Besluit Toelichting Tabel II
Besluit Toelichting Tabel II
Besluit 2023-22510
- Voorafgaande besluiten
- VB93/575, CPP2000/2661M, VB94/473
- Versies van huidig besluit
Opschrift
De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Dit besluit vervangt en actualiseert het besluit van 28 maart 1993, nr. VB 93/575 (Voorschrift Tabel II), zoals dat voor het laatst is gewijzigd bij besluit van 28 oktober 2021, nr. 2021-22475, Stcrt. 2021, 45434. Het besluit is aangepast in verband met diverse wijzigingen in zowel de Wet op de omzetbelasting 1968 als in bepaalde posten van de bij deze wet behorende Tabel II. Ook dwingen wijzigingen in de accijns- en douaneregelgeving (zoals de invoering van het Douanewetboek van de Unie en de implementatie van de Horizontale accijnsrichtlijn) tot aanpassing van het besluit. Verder maakt de verschenen jurisprudentie van o.a. het Hof van Justitie van de Europese Unie actualisering van het besluit noodzakelijk. Bij post a.2 zijn de verklaringen van de afnemers bij de uitvoer van pleziervaartuigen op eigen kiel verduidelijkt. Bij post a.6 zijn de uitgangspunten van de Nederlandse bewijsregeling voor intracommunautair vervoer verduidelijkt en is in samenhang daarmee de model-afhaalverklaring aangepast. Ook is bij post a.6 de afhaalverklaring van de afnemer voor pleziervaartuigen bij vervoer op eigen kiel verduidelijkt. De belangrijkste wijzigingen in het besluit houden verband met:
de Wet implementatie richtlijnen elektronische handel (wet van 7 april 2021, Stb. 2021, 183), waardoor per 1 juli 2021 onder meer de btw-heffing bij intracommunautaire afstandsverkopen is gewijzigd en aan Tabel II post a.9 is toegevoegd;
de Wet implementatie richtlijn harmonisatie en vereenvoudiging handelsverkeer tussen lidstaten (wet van 18 december 2019, Stb. 2019, 515), die vooral van belang is voor post a.6 van Tabel II;
Belastingplan 2018 (wet van 20 december 2017, Stb. 2017, 517), relevant voor post b.1 van Tabel II,
§ 1. Inleiding
§ 1.1. Algemeen
Dit beleidsbesluit gaat in op de toepassing van Tabel II bij de Wet op de omzetbelasting 1968. In Tabel II zijn de goederen en diensten genoemd waarvoor het btw-nultarief geldt. Door toepassing van het nultarief wordt met name het internationale goederen- en dienstenverkeer niet aan de btw-heffing onderworpen, met als regel dat de btw-plichtige ondernemer ter zake recht heeft op aftrek van voorbelasting. Als zodanig heeft het nultarief een technisch karakter. Het btw-nultarief geldt voor goederen die naar landen buiten de Europese Unie worden uitgevoerd en voor diensten die betrekking hebben op goederen die worden uitgevoerd. Verder is het nultarief van toepassing op de levering van goederen vanuit Nederland naar een andere lidstaat van de Europese Unie (intracommunautaire levering), als zich in de andere lidstaat het belastbare feit van de intracommunautaire verwerving van die goederen voordoet.
