Home

Gerechtshof Amsterdam, 22-11-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:3823, 21/00014

Gerechtshof Amsterdam, 22-11-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:3823, 21/00014

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
22 november 2022
Datum publicatie
8 maart 2023
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2022:3823
Zaaknummer
21/00014
Relevante informatie
Art. 7 lid 1 Wet OB 1968, Art. 15 Wet OB 1968, Art. 35a lid 1 Wet OB 1968, Art. 52 AWR

Inhoudsindicatie

Naheffingsaanslag omzetbelasting.

Belanghebbende slaagt niet in het bewijs voor het recht op aftrek van voorbelasting. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank (HAA 19/4189).

Uitspraak

kenmerk 21/00014

22 november 2022

uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] (h.o.d.n. [bedrijf] ), wonende te [Z] , belanghebbende,

(gemachtigde: mr. M.A.A. van Tongeren),

tegen de uitspraak van 20 november 2020 in de zaak met kenmerk HAA 19/4189 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het tijdvak 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd van € 5.211 en daarbij € 894 heffingsrente in rekening gebracht en een boete opgelegd van € 2.500.

1.2.

De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar de naheffingsaanslag verminderd tot € 4.754, de heffingsrente tot € 815 en de boete tot € 2.300.

1.3.

Bij uitspraak van 20 november 2020 heeft de rechtbank als volgt beslist op het beroep tegen deze uitspraak (belanghebbende is aangeduid als ‘eiseres’ en de inspecteur als ‘verweerder’):

De rechtbank:

-verklaart het beroep gegrond;

-vernietigt de uitspraak op bezwaar;

-vernietigt de boetebeschikking en handhaaft de naheffingsaanslag en de rentebeschikking;

-bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;

-veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.050;

-draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 174 aan eiseres te vergoeden.

1.4.

Het door belanghebbende ingestelde hoger beroep is op 6 januari 2021 op de griffie van het Hof ingekomen. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld op 4 februari 2021. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 oktober 2022, gelijktijdig met de behandeling van het hoger beroep van belanghebbende met kenmerk 21/00015. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Tussen partijen vaststaande feiten

2.1.

De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld:

“1. Onder de naam [bedrijf] drijft eiseres een onderneming in de vorm van een eenmanszaak. In het handelsregister van de Kamer van Koophandel zijn de onderneming en de ondernemingsactiviteiten omschreven als organisatieadviesbureau, Arbo begeleiding en re-integratie, organiseren van congressen en beurzen, arbeidsbemiddeling, advisering op het gebied van management en bedrijfsvoering. (…)

2. Per brief van 9 maart 2015 heeft verweerder aangekondigd dat hij bij eiseres een boekenonderzoek zou uitvoeren. Doel van het onderzoek was het vaststellen van de aanvaardbaarheid van de aangiften inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB) en omzetbelasting over het jaar 2013. Het onderzoek begon op 9 april 2015 en tijdens de controle is het onderzoek uitgebreid naar de jaren 2011 en 2012.

3. Met dagtekening 24 december 2016 heeft verweerder de onderhavige naheffingsaanslag opgelegd en de boetebeschikking en de rentebeschikking gegeven.

4. Op 6 april 2017 heeft verweerder het controlerapport uitgebracht dat in kopie tot de gedingstukken behoort. In paragraaf 3.3 van het controlerapport wordt een uitvoerige uiteenzetting gegeven over de voorgang van de controle en wordt onder meer vermeld dat eiseres tijdens de controle tweemaal van adviseur is veranderd. In paragraaf 3.4 wordt geconstateerd dat de administratie van eiseres om de volgende redenen niet voldoet aan de eisen artikel 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr):

 Belastingplichtige heeft tot driemaal toe een andere administratie ingeleverd;

 De administratieve overzichten sluiten niet aan met de ingediende aangiften inkomsten- en omzetbelasting;

 De omzet is niet of niet volledig geboekt;

 Er zaten groten verschillen tussen de kosten in de aangiften inkomstenbelasting en de verlies- en winstrekeningen;

 De kostenbonnen lagen niet op volgorde;

 Van de kosten waren niet alle bonnen aanwezig, sommige bonnen zijn geheel blanco;

 Er zat een met de hand geschreven kladje bij dat als kosten is geboekt, hier bleek niet uit of het zakelijke kosten waren;

 In de specificatie van de kosten stonden kosten vermeld waarvan de naam niet overeen kwam met de kostenbonnen;

 Kosten werden dubbel geboekt;

 De btw was niet te herleiden naar het juiste tarief;

 Er werd in 2013 dubieuze debiteuren geboekt als kosten, er is in de administratie niet terug te vinden welke maatregelen zijn getroffen om dat geld alsnog te ontvangen;

 Belastingplichtige voert kosten die een privékarakter hebben op als zakelijke kosten.

