Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, herinvesteringsreserve; Verzamelbesluit
Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, herinvesteringsreserve; Verzamelbesluit
Besluit BLKB2015/864M
- Voorafgaande besluiten
- BLKB2011/2061M
- Versies van huidig besluit
Opschrift
1. Inleiding
In dit besluit staat het beleid op het gebied van de herinvesteringsreserve. De volgende onderwerpen komen aan de orde: de vorming van een herinvesteringsreserve (onderdeel 2), de afboeking ervan op een bedrijfsmiddel (onderdeel 3), de toepassing van de boekwaarde-eis (onderdeel 4), de voorwaarde van ‘eenzelfde economische functie’ (onderdeel 5), het begrip overheidsingrijpen (onderdeel 6) en tot slot enkele overige onderwerpen die verband houden met de herinvesteringsreserve (onderdeel 7).
De volgende onderdelen uit het besluit BLKB 2011/2061M zijn in dit besluit geactualiseerd of verduidelijkt:
Onderdeel 2.4: onafgebroken aanwezig zijn van herinvesteringsvoornemen;
Onderdeel 2.9: uitsluiting toepassing ruilarresten bij vervreemding van bedrijfsmiddel waarvoor in beginsel een herinvesteringsreserve kan worden gevormd;
Onderdeel 3.6: wanneer is sprake van herinvestering waarop een herinvesteringsreserve wordt afgeboekt;
Onderdeel 5.4: investering in het buitenland en objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten;
Onderdeel 6.3.2: een uitleg van besluiten op het gebied van natuur;
Onderdeel 6.7: toevoeging passage ter verduidelijking reikwijdte goedkeuring.
De volgende onderdelen dan wel passages van onderdelen van het besluit BLKB 2011/2061M hebben een voorlichtend karakter, hebben door tijdsverloop het belang verloren of zijn door jurisprudentie achterhaald en zijn zodoende niet in dit besluit opgenomen:
Onderdeel 2.3: passage over de partiële doorschuiving en gedeeltelijke afrekening bij staking (voorlichtend karakter);
Onderdeel 2.7: verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 21 mei 1958, nr. 13571 (voorlichtend karakter);
Onderdeel 6.3.4: passage over vervreemding binnen drie jaar na 31 december 2007, bewijsvermoeden (door tijdsverloop belang verloren);
Onderdeel 6.4.1: bij Algemene Maatregel van Bestuur aangewezen regelingen (voorlichtend karakter);
Onderdeel 7.3: herinvestering in samenhang met de wijziging van het uiteindelijk belang in de belastingplichtige (achterhaald door regelgeving en jurisprudentie).
Voor het overige is geen inhoudelijke wijziging beoogd.
De in dit besluit opgenomen goedkeuringen zijn gebaseerd op artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.