Home

Besluit juridische afsplitsing 2025

Geldig vanaf 25 september 2025
Geldig vanaf 25 september 2025

Besluit juridische afsplitsing 2025

Besluit 2025-219642

Voorafgaande besluiten
2022-188692, 2021-5953
Versies van huidig besluit

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 25-09-2025]

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit bevat het beleid voor de juridische afsplitsing in de vennootschapsbelasting en vervangt het besluit van 12 augustus 2022, nr. 2022-188692, (Stcr. 2022, 22290). Met de actualisering van dit besluit is het volgende gewijzigd. Dit besluit bevat geen tekstblokken meer voor de inspecteur. De beleidsmatige onderdelen van deze tekstblokken zijn in het huidige besluit verwerkt in de hoofdtekst van het besluit, een inhoudelijke beleidswijziging is niet beoogd. Paragraaf 3.3 verduidelijkt dat met het afgeven van een beschikking op grond van artikel 14a, derde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 de inspecteur geen zekerheid verstrekt over de zogenoemde ontgaanstoets van artikel 14a, zesde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. De toelichting op artikel 13ca van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 is vervallen, omdat de kans klein is dat deze met ingang van 2006 vervallen bepaling via het overgangsrecht nog toepassing vindt. In paragraaf 7.2. geldt geen beperking meer voor de algemene toestemming van de inspecteur voor situaties waarbij de afsplitsende rechtspersoon of verkrijgende rechtspersoon de rechtsvorm heeft van een coöperatie. Voor de situatie dat de verkrijgende rechtspersoon valt onder artikel 9, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de afsplitsende rechtspersoon niet, is in paragraaf 7.3.2. een (aanvullende) voorwaarde opgenomen. Paragraaf 8 over het meegeven van verliezen is zo geherformuleerd dat als voldaan wordt aan de voorwaarden, de goedkeurende regeling direct van toepassing is. Een voorafgaande beslissing door de inspecteur is niet meer vereist. Door deze aanpassing is het beleid voor het meegeven van verliezen bij juridische afsplitsing nu procedureel gelijk aan dit beleid bij de andere reorganisatiefaciliteiten. De inhoudelijke voorwaarden voor toepassing van de goedkeuring zijn ongewijzigd. Paragraaf 8.5 ‘Andere subjectgebonden aanspraken’ is nieuw toegevoegd. In paragraaf 9.2 is verduidelijkt dat de goedkeuring met betrekking tot te late verzoeken vervalt door het onherroepelijk worden van een aanslag die is vastgesteld met inachtneming van een belaste overdracht. Daarnaast bevat het besluit enkele redactionele wijzigingen.

1. Inleiding

De juridische afsplitsing wordt geacht een overdracht te zijn (artikel 14a, eerste lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969). In eenvoudige gevallen geldt voor de winst die daardoor wordt behaald een faciliteit direct op grond van de wet (artikel 14a, tweede lid, Wet Vpb 1969). In andere gevallen kan ik de inspecteur toestaan onder het stellen van voorwaarden een faciliteit te verlenen (artikel 14a, derde lid, Wet Vpb 1969).

In de paragrafen 2 tot en met 6 van dit besluit staat mijn beleid voor de toepassing van artikel 14a Wet Vpb 1969. Hier wordt onder andere ingegaan op de voorwaarden die in het algemeen worden gesteld bij de toepassing van artikel 14a, derde lid, Wet Vpb 1969. Deze voorwaarden zijn opgenomen in bijlage 1 van dit besluit. Met nadruk wijs ik erop dat het algemene karakter van de voorwaarden meebrengt dat de voorwaarden worden gewijzigd of aangevuld al naar gelang de bijzondere omstandigheden van het geval.

In paragraaf 7 wordt een algemene toestemming verleend aan de inspecteur tot het afdoen van bepaalde verzoeken om toepassing van artikel 14a, derde lid, Wet Vpb 1969. Paragraaf 7 bevat verder instructies voor de afdoening van verzoeken die wel en die niet onder de algemene toestemming vallen.

Paragraaf 8 bevat het beleid voor het meegeven van verliezen van de afsplitsende rechtspersoon aan de verkrijgende rechtspersoon, wanneer als rechtstreeks gevolg van een juridische afsplitsing de belastingplicht van de afsplitsende rechtspersoon eindigt.

