die zich voordoet bij de reisbureauregeling. Het besluit gaat in op enkele specifieke situaties.
Het besluit bevat de volgende (beleidsmatige) wijzigingen:
§ 3: is aangevuld met het begrip ‘reiziger’, zoals dat door het Hof van Justitie is uitgelegd (HvJ 26 september 2013, zaak C-189/11, ‘Europese Commissie tegen Koninkrijk Spanje’). Bij wijze van overgangsmaatregel wordt onder voorwaarden goedgekeurd dat de reisbureauregeling alleen van toepassing is op de verkoop van reizen aan de eindconsument.
§ 5: is aangepast in die zin dat de goedkeuring dat het 0%-tarief toegepast kan worden over het deel van het directe personenvervoer per vliegtuig of per boot (als onderdeel van een reisdienst in de zin van de reisbureauregeling) voor zover dat deel in de Unie plaatsvindt ook geldt als de plaats van vertrek of bestemming van de reis buiten de Unie ligt.
§ 9: het besluit van 1 december 1988, nr. VB98/2555 over afzonderlijk aan de reiziger berekende bemiddelingskosten wordt ingetrokken. Dit besluit heeft door de invoering van de reisbureauregeling zijn belang verloren.