Home

Vennootschapsbelasting, zuivere splitsing; toepassing artikel 14a, derde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969

Geldig vanaf 31 augustus 2022
Geldig vanaf 31 augustus 2022

Vennootschapsbelasting, zuivere splitsing; toepassing artikel 14a, derde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969

Besluit 2022-188573

Voorafgaande besluiten
2021-7915
Versies van huidig besluit

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 31-08-2022]

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit bevat het beleid voor de zuivere splitsing in de vennootschapsbelasting en vervangt het besluit van 28 april 2021, nr. 2021-7915, Staatscourant 2021, 22883 . Gewijzigd is het volgende. Standaardvoorwaarde 8 met betrekking tot verliesverrekening is aangepast aan de kort gezegd met ingang van 2022 geldende wettelijke beperking van de verrekening. De goedkeuring van paragraaf 5 met betrekking tot aanspraken van de splitsende rechtspersoon zoals verliesverrekening, is uitgebreid met de aanspraak op voortwenteling van voorheffingen. Standaardvoorwaarde 10a is toegevoegd en regelt de voortwenteling van voorheffingen over het splitsingstijdstip.

1. Inleiding

De splitsing waarbij de splitsende rechtspersoon ophoudt te bestaan, wordt geacht een overdracht te zijn (artikel 14a, eerste lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969). In eenvoudige gevallen geldt voor de winst die daardoor wordt behaald een faciliteit direct op grond van de wet (artikel 14a, tweede lid). In andere gevallen kan ik de inspecteur toestaan onder het stellen van voorwaarden een faciliteit te verlenen (artikel 14a, derde lid).

In de paragrafen 2 tot en met 6 van dit besluit staat mijn beleid voor de toepassing van artikel 14a. Hier wordt onder andere ingegaan op de voorwaarden die in het algemeen worden gesteld bij de toepassing van artikel 14a, derde lid. Deze voorwaarden zijn opgenomen in bijlage 1 van dit besluit. Met nadruk wijs ik erop dat het algemene karakter van de voorwaarden meebrengt dat de voorwaarden worden gewijzigd of aangevuld al naar gelang de bijzondere omstandigheden van het geval.

In paragraaf 7 wordt onder andere een algemene toestemming verleend aan de inspecteur tot het afdoen van bepaalde verzoeken om toepassing van artikel 14a, derde lid. Paragraaf 7 bevat verder instructies voor de afdoening van verzoeken die wel en die niet onder de algemene toestemming vallen.

In paragraaf 8 is het beleid opgenomen voor te laat ingediende verzoeken om toepassing van artikel 14a, derde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.

In paragraaf 9 geef ik aan welk besluit is ingetrokken.

Paragraaf 10 geeft tot slot aan met ingang van welke datum dit besluit in werking treedt.

De goedkeuringen opgenomen in dit besluit zijn gebaseerd op de bevoegdheid mij verleend in artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

1.1. Gebruikte begrippen en afkortingen

2. Systematiek van de regeling

3. Nadere omschrijving wettelijke begrippen

3.1. Overgang onder algemene titel in het kader van een zuivere splitsing

3.2. Winst

3.3. Ontgaan of uitstellen van belastingheffing

3.4. Verkrijgende rechtspersoon is gevoegde dochtermaatschappij

4. Terugwerkende kracht zuivere splitsing

4.1. Algemeen

4.2. Geen terugwerking voor zover geen fiscale faciliteit

5. Goedkeuring voor bepaalde achterblijvende aanspraken

5.1. Voortwentelingsaanspraken

5.1.2. Indiening verzoeken

5.1.3. Toestemming aan de inspecteur

5.1.4. Verdeling aanspraken door de inspecteur

5.1.5. Afwijkende regeling bij juridische fusie

5.2. Achterwaartse verliesverrekening van de verkrijgende rechtspersoon met voorsplitsingswinst van de splitsende rechtspersoon

5.2.1. Algemeen

5.2.2. Indiening verzoeken

5.2.3. Toestemming aan de inspecteur

5.2.4. Verdeling winstverleden door de inspecteur

6. Toelichting op de voorwaarden

7. Formele aspecten van de indiening en afhandeling van verzoeken om een fiscaal geruisloze zuivere splitsing

7.1. Indiening verzoeken

7.2. Omvang algemene toestemming aan de inspecteur

7.3. Afdoening verzoeken die onder de algemene toestemming vallen; te stellen voorwaarden

7.3.1. Het verzoek wordt ingewilligd

7.3.2. Het verzoek wordt afgewezen

7.3.3. Het verzoek wordt ingewilligd onder het stellen van een afwijkend splitsingstijdstip

7.4. Verzoeken die niet onder de algemene toestemming vallen

7.5. Gelijktijdige toepassing artikel 3.65 van de Wet IB 2001

8. Te laat ingediende verzoeken

8.1. Algemeen

8.2. Goedkeuring en voorwaarden

8.3. Indiening verzoeken

8.4. Toestemming aan de inspecteur

9. Ingetrokken regeling

10. Inwerkingtreding

Overzicht bijlagen:

Bijlage 1. (2022-188573)

Bijlage 1A. Voorbeeld toepassing voorwaarde 8, zesde en zevende lid

Bijlage 1b. Voorbeeld toepassing voorwaarde 10a

Bijlage 2. (2022-188573)

Bijlage 3. (2022-188573)

Bijlage 4. (2022-188573)

Bijlage 5. (2022-188573)

Bijlage 6. (2022-188573)

Bijlage 7. (2022-188573)

Bijlage 8. (2022-188573

Bijlage 9. (2022-188573)