In paragraaf 9 is het beleid opgenomen over te laat ingediende verzoeken om toepassing van artikel 14a, derde lid, Wet Vpb 1969.

Paragraaf 10 geeft aan welk besluit is ingetrokken.

Paragraaf 11 geeft aan met ingang van welke datum dit besluit in werking treedt.

Paragraaf 12 bevat de citeertitel.

De goedkeuringen in dit besluit zijn gebaseerd op artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

1.1. Gebruikte begrippen en afkortingen

Awb

Algemene wet bestuursrecht

Bvdb 2001

Besluit voorkoming dubbele belasting 2001

BW

Burgerlijk Wetboek

Wet IB 2001

Wet inkomstenbelasting 2001

Wet Vpb 1969

Wet op de vennootschapsbelasting 1969

afsplitsing

een splitsing waarbij de splitsende rechtspersoon blijft bestaan als bedoeld in artikel 14a Wet Vpb 1969

afsplitsende rechtspersoon

de rechtspersoon die in het kader van een afsplitsing vermogensbestanddelen overdraagt

verkrijgende rechtspersoon

de rechtspersoon die in het kader van een afsplitsing vermogensbestanddelen verkrijgt, dan wel de fiscale eenheid als bedoeld in artikel 15 Wet Vpb 1969 waartoe deze rechtspersoon (eventueel) behoort

overgedragen onderneming

de in het kader van de afsplitsing overgedragen dan wel reeds vóór het afsplitsingstijdstip aanwezige vermogensbestanddelen met de daarbij eventueel behorende activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon

afsplitsingstijdstip

het tijdstip met ingang waarvan de overgedragen vermogensbestanddelen worden geacht rechtstreeks voor rekening en risico van de verkrijgende rechtspersoon te komen

2. Systematiek van de regeling

3. Nadere omschrijving wettelijke begrippen

3.1. Overgang onder algemene titel in het kader van een afsplitsing

3.2. Winst

3.3. Ontgaan of uitstellen van belastingheffing

3.4. Verkrijgende rechtspersoon is gevoegde dochtermaatschappij

4. Terugwerkende kracht afsplitsing

4.1. Goedkeuring en voorwaarden

4.2. Geen terugwerking voor zover geen fiscale faciliteit

5. Bijzondere situaties

5.1. In een buitenlandse vaste inrichting geleden, nog in te halen verliezen

5.2. De afsplitsende rechtspersoon heeft een opwaarderingsreserve gevormd in de zin van artikel 13ba, Wet Vpb 1969

5.3. Afsplitsende rechtspersoon behoudt subjectgebonden aanspraken

6. Toelichting op de voorwaarden

7. Formele aspecten van de indiening en afhandeling van verzoeken om een fiscaal geruisloze afsplitsing

7.1. Indiening verzoeken

7.2. Omvang algemene toestemming aan de inspecteur

7.3. Afdoening verzoeken die onder de algemene toestemming vallen; te stellen voorwaarden

7.3.1. Het verzoek wordt ingewilligd

7.3.2. Verkrijgende rechtspersoon is een artikel 9, eerste lid, onderdeel f, Wet Vpb 1969 coöperatie en afsplitsende rechtspersoon niet

7.3.3. Het verzoek wordt ingewilligd onder het stellen van een afwijkend afsplitsingstijdstip

7.4. Verzoeken die niet onder de algemene toestemming vallen

7.5. Gelijktijdige toepassing artikel 3.65 Wet IB 2001

7.6. Samenloop verzoeken artikel 14a en artikel 15 Wet Vpb 1969

8. Meegeven van verliezen bij einde belastingplicht afsplitsende rechtspersoon

8.1. Algemeen

8.2. Goedkeuring voorwaartse verrekening van verliezen

8.3. Goedkeuring achterwaartse verliesverrekening

8.4. Verzoeken die niet onder de goedkeuring vallen

8.5. Andere subjectgebonden aanspraken

9. Te laat ingediende verzoeken

9.1. Algemeen

9.2. Goedkeuring en voorwaarden

9.3. Indiening verzoeken

9.4. Toestemming aan de inspecteur

10. Ingetrokken regeling

11. Inwerkingtreding

12. Citeertitel

Bijlage 1. (2025-183572)

Bijlage 2. (2025-183572)