Home

Vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting, lijfrenten in de winstsfeer, verzamelbesluit

Geldig vanaf 26 januari 2022
Geldig vanaf 26 januari 2022

Vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting, lijfrenten in de winstsfeer, verzamelbesluit

Besluit 2021-236684

Voorafgaande besluiten
BLKB2014/816
Versies van huidig besluit

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 26-01-2022]

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst heeft het volgende besloten.

Dit besluit bevat het beleid met betrekking tot lijfrenten in de winstsfeer. Het vervangt het besluit van 3 juni 2014, nr. BLKB2014/816, Staatscourant 2014, 16111 . Gewijzigd is met name onderdeel 9.3 en volgende over wijziging van stamrechten bedongen vóór 1992 en afgetrokken in verband met de zogenoemde stakingswinst of oudedagsreserve. Het daar opgenomen omzettingsbeleid sluit in de gewijzigde tekst zoveel mogelijk aan bij de omzettingsregeling van hoofdstuk 2, artikel I, onderdeel O, negende lid, Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001. De overige wijzigingen zijn zuiver redactioneel en beogen dan ook geen inhoudelijke verandering.

1. Inleiding

Dit besluit bevat het beleid met betrekking tot lijfrenten in de winstsfeer. De onderdelen 2 tot en met 7 betreffen aspecten van het regime onder de Wet IB 2001. Onderdeel 8 gaat in op lijfrenten die zijn bedongen voor de stakingswinst en de oudedagsreserve onder de regeling zoals die luidde tussen 1 januari 1992 en 1 januari 2001. Onderdeel 9 behandelt enige aspecten van lijfrenten die zijn bedongen vóór 1 januari 1992.

Tenzij anders is aangegeven, zijn de in dit besluit opgenomen goedkeuringen gebaseerd op artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hardheidsclausule). Dit besluit is van overeenkomstige toepassing op gevallen waar in plaats van een lijfrenteverzekering wordt gekozen voor een lijfrentespaarrekening of lijfrentebeleggingsrecht als bedoeld in artikel 3.126a van de Wet IB 2001.

Waar in dit besluit sprake is van verzoeken die aan mij kunnen worden voorgelegd, kan men deze sturen naar:

Belastingdienst / Corporate Dienst Vaktechniek, Brieven en beleidsbesluiten / VPB-winst

Postbus 20201,

2500 EE Den Haag

1.1. Gebruikte begrippen en afkortingen

2. Lijfrente bedongen voor de stakingswinst en de oudedagsreserve vanaf 1 januari 2001; staking na AOW-leeftijd plus vijf jaar; (tijdelijke) oudedagslijfrente

3. Omzetting oudedagsreserve en omzetting stakingswinst vanaf 1 januari 2001; de verzekeraar ( artikel 3.126 )

3.1. (Door)overdracht van de onderneming

3.2. Overdracht van de lijfrenteverplichting

3.2.1. Juridische splitsing

3.2.2. Juridische fusie

3.3. Overige

3.3.1. Lijfrente bedongen bij houdstermaatschappij van overnemende bv

3.3.2. Overdracht buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen; lijfrentepremieaftrek?

3.3.3. Verzekeraar; onderneming direct door middel van lease ter beschikking stellen aan een derde

4. Lijfrenten bedongen voor de stakingswinst en de oudedagsreserve vanaf 1 januari 2001; termijnen

4.1. Betaling/verrekening na termijn bedoeld in artikel 3.130, tweede lid ; termijnverlenging

4.2. Tijdstip bedingen lijfrente

4.2.1. Bv in oprichting; hoogte oudedagsreserve; tijdstip bedingen lijfrente bij geruisloze omzetting

4.2.2. Tijdstip bedingen stakingslijfrente bij ruisende inbreng onderneming

4.2.3. Tijdstip bedingen lijfrente. Schuldig blijven. Tijdstip beoordeling. Betaling nadien

4.2.4. Tijdstip bedingen stakingslijfrente; gebroken boekjaar

4.2.5. Stakingslijfrente. Stakingswinst. Langlopende liquidatie

5. Lijfrenten bedongen voor de stakingswinst en de oudedagsreserve vanaf 1 januari 2001; bedongen door de erfgenamen van de overleden ondernemer ( artikel 3.131 Wet IB 2001 )

5.1. Overlijden na staking, maar voordat lijfrenten zijn bedongen

5.2. Overige

5.2.1. Welke soorten lijfrenten

5.2.2. Begunstigende regeling; maximum overlijden?

6. Lijfrenten bedongen voor de stakingswinst en de oudedagsreserve vanaf 1 januari 2001; diverse onderwerpen

6.1. Omzetting stakingswinst; in aanmerking te nemen lijfrentepremies

6.2. Omzetting stakingswinst. Keuzemoment toedeling stakingswinst

6.3. Stakingswinst exclusief de stakingsaftrek/MKB-winstvrijstelling

6.4. Oprenten lijfrenteverplichting in voorperiode bv

6.5. Dadelijk ingaande termijnen van lijfrente

6.6. Staking en meer dan één lijfrenteovereenkomst

6.7. Jaar van staking. Te bedingen lijfrente voor de vrijval van de Oudedagsreserve

7. Geen aanpassing bestaande polissen nodig voor eerbiedigende werking Overbruggingslijfrenten

8. Lijfrenten bedongen voor de stakingswinst en de oudedagsreserve bedongen van 1 januari 1992 tot 1 januari 2001: omzetting en overdracht

9. Stamrechten bedongen vóór 1 januari 1992 (artikel 19 en 44j Wet IB 1964)

9.1. Overdracht van een stamrecht aan een andere verzekeraar

9.2. Juridische splitsing en juridische fusie

9.3. Omzetting van een artikel 19- of artikel 44j-stamrecht

9.3.1. Het artikel 19- of artikel 44j-stamrecht is een lijfrente

9.3.2. Het artikel 19- of artikel 44j-stamrecht is geen lijfrente

9.3.3. Omzetting en de sanctiebepalingen

9.4. Splitsing artikel 19- of 44j-stamrecht in verband met echtscheiding of scheiding van tafel en bed

9.5. Indexering van de bedragen van de stamrechtvrijstelling ex artikel 19 (oud) Wet IB 1964

9.6. Dubbele heffing; de IB ’64-sanctie. De Vpb-sanctie

10. Ingetrokken regelingen

11. Inwerkingtreding