Home

Verzamelbesluit lijfrenten en andere periodieke uitkeringen

Geldig vanaf 1 februari 2025
Geldig vanaf 1 februari 2025

Verzamelbesluit lijfrenten en andere periodieke uitkeringen

Besluit 2024-375909

Voorafgaande besluiten
2019-115021, BLKB2012/283M
Versies van huidig besluit

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-02-2025]

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit vervangt het besluit van 16 mei 2019, nr. 2019-115021, laatstelijk gewijzigd bij besluit 13 december 2021, nr. 2021-22413. Dit besluit is geactualiseerd. In dit besluit zijn alleen de beleidsmatige onderwerpen opgenomen. Voor zover nog relevant worden de onderwerpen met een toelichtend karakter opgenomen in een vraag- en antwoorddocument.

1. Inleiding

In dit besluit zijn de beleidsstandpunten opgenomen over de lijfrenteverzekering, de lijfrenterekening, het lijfrentebeleggingsrecht, de aftrek van premies voor lijfrenteverzekeringen en de aftrek van de inleg voor lijfrenterekeningen en lijfrentebeleggingsrechten als uitgaven voor inkomensvoorzieningen onder de Wet IB 2001. Ook zijn de beleidsstandpunten opgenomen over vóór 2001 gesloten lijfrenten en andere rechten op periodieke uitkeringen voor de toepassing van de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001. Daarnaast zijn beleidsstandpunten opgenomen over onderhoudsverplichtingen in de vorm van verrekening van pensioenrechten.

1.1. Wijzigingen ten opzichte van het vorige besluit

In dit besluit is in onderdeel 12 een nieuw standpunt opgenomen inzake de verrekening van pensioenrechten door ex-samenwoners.

Veel andere wijzigingen van het besluit zijn van redactionele aard waarmee geen inhoudelijke wijzigingen zijn beoogd. In onderdeel 2.5 (Geruisloze terugstorting te veel betaalde premie/te hoge inleg) zijn twee kennisgroepstandpunten verwerkt en in onderdeel 11.1 zijn bepaalde begrippen verduidelijkt. De onderdelen 2.2.5 en 2.2.6 zijn samengevoegd in onderdeel 2.1.1 (Nagekomen bedragen bij omzetting lijfrente en restsaldo lijfrenterekening en lijfrentebeleggingsrecht na de laatste uitkering).

Ten opzichte van het vorige besluit komen de onderdelen met een toelichtend karakter niet terug in dit besluit. Voor zover deze onderdelen relevant zijn, publiceert de Kennisgroep Verzekeringsproducten en Assurantiebelasting deze als kennisgroepstandpunt op de website https://kennisgroepen.belastingdienst.nl. Verder zijn een aantal standpunten vervallen omdat deze door tijdsverloop waarschijnlijk geen belang meer hebben. Mocht dat onverhoopt toch zo zijn, dan kan het ingetrokken besluit (zie onderdeel 13) nog worden toegepast. Tenslotte zijn de goedkeuringen die waren opgenomen in onderdeel 4.2.9, 9.1.8 en 10 niet meer in dit besluit opgenomen omdat de betreffende goedkeurende regelingen zijn gecodificeerd.

De volgende onderdelen van het vorige besluit komen niet terug in dit besluit:

  • Begrip lijfrente (onderdeel 2.1)

  • Vast en gelijkmatige periodieke uitkeringen (onderdelen 2.2.1, 2.2.2, 2.2.3, 2.2.4 en 2.2.7)

  • Bedenktijdclausule, gewenningsclausule (onderdeel 2.3.3)

  • Lijfrenten voor meerderjarige invalide (klein)kinderen (onderdeel 3.1)

  • Aanspraken bij invaliditeit, ziekte of ongeval (onderdeel 3.2)

  • Declausulering van een arbeidsongeschiktheidsverzekering (onderdeel 3.4)

  • Combinaties van lijfrentevormen (onderdeel 4.1)

  • Geruisloze omzetting ingegane nabestaandenlijfrente in andere (uitgestelde) lijfrente niet mogelijk (onderdeel 4.2.2)

  • Nabestaandenlijfrente bedongen tussen 1 januari 1992 en 1 januari 2001 (onderdeel 4.2.3)

  • Uitleg begrip ‘jaren’ (onderdeel 4.2.5)

  • Overlijden voordat de lijfrente is vastgesteld (onderdeel 4.2.7)

  • Tussentijdse beëindiging en declausulering van een zuivere nabestaandenlijfrente (onderdeel 4.2.8)

  • Looptijd nabestaandenlijfrenterekening of nabestaandenlijfrentebeleggingsrecht bij nabestaande die AOW-leeftijd al heeft bereikt (onderdeel 4.2.9)

  • Overige aspecten in verband met afschaffen van de overbruggingslijfrente (onderdeel 4.5.2)

  • Overschrijden wettelijke termijn voor bedingen lijfrente (onderdeel 4.6)

  • Omzetting lijfrenteverzekering in lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht en omgekeerd (onderdeel 4.8)

  • Lijfrente of arbeidsongeschiktheidsverzekering in het jaar van immigratie (onderdeel 4.9)

  • Vóór 2001 gesloten lijfrenten; wanneer is aanpassing nodig voor premieaftrek (onderdeel 5.1)

  • Omzetting in lijfrente Wet IB 2001 (onderdeel 5.2)

  • Ingaan nabestaandenlijfrente bij Pre-Brede Herwaarderingspolis die is aangepast aan IB 2001 (onderdeel 5.3)