5. Paragraaf 8.2 van het controlerapport bevat het volgende correctieoverzicht omzetbelasting:

2011

2012

2013

Correctie paragraaf 5.1.2 volledigheid omzet

0

236

0

Correctie paragraaf 5.2.2 beheerkosten

19

21

23

Correctie paragraaf 5.2.3 benzinekosten

Correctie paragraaf 5.2.3 parkeerkosten

Correctie paragraaf 5.2.4 overige reiskosten

Correctie paragraaf 5.2.5 website/pr

142

0

0

Correctie paragraaf 5.2.5 acquisitie

181

229

20

Correctie paragraaf 5.2.5 overige verkoopkosten

225

0

0

Correctie paragraaf 5.2.5 project Haïti

215

474

191

Correctie paragraaf 5.2.5 congreskosten

0

1.703

606

Correctie paragraaf 5.2.6 kantoorkosten

911

1.335

594

Correctie paragraaf 5.2.6 lidmaatschapskosten

37

36

47

Correctie paragraaf 5.2.6 telefoon/internetkosten

199

318

221

Correctie paragraaf 7.1 aansluiting omzetbelasting

2.128

524

1.076

Correctie paragraaf 7.6 verschuldigde omzetbelasting

0

54

0

Correctie paragraaf 7.7 voorbelasting (pro rata regeling)

840

211

Correctie paragraaf 7.8.2 privégebruik auto

697

466

466

4.754

6.236

3.455

6. Op basis van de uitkomsten van het boekenonderzoek heeft verweerder bij de bestreden uitspraak op bezwaar de naheffingsaanslag verminderd tot € 4.754 met dienovereenkomstige vermindering van de boete en de heffingsrente.”

2.2.

Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden, zal ook het Hof daarvan uitgaan. In aanvulling daarop stelt het Hof het volgende vast.

2.3.

In het rapport van het boekenonderzoek is vermeld dat ‘beheerkosten’ kosten betreffen van de woning van belanghebbende van waaruit zij ook werkt, waaronder elektra en water.

2.4.

De gecorrigeerde voorbelasting onder de noemer ‘website/pr’ betreft volgens het rapport van het boekenonderzoek (i) € 47,50 voorbelasting begrepen in de aanbetaling op een factuur waarvan later ook nog een keer het volledige daarop vermelde bedrag aan omzetbelasting (€ 95) is geboekt en (ii) een bedrag van € 95 aan omzetbelasting vermeld op een factuur ten name van Stichting [stichting] .

2.5.

Over de correctie onder de noemer ‘acquisitiekosten’ is het volgende vermeld in het rapport van het boekenonderzoek:

“Als acquisitiekosten zijn kosten geboekt die gemaakt zij bij:

Rancho, De Smeltkroes, Price, Big Bazaar, Ikea, Toko, Deli, Rooz, La Place, Sissling Wok, Ciel, Kaaspaleis, Lall Rookh., KFC, Bagels, Hopitaal, Take Away, BP, H&M, Gosie, Renaissance, 1stklas, Duty, Carte, Warung, AH, Bakker, Diamond, Rodizio, Siershop, Airport, Tuinen, Yami, Makro, Panos, R&B, Cafe, Boni, Chan, Smullers, Aux, Posthoorn, Broodzaak, Aristo, Total, AC, Fresen, Yami, Otie, Hema, Charlie, Ferguson, V&D, Arcen, Karibe, Valerie, Hakkelaar, C1000, Patrick, Lucky en Nails.

Ik heb een steekproef genomen uit de kassabonnen en deze beoordeeld en geconstateerd dat het bonnen betreffen van de dagelijkse boodschappen en uitjes. Gezien de namen van de warenhuizen c.q. winkels zijn dit geen acquisitiekosten. Het gaat hier om kosten gemaakt voor boodschappen, lunch of tussendoortjes c.q. snacks die genuttigd zijn bij bovenstaande winkels. Dagelijkse uitgaven zijn niet aftrekbaar als kosten omdat niet wordt voldaan aan de voorwaarden voor aftrek, het zijn geen kosten die gemaakt zijn in het kader van de onderneming (niet zakelijk). Dit betreft kosten die gemaakt zijn in de privésfeer.

(…)”

2.6.

De gecorrigeerde voorbelasting onder de noemer ‘overige verkoopkosten’ betreft volgens het rapport van het boekenonderzoek (i) € 57 aan omzetbelasting vermeld op een factuur voor nagellak en vijlen voor internationale vrouwendag, (ii) € 94,62 aan omzetbelasting die in totaal is vermeld op drie facturen gericht aan Stichting [stichting] , (iii) € 1,60 aan afgetrokken omzetbelasting waarvoor niet een factuur aanwezig was in de administratie en (iv) € 71,85 aan omzetbelasting die belanghebbende zelf heeft berekend uit facturen waarop geen omzetbelasting was vermeld. Van de facturen gericht aan Stichting [stichting] en van een van de facturen waaruit zij zelf omzetbelasting heeft berekend, heeft belanghebbende gecorrigeerde exemplaren verstrekt aan de Belastingdienst. In het rapport van het boekenonderzoek is hierop de volgende reactie van de Belastingdienst opgenomen:

“De eerder overgelegde facturen (…) stonden op naam van Stichting [stichting] . De nieuwe facturen staan op naam van [bedrijf] . De facturen hebben een ander logo, lay-out, omschrijving en omzetbelastingnummer. Hierdoor is dus ook sprake van een andere crediteur. Gelet op het grote verschil in opmaak e.d. en het feit dat nu sprake is van een andere crediteur ben ik van mening dat de zakelijkheid niet is aannemelijk gemaakt. (…)

De nieuwe factuur van “Francais pour tous!” heeft een andere lay-out en bevat nu omzetbelasting. Over de zakelijkheid van de kosten wordt verder geen verklaring gegeven. Gelet op de aard van de opleiding (Franse les) ben ik van mening dat hier geen sprake is van een opleiding ten behoeve van de onderneming maar van een opleiding voor privé. Derhalve is de zakelijkheid niet aannemelijk gemaakt. (…)”

2.7.

Over ‘project Haïti’ is in het rapport van het boekenonderzoek onder meer vermeld dat tegenover de kosten geen omzet staat, de werkzaamheden die belanghebbende heeft verricht onduidelijk zijn en dat in de administratie slechts enkele stukken zijn aangetroffen die op de betaalde bedragen betrekking hebben met omschrijvingen als ‘voedselpakket’, ‘gift’, ‘overvracht’ en ‘spullen’.

2.8.

Over de correctie onder de noemer ‘kantoorkosten’ is het volgende vermeld in het rapport van het boekenonderzoek:

“Als kantoorkosten zijn bij de volgende winkels de aankopen gedaan en als kosten geboekt:

Plaza, Ako, Polki, Blokker, Hema, Officecentre, Kappa, Unoca, Schrijvers, Iddink, Ikea, Praxis, Kwantum, MM, Staples, Vulpen, Digi, Global, Leen Bakker en Handy.

Van de bovenstaande kosten zijn een aantal bonnen niet aanwezig. Diverse bonnen zijn ingeboekt onder een andere naam dan die van de leverancier.

Er zitten bonnen bij met de volgende omschrijving op de bon:

 nickelodeon magazine, personen weegschaal, privé plafond lamp, kwasten, glaswerk, keukentrap, klapstoel, Ikea stoelen, parket vintage Oak plinten;

 in plaats van factuur van Praxis een bon van Kwantum;

 i.p.v. bon van Ikea een bon van Praxis tapijtlijmverwijderaar, antislip trap, lakrol, knauf, snelgips, schuurpapier, M&M’s peanuts, Histor monodek, plafondlamp, haak, beker, schaaltje, blad, spiegel, jaloezieën;

 i.p.v. bon van Praxis een bon van de Maranatha ministeries;

 bon praxis dranken, laminaat wit eiken + bezorgkosten praxis;

 i.pv. bon van Staples een bon van Iddink inzake kosten schoolboeken voor een kind;

 i.p.v. bon van Staples een bon van Maranatha ministeries, één mug 350 ml (beker);

 pasfoto’s;

 i.p.v. factuur van Ikea een factuur van Woon en Doe Het Zelfwinkel Reigersbos, betreft woonartikelen;

 i.p.v. bon van Global een factuur van Woon en Doe Het Zelfwinkel Reigersbos, betreft woonartikelen;

 i.p.v. bon van Leen Bakker een bon van Staples Office Centre;

 i.p,v. een bon van Handy een van Leen bakker betreft een aanbetaling;

 i.p.v. bon van Leen Bakker een van Handy betreft stofzakken en meetlint;

 i.p.v. bon van Polki een van Leen Bakker, betreft een aanbetaling;

 i.p.v. bon van whz een van Ikea, betreft huishoudelijke artikelen zoals washandjes, pantoffel, geurkaars enz.

Gezien de aard van de artikelen gedaan bij bovenstaande zaken zijn dit geen zakelijke kosten. Dit zijn kosten met een privé karakter. De kosten waar geen bon van aanwezig is in de administratie en de kosten die privé zijn corrigeer ik. (…)”

2.9.

De gecorrigeerde voorbelasting onder de noemer ‘lidmaatschapskosten’ betreft volgens het rapport van het boekenonderzoek afgetrokken omzetbelasting waarvoor niet een factuur aanwezig was in de administratie en omzetbelasting die is betaald voor lidmaatschappen van de Evangelische Omroep en de Vereniging Eigen Huis.

2.10.

De gecorrigeerde voorbelasting onder de noemer ‘telefoon/internetkosten’ betreft volgens het rapport van het boekenonderzoek afgetrokken omzetbelasting die niet is vermeld op een factuur die aanwezig was in de administratie en afgetrokken omzetbelasting voor de vaste telefoonaansluiting in de privéwoning van belanghebbende.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

In hoger beroep is nog in geschil of de inspecteur terecht omzetbelasting heeft nageheven in verband met correcties in de aftrek van voorbelasting. Belanghebbende heeft ter zitting bij het Hof haar beroepsgrond over de correctie voor het aansluitingsverschil en de correctie voor het privégebruik auto ingetrokken.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 De uitspraak van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing