Home

Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting; geruisloze omzetting artikel 3.65 Wet IB 2001; standaardvoorwaarden en toelichting

Geldig vanaf 5 november 2025
Geldig vanaf 5 november 2025

Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting; geruisloze omzetting artikel 3.65 Wet IB 2001; standaardvoorwaarden en toelichting

Besluit 2025-21695

Voorafgaande besluiten
DGB2010/3599M, CPP2004/1568M
Versies van huidig besluit

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 05-11-2025]

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit beleidsbesluit is een actualisering van het besluit van 30 juni 2010, nr. DGB 2010/3599M (Stcrt. 2010, 10512). Dit beleidsbesluit bevat de standaardvoorwaarden en het beleid voor de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting voor een geruisloze omzetting op grond van artikel 3.65 Wet IB 2001. Belangrijke wijzigingen betreffen onderdeel 3.4. en de achtste standaardvoorwaarde. De wijziging van onderdeel 3.4. betreft verruiming van de bestaande goedkeuring voor kort gezegd inbreng in een holding. In de vernieuwde achtste standaardvoorwaarde is thans de voorwaarde opgenomen die voorheen in een bijlage bij het beleidsbesluit werd gesteld aan een geruisloze omzetting met een in het buitenland woonachtige aandeelhouder. Een opsomming van alle inhoudelijke wijzigingen is opgenomen in onderdeel 1.

1. Inleiding

Op grond van artikel 3.65 Wet IB 2001 wordt bij het omzetten van een onderneming in een in de vorm van een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid gedreven onderneming op verzoek van de belastingplichtige de onderneming onder voorwaarden geacht niet te zijn gestaakt. Dit besluit bevat de door de Minister van Financiën nader te stellen geactualiseerde voorwaarden voor de toepassing van dit artikel. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking waarin deze voorwaarden zijn opgenomen. De zogenoemde standaardvoorwaarden zijn opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit. In dit besluit wordt eerst de wettelijke regeling nader toegelicht, waarbij enkele goedkeuringen worden verleend. Daarna worden de standaardvoorwaarden toegelicht.

In onderdeel 15 van dit besluit geef ik de inspecteur een algemene machtiging voor de afdoening van een aantal groepen van gevallen. Voor de overige verzoeken zal ik per geval een machtiging tot afdoening aan de inspecteur geven.

De volgende onderdelen zijn aangepast, verduidelijkt of nieuw toegevoegd:

  • Onderdeel 2.2.2.a Omzetting/inbreng onderneming.

    In dit onderdeel is verduidelijkt dat bij inbreng van een verhuurde onderneming of een winstrecht de vereiste inbreng van een onderneming aanwezig is als de verhuur, of het winstrecht, zodanig is dat sprake is van medegerechtigdheid en de medegerechtigdheid de rechtstreekse voortzetting vormt van ondernemerschap met betrekking tot die onderneming.

  • Onderdeel 3.4 Inbreng in holding.

    De goedkeuring is verruimd. De huidige goedkeuring staat alleen inbreng in de holding toe als deze wordt gevolgd door een overdracht1 van de omgezette onderneming aan ‘die dochtervennootschap’ waarvan de activiteiten in dezelfde lijn liggen. De verruimde goedkeuring staat ook toe dat de holding de aandelen in “die dochtermaatschappij” middellijk houdt, en ook dat wordt overgedragen aan een nieuw op te richten dochtervennootschap of aan een bestaande dochtermaatschappij zonder activiteiten.

  • Onderdeel 4.2.2 Directe overdracht onderneming met toepassing van artikel 14 of 15 Wet Vpb 1969. Letter b van de goedkeuring. Daarbij is verduidelijkt dat bij de vervreemding van de overgedragen onderneming niet alleen kan plaatsvinden tegen uitreiking van cumulatief preferente aandelen, maar ook tegen zogenoemde ‘letteraandelen’. Ter verduidelijking zijn voorbeelden opgenomen.

    Daarnaast is de goedkeuring in onderdeel 4.2.3. aangevuld met een overdracht met toepassing van artikel 14a Wet Vpb 1969.

  • Onderdeel 6.1 Voor winstbepaling geen staking.

    Verduidelijkt is over welke reserves dient te worden afgerekend.

  • Onderdeel 8 Vierde standaardvoorwaarde.

    De belastingplichtige mag op het overgangstijdstip worden gecrediteerd voor de materieel verschuldigde inkomstenbelasting en premie voor de volksverzekeringen. In dezelfde lijn is nu toegevoegd dat dit ook heeft te gelden voor het inkomensafhankelijke deel van de premie Zorgverzekeringswet.

  • Onderdeel 12 Achtste standaardvoorwaarde.

    Standaardvoorwaarde acht is omgenummerd naar standaardvoorwaarde negen. De achtste standaardvoorwaarde in dit besluit geeft de voorwaarde die wordt gesteld voor het geval sprake is van een geruisloze omzetting met een in het buitenland woonachtige aandeelhouder. Deze voorwaarde komt in de plaats van de in bijlage 2 bij het besluit van 30 juni 2010, nr. DGB 2010/3599M (Stcrt. 2010, 10512) opgenomen voorwaarde. De voorwaarde is geherformuleerd.

  • Onderdeel 13.1.2 (voorheen 12.1.2) Terugwerkende kracht toegestaan onder voorwaarden.

    Een van de voorwaarden is dat er geen incidenteel fiscaal voordeel wordt beoogd of behaald. In dit besluit is nader toegelicht wat in dit verband in ieder geval onder incidenteel fiscaal voordeel wordt begrepen.

  • Onderdeel 13.2 (voorheen 12.2) Ondernemersfaciliteiten in de voor-voorperiode.

    In dit onderdeel is een goedkeuring opgenomen voor de situatie waarin een belastingplichtige een S&O-verklaring heeft.

  • Onderdeel 15.3 (voorheen 14.3) Beslissing inspecteur bij beschikking.

    De laatste zin in dit onderdeel van het vervallen besluit vermelde kort gezegd dat na het onherroepelijk worden van de beschikking de rechtsgeldigheid van de voorwaarden niet meer aan de orde kon worden gesteld bij enig bezwaar. Als gevolg van het arrest van de Hoge Raad van 17 december 2010, ECLI:NL:HR:2010:BO7489, is deze laatste zin van dit onderdeel vervallen. Volgens het hiervoor vermelde arrest kan de rechtsgeldigheid van de voorwaarden ook ter toetsing worden voorgelegd in het kader van een rechtsmiddel tegen een aan de belastingplichtige opgelegde aanslag waarin aan een of meer van die voorwaarden uitvoering wordt gegeven.

De volgende onderdelen van het voorgaande besluit zijn niet meer opgenomen in dit besluit. Deze onderdelen hebben hun belang verloren door wetswijziging, jurisprudentie of waren van voorlichtende aard.

  • Onderdeel 2.1.2 Recht op vrijstelling.

    Dit onderdeel is vanwege het voorlichtende karakter niet meer opgenomen.

  • Onderdeel 2.1.3 Beoordeling verkrijgingsprijs.

    Dit onderdeel is vanwege het voorlichtende karakter niet meer opgenomen.

  • Onderdeel 11.3 Bijzondere situaties.

    Dit onderdeel is in zijn geheel (inclusief subonderdelen) geschrapt. Als gevolg van het huidige artikel 28c Wet Vpb 1969 en het vervallen van artikel 13ca Wet Vpb 1969 is de tekst niet meer relevant.

Daarnaast is het besluit redactioneel aangepast en anders ingedeeld. Dit bevordert de leesbaarheid. Met deze aanpassingen zijn geen inhoudelijke wijzigingen beoogd.

De in dit besluit opgenomen goedkeuringen zijn gebaseerd op artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen of artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht.

1.1. Gebruikte begrippen en afkortingen

Belastingplichtige:

Een natuurlijk persoon of rechtspersoon van wie verschuldigde belasting wordt geheven.

Overgangstijdstip:

Het tijdstip van overgang van de heffing van inkomstenbelasting naar de heffing van vennootschapsbelasting.

Samenwerkingsverband:

Een fiscaal transparante vennootschap met meer dan één deelnemer die als ondernemer dan wel als medegerechtigde belastbare winst uit onderneming genieten.

Vennootschap:

De naar Nederlands recht opgerichte naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid als bedoeld in artikel 2:64, respectievelijk 2:175, van het Burgerlijk Wetboek of een daarmee vergelijkbare buitenlandse rechtsvorm.

Wet IB 2001:

Wet inkomstenbelasting 2001.

Wet Vpb 1969:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969.

2. Algemeen

2.1. Geruisloze omzetting in een vennootschap

2.1.1. Doorschuiven belastingclaim

2.1.2. Naar buitenlands recht opgerichte vennootschap

2.2. Begrip onderneming

2.2.1. Subjectieve onderneming

2.2.2. Omzetting

2.2.2.a. Omzetting/inbreng onderneming
2.2.2.b. Inbreng één onderneming
2.2.2.c. Inbreng meer ondernemingen
2.2.2.c.1. Eén ondernemer: meer objectieve ondernemingen
2.2.2.c.2. Meer ondernemers: één objectieve onderneming

2.3. Geruisloze omzetting na doorschuiving

3. Inbreng in een bestaande vennootschap

3.1. Activiteitentoets

3.2. Aandeelhouderschap

3.3. Fiscale eenheid

3.4. Inbreng in holding

4. Onttrekkingen en voortzetting van de onderneming

4.1. Onttrekking vermogensbestanddelen

4.1.1. Welke vermogensbestanddelen

4.1.2. Tijdstip onttrekking

4.2. Voortzetting van de onderneming

4.2.1. Geheel van rechtshandelingen gericht op overdracht of liquidatie

4.2.2. Directe overdracht onderneming met toepassing van artikel 14 of 15 Wet Vpb 1969

4.2.3. Directe overdracht onderneming met toepassing van artikel 14a Wet Vpb 1969

4.2.3.1. Afsplitsing tegen uitreiking van aandelen
4.2.3.2. Overige splitsingsvormen

5. Eerste standaardvoorwaarde

5.1. Begrip vervreemding van aandelen

5.2. Bewijslast bij vervreemding van aandelen

5.2.1. Bewijslast. Vervreemding geen onderdeel van een geheel van rechtshandelingen

5.2.2. Vervreemding in het kader van aandelenfusie of juridische fusie

6. Tweede standaardvoorwaarde

6.1. Voor winstbepaling geen staking

6.2. Investeringsaftrek en desinvesteringsbijtelling

6.3. Willekeurige afschrijving

6.4. Regelingen ter voorkoming van dubbele belasting

7. Derde standaardvoorwaarde

7.1. Verliesverrekening bij samenvoegen ondernemingen

8. Vierde standaardvoorwaarde

8.1. Creditering

8.1.1. Ratio beperkte creditering

8.1.2. Toegestane creditering; maximum

9. Vijfde standaardvoorwaarde

9.1. Aandelen

9.2. Verschillende soorten aandelen

9.3. Slechts voor inbrengers aandelen

10. Zesde standaardvoorwaarde

10.1. Bepaling verkrijgingsprijs. Objectieve vrijstellingen/negatieve terugkeerreserve

11. Zevende standaardvoorwaarde

11.1. Deelnemingen

11.2. Meer dan één deelneming

12. Achtste standaardvoorwaarde

12.1. Verhoging aanslag inkomstenbelasting

12.1.1. Berekening van het geconserveerde bedrag

12.1.2. Berekening vennootschapsbelastingclaim

12.2. Uitstel van betaling

12.2.1. Verrekening

12.2.2. Invorderingsrente

12.3. Beëindiging uitstel; genieten belastbaar inkomen

12.3.1. Beëindiging uitstel; verplaatsing feitelijke leiding

12.4. (Gedeeltelijke) kwijtschelding van de aanslag

13. Negende standaardvoorwaarde

13.1. Overgangstijdstip

13.1.1. Bepaling overeenkomstig wet en jurisprudentie

13.1.2. Terugwerkende kracht toegestaan onder voorwaarden

13.1.3. Intentieverklaring

13.1.4. Tijdige ontvangst op andere wijze

13.2. Ondernemersfaciliteiten in de voor-voorperiode

13.3. Termijn totstandkoming en inbreng

13.3.1. Algemeen

13.3.2. Aanpassing overgangstijdstip

14. Tiende standaardvoorwaarde

14.1. Akkoordverklaring

15. Indiening en behandeling verzoek

15.1. Inhoud verzoek

15.2. Termijn voor indiening

15.3. Beslissing inspecteur bij beschikking

15.4. Sanctie op overtreding van de voorwaarden

15.5. Beoordeling verzoek

15.6. De beschikking met de voorwaarden

15.6.1. Inwilliging verzoek

15.6.2. Afwijzing verzoek

15.7. Inlichtingen

16. Ingetrokken regeling

17. Inwerkingtreding

Bijlage 1