Home

Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, winst uit zeescheepvaart, afschrijving op zeeschepen, samenwerkingsverbanden in zeescheepvaartondernemingen en forfaitaire winstvaststelling

Geldig vanaf 16 november 2024
Geldig vanaf 16 november 2024

Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, winst uit zeescheepvaart, afschrijving op zeeschepen, samenwerkingsverbanden in zeescheepvaartondernemingen en forfaitaire winstvaststelling

Besluit 2024-19987

Voorafgaande besluiten
2021-9301, BLKB2013/1025M, CPP2008/1222M, CPP2000/2827M, DGB2002/7237M, DGB2003/6058M, CPP2005/3262M
Versies van huidig besluit

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 16-11-2024]

De Minister van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit is een actualisering van het besluit van 19 februari 2021, nr. 2021-9301 (Stcrt. 2021, 11267) over winst uit zeescheepvaart en samenwerkingsverbanden in de zeescheepvaart. Toegevoegd zijn de volgende standpunten.

  • Het tonnageregime vereist niet dat een zeebrief is verleend (onderdeel 4.1.2).

  • De wet definieert voor het tonnageregime het begrip zee als alle wateren die zich bevinden voorbij de laagwaterlijn. Deze aansluiting bij de laagwaterlijn geldt ook als de United Nations Convention on the Law of the Sea, bij wijze van uitzondering, wateren voorbij de laagwaterlijn aanmerkt als binnenwater (onderdeel 4.1.3).

  • Een internationaal vervoerstraject dat slechts beperkt over zee voert, bijvoorbeeld tussen buurlanden, geldt voor het gehele vaartraject als vervoer in het internationale verkeer over zee, als bedoeld in artikel 3.22, vierde lid, onderdeel a, onder 1, Wet IB 2001 (onderdeel 4.1.4).

Het tonnageregime is ook van toepassing op het vervoer van personen en zaken ten behoeve van windmolenparken op zee (4.1.5).

Verder is in het onderdeel over de zogenoemde winstsplitsing op basis van asset-split en crew-split verduidelijkt dat deze ook plaatsvindt bij schepen voor exploratie van de zeebodem (onderdeel 4.7).

Tot slot zijn aan het onderdeel over de fiscale eenheid twee punten toegevoegd om in de praktijk bestaande onduidelijkheid op te lossen. Vermeld wordt dat voor voeging van een dochtermaatschappij met ingang van oprichtingsdatum de dochtermaatschappij geen separate tonnageregimebeschikking hoeft te worden verleend (4.11.3). Ook wordt duidelijk gemaakt dat bij ontvoeging uit een fiscale eenheid met een tonnageregimebeschikking de ontvoegde maatschappij geen afzonderlijke tonnageregimebeschikking hoeft te worden verleend voor de doorwerking van het tonnageregime (4.11.4).

1. Inleiding

Dit besluit bevat mijn beleid voor de zeescheepvaart wat betreft de vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting.

Onderdeel 2 behandelt toepassing van de normale winstbepalingsregels bij zeescheepvaart en met name de afschrijving.

Onderdeel 3 bevat het beleid voor samenwerkingsverbanden in de zeescheepvaart en regelt ook centrale behandeling van deze verbanden binnen de Belastingdienst.

Onderdeel 4 bevat mijn beleid voor het zogenoemde tonnageregime: het op verzoek en onder voorwaarden toepasbare bijzondere winstregime voor de zeescheepvaart.

1.1. Gebruikte begrippen en afkortingen

2. Winst uit zeescheepvaart; toepassing normale wettelijke regels voor de winstbepaling

Als niet geopteerd is voor de tonnageregeling, wordt de winst uit zeescheepvaart berekend volgens de normale regels voor de fiscale winstberekening. Door het kapitaalintensieve karakter van de zeescheepvaart is de afschrijving op zeeschepen een belangrijke factor bij de vaststelling van de jaarwinst. Bij het bepalen van de afschrijving zal de Belastingdienst – binnen de grenzen der redelijkheid – een soepel standpunt innemen. In bepaalde gevallen mag op zeeschepen degressief (zie 2.2) of willekeurig (zie 2.3) worden afgeschreven.

2.1. Afschrijving op zeeschepen algemeen

2.2. Degressieve afschrijving

2.2.1. Goedkeuring degressieve afschrijving op nieuwe en jonge gebruikte zeeschepen

2.3. Willekeurige afschrijving

2.4. Overige situaties

2.5. Investeringsaftrek; ter beschikking stellen

3. Samenwerkingsverbanden in zeescheepvaartondernemingen

3.1. Eén of meer ondernemingen

3.2. Centrale uitvoering

4. Winst uit zeescheepvaart: forfaitaire winstvaststelling

4.1. Toepassing op verzoek

4.1.1. Aanvangsjaar tonnageregime; opstartfase onderneming

4.1.2. Zeebrief geen vereiste

4.1.3. Het begrip zee in artikel 3.22 Wet IB 2001 en de UNCLOS

4.1.4. Vervoerstraject slechts beperkt over zee

4.1.5. Vervoer ten behoeve van windmolenparken op zee

4.2. Beheer verricht in Nederland

4.3. Jaarlijkse bedrijfstijd baggerwerkzaamheden op zee

4.4. Winst uit zeescheepvaart: direct met de exploitatie van een schip samenhangende werkzaamheden

4.5. Bepaling van de winst aan de hand van tabel

4.6. Tonnagegrondslag en slotcharter

4.7. Winstsplitsing niet vervoersactiviteiten bij o.a. kabelleggers

4.8. Normaal belaste deel van de winst en investeringsaftrek

4.9. Einde tonnageperiode

4.10. Belasting over de zor

4.11. Fiscale eenheid en tonnageregeling

4.11.1. Algemeen

4.11.2. ZOR

4.11.3. Voeging dochtermaatschappij met ingang van oprichtingsdatum

4.11.4. Geen eigen beschikking bij ontvoeging uit fiscale eenheid

5. Ingetrokken regeling

6. Inwerkingtreding

Bijlage 1

Bijlage 2