Home

Schenk- en erfbelasting, internationale aspecten

Geldig vanaf 16 mei 2025
Geldig vanaf 16 mei 2025

Schenk- en erfbelasting, internationale aspecten

Besluit 2024-18281

Voorafgaande besluiten
BLKB/2013M/1870M, DGB2010/878M, CPP2005/1649M, CPP2005/2546M, VB96/1317
Versies van huidig besluit

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 16-05-2025]

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit is een actualisering van het besluit van 15 oktober 2014, nr. BLKB2013M/1870M en bevat het beleid over voorkoming van dubbele schenk- en erfbelasting en de toepassing van de woonplaatsficties in de Successiewet 1956.

Onderdeel 12 van het besluit van 15 oktober 2014 is vervallen omdat dit onderdeel door rechtspraak achterhaald is. Het nieuwe onderdeel 12 bevat een goedkeuring voor de toepassing van de evenredigheidsbreuk van artikel 47 van het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001. De overige onderdelen zijn waar nodig in lijn gebracht met de huidige wet- en regelgeving.

1. Inleiding

Dit besluit actualiseert en vervangt het besluit van 15 oktober 2014, nr. BLKB2013M/1870M. In dit besluit is het beleid opgenomen over:

  1. de voorkoming van dubbele schenk- en erfbelasting; en

  2. de toepassing van de artikelen 2 en 3 van de Successiewet 1956.

Onderdeel 2 bevat een goedkeuring voor verrekening van uitstel van betaling van Belgisch Successierecht verleend op grond van artikel 79 van het Wetboek der Successierechten. De tekst is aangepast omdat deze bepaling niet langer in het Vlaamse Gewest van kracht is.

Onderdeel 6 is aangevuld in verband met de inwerkingtreding van de Europese Erfrechtverordening.

Onderdeel 7 is aangevuld met een onderdeel dat de behandeling voor de schenk- en erfbelasting beschrijft van een ambtenaar die werkt voor een in Nederland gevestigde internationale organisatie.

Onderdeel 12 van het oude besluit is vervallen. In onderdeel 12 van het oude besluit werd verondersteld dat de schenking uit een huwelijksgoederengemeenschap (economisch gezien) voor de helft wordt toegerekend aan ieder van de echtgenoten. Naar aanleiding van een uitspraak van gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is deze veronderstelling en daarmee dit onderdeel achterhaald.1 In deze uitspraak heeft het gerechtshof beslist dat de enkele omstandigheid dat echtgenoten in algehele gemeenschap van goederen zijn gehuwd, niet betekent dat een echtgenoot (mede) partij is bij een door de andere echtgenoot aangegane rechtshandeling. De omstandigheid dat een echtgenoot in gemeenschap van goederen is gehuwd, brengt dus voor de werking van artikel 3 van de Successiewet 1956 niet mee dat de andere echtgenoot partij is bij de schenking. Voor de toepassing van dit artikel zijn dus alleen de woonplaats en nationaliteit van de handelende echtgenoot van belang.

In het nieuwe onderdeel 12 is een goedkeuring opgenomen waardoor het mogelijk is om bij toepassing van artikel 47 van het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001, in de noemer van de evenredigheidsbreuk van artikel 47, derde lid, van het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 rekening te houden met de vrijstelling van de bedrijfsopvolgingsregeling zoals omschreven in hoofdstuk IIIA van de Successiewet 1956. Deze goedkeuring geldt ook voor de artikelen 48 en 51 van het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001.

De overige onderdelen van het besluit zijn overgenomen uit het genoemde besluit van 15 oktober 2014, nr. BLKB2013M/1870M. Daarbij zijn waar nodig ter verduidelijking enkele redactionele wijzigingen aangebracht, zonder inhoudelijke gevolgen.

De goedkeuringen in dit besluit zijn gebaseerd op artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hardheidsclausule).

1.1. Gebruikte begrippen en afkortingen

2. Gelijksoortige successie- en schenkingsbelasting

2.1. Verrekening bij uitstel van betaling Belgisch successierecht

3. Belasting geheven door een federatief georganiseerde Staat

4. Verrekening van door een staat van de VS geheven successiebelasting

5. Wisselkoers

6. Mogelijkheden voor verdergaande verrekening van buitenlandse successie- en schenkingsbelasting

7. Toepassing van artikel 39 van de AWR

8. Samenloop van de artikelen 47 en 48 met artikel 49 BVDB

9. Toerekening en berekening per verkrijger

10. Aanvang tienjaarsperiode bij einde publiekrechtelijke dienstbetrekking

11. Wijziging van nationaliteit na emigratie

12. Toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling bij de berekening van de evenredigheidsbreuk ter voorkoming van dubbele erf- en schenkbelasting

13. Ingetrokken regeling

14. Inwerkingtreding