Omzetbelasting, ter beschikking stellen van personeel
Omzetbelasting, ter beschikking stellen van personeel
Besluit 2022-181729
Opschrift
Dit besluit is een actualisering van het besluit van 18 december 2018, nr. 2018-22809 ( Stcrt. 2018, nr. 68656 ). Verduidelijkt is wat onder een overeenkomst van opdracht is te verstaan. Tevens zijn voorwaarden van goedkeuringen verduidelijkt, waaronder de voorwaarde dat een redelijke kostenvergoeding voor het uitlenen van personeel 5% kan bedragen van de brutoloonkosten van dat personeel. Ook is een bijlage met vragen en antwoorden over de toepassing van het besluit toegevoegd. In onderdeel 3.3 is verwerkt dat sinds 1 januari 2021 een vrijstelling voor het ter beschikking stellen van personeel in het kader van de Wmo- en Jeugdzorg is opgenomen in het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968.
1. Inleiding
Dit besluit gaat over de toepassing van de Wet op de omzetbelasting 1968 op het ter beschikking stellen van personeel. Die prestatie is in beginsel onderworpen aan de btw-heffing.1 In dit besluit is nader toegelicht en verduidelijkt wanneer bij het ter beschikking stellen van personeel een btw-vrijstelling geldt dan wel wordt goedgekeurd dat btw-heffing achterwege mag blijven. In de gevallen waarin btw-heffing achterwege mag blijven, dient te worden gehandeld als ware sprake van een btw-vrijstelling en bestaat er in zoverre geen aanspraak op aftrek van voorbelasting.