Home

Gerechtshof Amsterdam, 29-04-2025, ECLI:NL:GHAMS:2025:1421, 23/672

Gerechtshof Amsterdam, 29-04-2025, ECLI:NL:GHAMS:2025:1421, 23/672

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
29 april 2025
Datum publicatie
12 juni 2025
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2025:1421
Formele relaties
Zaaknummer
23/672
Relevante informatie
Art. 229 Gemw, Art. 8:15 Awb, Art. 8:42 Awb

Inhoudsindicatie

Aanslag vastrecht onderhoud in verband met grafrecht. Wrakingsverzoek buiten behandeling gesteld vanwege wrakingsverbod.

Uitspraak

kenmerk 23/672

29 april 2025

uitspraak van de vijftiende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,

tegen de uitspraak van 7 juni 2023 in de zaak met kenmerk AMS 21/6086 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente [Z], de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende een aanslag “vastrecht onderhoud” van € 91 voor het jaar 2020 opgelegd.

1.2.

Bij uitspraak op bezwaar van 19 november 2021 heeft de heffingsambtenaar het tegen de aanslag gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft daartegen beroep ingesteld.

1.4.

De rechtbank heeft het tegen de uitspraak op bezwaar ingestelde beroep ongegrond verklaard.

1.5.

Het tegen de uitspraak van de rechtbank door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 18 juli 2023. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

Op 1 november 2024 heeft de heffingsambtenaar een nader stuk ingediend.

1.7.

Belanghebbende heeft op 26 november 2024, 2 december 2024, 15 januari 2025 en
16 april 2025 aanvullende stukken ingediend.

1.8.

Bij brief van 3 december 2024 heeft belanghebbende een wrakingsverzoek ingediend. Als gevolg daarvan kon de zitting van 4 december 2024 geen doorgang vinden.

1.9.

Bij beslissing van 18 december 2024 met zaaknummer 200.348.737/01 heeft de wrakingskamer van het Hof belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking en bepaald dat een volgend wrakingsverzoek in de onderhavige zaak niet in behandeling zal worden genomen.

1.10.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 april 2025. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

1.11.

Na afloop van de zitting zijn op 23 april 2025 (om 21:13) en 25 april 2025 (om 16:41) per e-mail nadere stukken van belanghebbende ontvangen. Met laatstgenoemd stuk heeft belanghebbende een tweede wrakingsverzoek ingediend.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende beschikt over de rechten op een graf, genummerd [#1] , gelegen op begraafplaats [bedrijf 2] . Het grafrecht is in 2004 uitgegeven door de gemeente [Z] voor een periode van 20 jaar.

2.2.

Op de opdrachtbon die belanghebbende op 11 februari 2004 heeft ondertekend voor de uitvoering van de begrafenis door de begrafenisondernemer ( [bedrijf 1] ) staan onder meer de volgende kosten vermeld:

Aantal Prijs in €

(…) (…) (…)

Verzorgd door derden

Begraafrecht eigen graf 1 659,50

Huur eigen graf categorie C (20 jaar) 1 1.110,10

Onderhoud eigen graf 1 jaar 1 47,50

(…) (…) (…)

2.3.

Belanghebbende heeft een tarieventabel 2004 overgelegd waarin onder meer het volgende is vermeld:

“gemeente

[Z] Tarieven 2004 (Verkorte lijst) [bedrijf 2]

Een volledige lijst op aanvraag verkrijgbaar bij de balie van [bedrijf 2]

1. Begraafrecht

maandag t/m vrijdag van 9 tot 15.00

hierna en zon- en fees[tdagen]

Eigen graf

€ 659,50

€ 1483,90

(…)

(…)

(…)

2. Pacht (koop) eigen grafruimte 20 jaar

éénmalig

(…)

(…)

Categorie C 2.00 x 1.00

€ 1110,10

(…)

(…)

5. Onderhoud eigen graven 20 jaar

per jaar

éénmalig

Algemeen (vastrecht)

€ 47,50

€ 950,00

(…)

(…)

(…)

2.4.

De artikelen 2 en 5 van de “Verordening grafrechten [bedrijf 2] 2020” van de gemeente [Z] ” luiden:

“Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats, voor het gebruik van het crematorium en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats of het crematorium.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

(…)”

De in artikel 5 bedoelde tarieventabel luidt, voor zover hier van belang, in het jaar 2020:

B.6

Onderhoud

Tarief in €

B.6.01

Vastrecht per jaar

€ 91

Bijzondere bepalingen

Onder het van gemeentewege onderhouden van de begraafplaats wordt verstaan:

Onderhoud algemeen groen, kosten afvoer blad, onderhoud bomen, nieuwe aanplant plantsoen, onderhoud paden, servicepunten en banken

Het recht is tevens inclusief het onderhoud van de op de eigen graven aangebrachte beplantingen (exclusief rozen).

Voor de afkoop voor het onderhouden van de begraafplaats kan een afkoopsom worden gestort voor een periode gelijk aan de jaarlijkse onderhoudsrechten

Uitsluitend om te voldoen aan de volledig resterende termijn kan de afkoop voor het onderhouden van de begraafplaats voor een kortere periode anders dan 10 jaar worden toegestaan (zolang het graf verlengd is). Hiertoe wordt per jaar het vastrecht geheven.”

2.5.

In zijn beslissing van 18 december 2024 heeft de wrakingskamer van het Hof in rechtsoverweging 4.6 als volgt overwogen en beslist:

“De wrakingskamer constateert dat sprake is van meerdere vergeefs gedane

wrakingsverzoeken in zaken die steeds zien op de jaarlijkse heffing van hetzelfde

gemeentelijke recht met telkens nagenoeg dezelfde gronden tot wraking, die niet concreet

zijn toegespitst op de behandelende raadsheer. Daarbij komt dat het verzoek tot wraking

van mr. Leijdekker grotendeels een herhaling van de eerdere afgewezen verzoeken is. Het

onderhavige wrakingsverzoek kan in dat licht naar het oordeel van de wrakingskamer dan

ook in redelijkheid niet anders worden verstaan dan als aanwending van de bevoegdheid

tot wraking voor een ander doel dan waarvoor deze is gegeven. Nu sprake is van evident

misbruik van recht zal de wrakingskamer op grond van artikel 4, tweede lid onder h, van

het Wrakingsprotocol het wrakingsverzoek zonder zitting niet-ontvankelijk verklaren. Ook

zal de wrakingskamer daarom bepalen dat een volgend verzoek tot wraking met betrekking

tot de zaak met nummer BK-AMS 23/672 niet in behandeling zal worden genomen.”

3 Geschil in hoger beroep

Evenals in eerste aanleg is in hoger beroep in geschil of de aanslag “vastrecht onderhoud” voor het jaar 2020 terecht is opgelegd.

4 Het oordeel van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil in hoger beroep

6 Kosten

7 Beslissing