Competentieregeling (tussen)houdsters en dienstverleningslichamen
Competentieregeling (tussen)houdsters en dienstverleningslichamen
Besluit 2019-14300
- Voorafgaande besluiten
- DGB2014/296M
- Versies van huidig besluit
Opschrift
De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Dit besluit regelt de competentie voor de heffing en het toezicht van het Team Toezicht houdsters en dienstverleningslichamen. Dit besluit vervangt het besluit van 3 juni 2014, nr. DGB2014/296M. In dat besluit waren bepalingen opgenomen over de fiscale behandeling van houdster- en dienstverleningslichamen en het voeren van vooroverleg. Voorts waren bepalingen opgenomen over de werkzaamheden van het aanspreekpunt potentiële buitenlandse investeerders. De regels met betrekking tot vooroverleg en met betrekking tot de werkzaamheden van het aanspreekpunt potentiële buitenlandse investeerders zijn thans opgenomen in het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter.
1. Inleiding
Dit besluit regelt de competentie voor de heffing en het toezicht op (tussen)houdsters en lichamen met financiële dienstverleningsactiviteiten binnen concernverband (hierna: dienstverleningslichamen). De gehele fiscale behandeling van (tussen)houdsters en dienstverleningslichamen is geconcentreerd bij het Team Toezicht houdsters en dienstverleningslichamen van de Belastingdienst/Grote Ondernemingen/Special Internationaal (kantoor Rotterdam).