Verzamelbesluit lijfrenten en andere periodieke uitkeringen
Verzamelbesluit lijfrenten en andere periodieke uitkeringen
Besluit 2024-375909
- Voorafgaande besluiten
- 2019-115021, BLKB2012/283M
- Versies van huidig besluit
Opschrift
De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Dit besluit vervangt het besluit van 16 mei 2019, nr. 2019-115021, laatstelijk gewijzigd bij besluit 13 december 2021, nr. 2021-22413. Dit besluit is geactualiseerd. In dit besluit zijn alleen de beleidsmatige onderwerpen opgenomen. Voor zover nog relevant worden de onderwerpen met een toelichtend karakter opgenomen in een vraag- en antwoorddocument.
1. Inleiding
In dit besluit zijn de beleidsstandpunten opgenomen over de lijfrenteverzekering, de lijfrenterekening, het lijfrentebeleggingsrecht, de aftrek van premies voor lijfrenteverzekeringen en de aftrek van de inleg voor lijfrenterekeningen en lijfrentebeleggingsrechten als uitgaven voor inkomensvoorzieningen onder de Wet IB 2001. Ook zijn de beleidsstandpunten opgenomen over vóór 2001 gesloten lijfrenten en andere rechten op periodieke uitkeringen voor de toepassing van de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001. Daarnaast zijn beleidsstandpunten opgenomen over onderhoudsverplichtingen in de vorm van verrekening van pensioenrechten.
1.1. Wijzigingen ten opzichte van het vorige besluit
In dit besluit is in onderdeel 12 een nieuw standpunt opgenomen inzake de verrekening van pensioenrechten door ex-samenwoners.
Veel andere wijzigingen van het besluit zijn van redactionele aard waarmee geen inhoudelijke wijzigingen zijn beoogd. In onderdeel 2.5 (Geruisloze terugstorting te veel betaalde premie/te hoge inleg) zijn twee kennisgroepstandpunten verwerkt en in onderdeel 11.1 zijn bepaalde begrippen verduidelijkt. De onderdelen 2.2.5 en 2.2.6 zijn samengevoegd in onderdeel 2.1.1 (Nagekomen bedragen bij omzetting lijfrente en restsaldo lijfrenterekening en lijfrentebeleggingsrecht na de laatste uitkering).
Ten opzichte van het vorige besluit komen de onderdelen met een toelichtend karakter niet terug in dit besluit. Voor zover deze onderdelen relevant zijn, publiceert de Kennisgroep Verzekeringsproducten en Assurantiebelasting deze als kennisgroepstandpunt op de website https://kennisgroepen.belastingdienst.nl. Verder zijn een aantal standpunten vervallen omdat deze door tijdsverloop waarschijnlijk geen belang meer hebben. Mocht dat onverhoopt toch zo zijn, dan kan het ingetrokken besluit (zie onderdeel 13) nog worden toegepast. Tenslotte zijn de goedkeuringen die waren opgenomen in onderdeel 4.2.9, 9.1.8 en 10 niet meer in dit besluit opgenomen omdat de betreffende goedkeurende regelingen zijn gecodificeerd.