§ 1.2. Gebruikte begrippen en afkortingen
Aanvullende richtlijn elektronische handel |
Richtlijn (EU) 2019/1995 van de Raad van 21 november 2019 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 wat betreft de bepalingen inzake afstandsverkopen en bepaalde binnenlandse leveringen van goederen (PbEU 2019, L 310) |
accijnsgoederen |
accijnsgoederen zoals omschreven in artikel 1 van de WA |
aftrek van voorbelasting |
aftrek van btw voor de aanschaf van goederen en diensten die een ondernemer gebruikt voor belaste handelingen als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de wet |
AGP |
accijnsgoederenplaats zoals omschreven in artikel 1a, onderdeel b, van de Wet op de accijns |
Awr |
|
B2B-dienst |
Business to business-dienst, d.w.z. dienst die door een ondernemer aan een andere ondernemer wordt verricht |
B2C-dienst |
Business to consumer-dienst, d.w.z. dienst die door een ondernemer aan een niet-ondernemer wordt verricht |
Btw |
omzetbelasting |
btw-identificatienummer |
btw-identificatienummer zoals omschreven in artikel 2a, eerste lid, onderdeel g, van de wet |
btw-richtlijn |
Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (Pb EU L 347 van 11 december 2006) |
confirmation of exit |
Een bevestiging van het uitgaan van de goederen als bedoeld in artikel 334 GVo DWU |
derde-land |
staat of grondgebied zoals omschreven in artikel 2a, eerste lid, onderdeel d, 1°, van de wet |
derdelandsgebieden |
gebieden zoals omschreven in artikel 2a, eerste lid, onderdeel d, 2°, van de wet |
douanegebied/btw-gebied |
gebied dat deel uitmaakt van het douanegebied/btw-gebied van de Unie (zie de tabel bij § 2.5) |
douaneregime |
douaneregime zoals omschreven in artikel 18, tweede lid, van de wet |
DWU |
Douanewetboek van de Unie zoals omschreven in artikel 2, derde lid, onderdeel g, van de Awr |
e-AD |
Elektronisch Administratief Document, een elektronisch bericht in het EMCS, het binnen de Unie geautomatiseerde Excise Movement and Control System (zie artikel 1a van het Uitvoeringsbesluit accijns) |
gecombineerde nomenclatuur |
goederennomenclatuur als bedoeld in artikel 1 van de Verordening (EEG) 2658/87 van 23 juli 1987 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief |
GVo DWU |
Gedelegeerde Verordening DWU zoals omschreven in artikel 2, derde lid, onderdeel h, van de Awr |
HvJ |
Hof van Justitie van de Europese Unie |
ICL |
intracommunautaire levering als bedoeld in post a.6 van Tabel II |
ICV |
intracommunautaire verwerving als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, en artikel 17a van de wet |
intracommunautaire afstandsverkopen |
leveringen van goederen zoals omschreven in artikel 2a, eerste lid, onderdeel w, van de wet |
intracommunautair vervoer |
intracommunautair goederenvervoer zoals omschreven in artikel 2a, eerste lid, onderdeel h, van de wet |
invoer van goederen |
invoer van goederen zoals bedoeld in artikel 1d en artikel 18, eerste lid, van de wet |
lidstaat |
lidstaat van de Europese Unie |
lidstaat van aankomst |
lidstaat waar het intracommunautaire goederenvervoer daadwerkelijk eindigt |
lidstaat van vertrek |
lidstaat waar het intracommunautair goederenvervoer daadwerkelijk aanvangt, zonder rekening te houden met de trajecten die worden afgelegd om zich te begeven naar de plaats waar de goederen zich bevinden |
niet-Uniegoederen |
andere dan Uniegoederen en goederen die de douanestatus van Uniegoederen hebben verloren (artikel 5, lid 24, DWU) |
nieuwe vervoermiddelen |
vervoermiddelen zoals omschreven in artikel 2a, eerste lid, onderdeel f, van de wet |
opgaaf ICP |
opgaaf intracommunautaire prestaties (het in artikel 37a van de wet bedoelde formulier) |
richtlijn elektronische handel |
Richtlijn (EU) 2017/2455 van de Raad van 5 december 2017 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG en Richtlijn 2009/132/EG wat betreft bepaalde btw-verplichtingen voor diensten en afstandsverkopen van goederen (PbEU 2017, L 348) |
Tabel II |
|
uitvoeringsbesluit |
|
uitvoeringsbeschikking |
|
uitvoeringsverordening |
Uitvoeringsverordening nr. 282/2011 van de Raad van de Europese Unie van 15 maart 2011 houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (Pb L 77 van 23 maart 2011) |
Unie |
grondgebied zoals omschreven in artikel 2a, eerste lid, onderdeel c, van de wet |
Uniegoederen |
goederen zoals omschreven in artikel 5, lid 23, van het DWU (goederen in het vrije verkeer) |
UVo DWU |
Uitvoeringsverordening DWU zoals omschreven in artikel 2, derde lid, onderdeel ha, van de Awr |
Wet |
|
WA |