  • Pre-Brede Herwaarderingslijfrente; vervreemding om niet aan niet-inwoner(onderdeel 5.4)

  • Toepassing van artikel 69 Wet IB 1964 op naar nieuw regime omgezette lijfrenten (onderdeel 5.5)

  • Jaar- en reserveringsruimte, pensioenaangroei (factor A) (onderdeel 6.1)

  • Opgave in verband met pensioenverbetering (onderdeel 6.2)

  • Tijdstip van betalen lijfrentepremie of inleg en van totstandkomen van de levensverzekering of lijfrenteovereenkomst (onderdeel 7)

  • Afkoop lijfrente of periodieke uitkeringen vóór 2016 (onderdeel 9.1.1 en 9.1.2)

  • Premievakantie bij gemengde lijfrente; gevolgen (onderdeel 9.1.3)

  • Toepassing regeling voor afkoop kleine lijfrenten bij nabestaandenlijfrenten (onderdeel 9.1.5)

  • Toedeling nabestaandenlijfrenten (onderdeel 9.1.6)

  • Toedeling bloot eigendom aan vruchtgebruiker (onderdeel 9.1.7)

  • Afkoop lijfrente bij langdurige arbeidsongeschiktheid (onderdeel 9.1.8)

  • Gevolgen verbetering pensioenrechten (onderdeel 9.2)

  • Afkoop alimentatie door betaling van een lijfrentepremie; betaling vóór echtscheiding (onderdeel 9.3.2)

  • Tijdstip beoordelen hoogte overbruggingslijfrente en tijdelijke oudedagslijfrente (onderdeel 9.4)

  • Leefvervoer verstrekt vanuit het UWV (onderdeel 10).

1.2. Gebruikte begrippen en afkortingen

Afkortingen

 

AOW

Algemene Ouderdomswet

Anw

Algemene nabestaandenwet

AWR

Algemene wet inzake rijksbelastingen

Wet IB 1964

Wet op de inkomstenbelasting 1964

Wet IB 2001

Wet inkomstenbelasting 2001

Wft

Wet op het financieel toezicht

   

Begrippen

 

Arbeidsongeschiktheidsverzekering

Verzekering voor invaliditeit, ziekte of ongeval

Brede Herwaardering

Wet IB 1964; regime 1992 t/m 2000

Brede Herwaarderingslijfrenten

Lijfrenten afgesloten onder het regime Brede Herwaardering (1992 tot en met 2000)

Financiële instelling/Aanbieder

Verzekeraar, bank, beleggingsonderneming, beheerder van een beleggingsinstelling of instelling voor collectieve belegging in effecten

Lijfrente, lijfrenteproduct

Lijfrenteverzekering, lijfrenterekening en lijfrentebeleggingsrecht

Pre Brede Herwaardering

Wet IB 1964; regime vóór 1992

Pre Brede Herwaarderingslijfrenten

Lijfrenten gesloten onder het regime Pre Brede Herwaardering (vóór 1992)

1.3. Basis goedkeuringen

2. Voorwaarden voor lijfrenten ( artikel 1.7, eerste en derde lid, Wet IB 2001 )

2.1. Vaste en gelijkmatige periodieke uitkeringen

2.1.1. Nagekomen bedragen bij omzetting lijfrente en restsaldo lijfrenterekening en lijfrentebeleggingsrecht na de laatste uitkering

2.1.2. Restsaldo lijfrente uitkerend in beleggingseenheden

2.1.3. Gevolgen van door toezichthouders getroffen maatregelen

2.2. Afkoopverbod en opzegging of ontbinding

2.3. Herstel onjuiste verzekeringspolis of lijfrenteovereenkomst

2.4. Herstel (foutieve) overboeking naar lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht

2.5. Geruisloze terugstorting van te veel betaalde premie of te hoge inleg

3. Tussentijdse beëindiging van een arbeidsongeschiktheidsverzekering of zuivere nabestaandenlijfrente

4. Nabestaandenlijfrente

4.1. Gerechtigden tot nabestaandenlijfrenten; niet-natuurlijk persoon

4.2. Uitstel nabestaandenlijfrente tot tijdstip beëindiging Anw

4.3. Onzekerheidsvereiste bij nabestaandenlijfrenteverzekering

5. Oudedagslijfrenten en overbruggingslijfrenten

5.1. Oudedagslijfrente op twee levens

5.2. Overbruggingslijfrente

5.3. Uiterste ingangsdatum (tijdelijke) oudedagslijfrente onder Brede Herwaardering gesloten

6. Stroomlijning voorwaarden voor lijfrentebeleggingsrechten

7. Brede Herwaarderingslijfrenten

8. Pre Brede Herwaarderingslijfrente; heffing na een overschrijding wettelijke termijn

9. Pensioenaangroei voor belastingplichtigen die een Belgisch rustpensioen opbouwen

10. Handelingen in strijd met de voorwaarden

10.1. Verzuimde aftrek; herstelmogelijkheid

10.2. Onttrekken premie voor periodieke uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid aan lijfrentekapitaal

11. Echtscheiding

11.1. Toerekening lijfrente bij echtscheiding; geen gemeenschap van goederen

11.2. Afkoop van alimentatie door middel van een lijfrente; onzekerheidsvereiste

11.3. Afkoop van alimentatieverplichting in de vorm van een lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht

11.4. Verrekening van pensioenrechten in de vorm van een lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht

12. Verrekening van pensioenrechten door ex-samenwoners

13. Ingetrokken regeling

14. Inwerkingtreding

15. Citeertitel