De volgende onderdelen van het vorige besluit komen niet terug in dit besluit:
Begrip lijfrente (onderdeel 2.1)
Vast en gelijkmatige periodieke uitkeringen (onderdelen 2.2.1, 2.2.2, 2.2.3, 2.2.4 en 2.2.7)
Bedenktijdclausule, gewenningsclausule (onderdeel 2.3.3)
Lijfrenten voor meerderjarige invalide (klein)kinderen (onderdeel 3.1)
Aanspraken bij invaliditeit, ziekte of ongeval (onderdeel 3.2)
Declausulering van een arbeidsongeschiktheidsverzekering (onderdeel 3.4)
Combinaties van lijfrentevormen (onderdeel 4.1)
Geruisloze omzetting ingegane nabestaandenlijfrente in andere (uitgestelde) lijfrente niet mogelijk (onderdeel 4.2.2)
Nabestaandenlijfrente bedongen tussen 1 januari 1992 en 1 januari 2001 (onderdeel 4.2.3)
Uitleg begrip ‘jaren’ (onderdeel 4.2.5)
Overlijden voordat de lijfrente is vastgesteld (onderdeel 4.2.7)
Tussentijdse beëindiging en declausulering van een zuivere nabestaandenlijfrente (onderdeel 4.2.8)
Looptijd nabestaandenlijfrenterekening of nabestaandenlijfrentebeleggingsrecht bij nabestaande die AOW-leeftijd al heeft bereikt (onderdeel 4.2.9)
Overige aspecten in verband met afschaffen van de overbruggingslijfrente (onderdeel 4.5.2)
Overschrijden wettelijke termijn voor bedingen lijfrente (onderdeel 4.6)
Omzetting lijfrenteverzekering in lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht en omgekeerd (onderdeel 4.8)
Lijfrente of arbeidsongeschiktheidsverzekering in het jaar van immigratie (onderdeel 4.9)
Vóór 2001 gesloten lijfrenten; wanneer is aanpassing nodig voor premieaftrek (onderdeel 5.1)
Omzetting in lijfrente Wet IB 2001 (onderdeel 5.2)
Ingaan nabestaandenlijfrente bij Pre-Brede Herwaarderingspolis die is aangepast aan IB 2001 (onderdeel 5.3)
Pre-Brede Herwaarderingslijfrente; vervreemding om niet aan niet-inwoner(onderdeel 5.4)
Toepassing van artikel 69 Wet IB 1964 op naar nieuw regime omgezette lijfrenten (onderdeel 5.5)
Jaar- en reserveringsruimte, pensioenaangroei (factor A) (onderdeel 6.1)
Opgave in verband met pensioenverbetering (onderdeel 6.2)
Tijdstip van betalen lijfrentepremie of inleg en van totstandkomen van de levensverzekering of lijfrenteovereenkomst (onderdeel 7)
Afkoop lijfrente of periodieke uitkeringen vóór 2016 (onderdeel 9.1.1 en 9.1.2)
Premievakantie bij gemengde lijfrente; gevolgen (onderdeel 9.1.3)
Toepassing regeling voor afkoop kleine lijfrenten bij nabestaandenlijfrenten (onderdeel 9.1.5)
Toedeling nabestaandenlijfrenten (onderdeel 9.1.6)
Toedeling bloot eigendom aan vruchtgebruiker (onderdeel 9.1.7)
Afkoop lijfrente bij langdurige arbeidsongeschiktheid (onderdeel 9.1.8)
Gevolgen verbetering pensioenrechten (onderdeel 9.2)
Afkoop alimentatie door betaling van een lijfrentepremie; betaling vóór echtscheiding (onderdeel 9.3.2)
Tijdstip beoordelen hoogte overbruggingslijfrente en tijdelijke oudedagslijfrente (onderdeel 9.4)
Leefvervoer verstrekt vanuit het UWV (onderdeel 10).
1.2. Gebruikte begrippen en afkortingen
Afkortingen |
|
AOW |
|
Anw |
|
AWR |
|
Wet IB 1964 |
Wet op de inkomstenbelasting 1964 |
Wet IB 2001 |
|
Wft |
|
Begrippen |
|
Arbeidsongeschiktheidsverzekering |
Verzekering voor invaliditeit, ziekte of ongeval |
Brede Herwaardering |
Wet IB 1964; regime 1992 t/m 2000 |
Brede Herwaarderingslijfrenten |
Lijfrenten afgesloten onder het regime Brede Herwaardering (1992 tot en met 2000) |
Financiële instelling/Aanbieder |
Verzekeraar, bank, beleggingsonderneming, beheerder van een beleggingsinstelling of instelling voor collectieve belegging in effecten |
Lijfrente, lijfrenteproduct |
Lijfrenteverzekering, lijfrenterekening en lijfrentebeleggingsrecht |
Pre Brede Herwaardering |
Wet IB 1964; regime vóór 1992 |
Pre Brede Herwaarderingslijfrenten |
Lijfrenten gesloten onder het regime Pre Brede Herwaardering (vóór 1992) |