Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-05-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:4440, 16/00953 en 16/00954

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-05-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:4440, 16/00953 en 16/00954

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
30 mei 2017
Datum publicatie
2 juni 2017
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2017:4440
Formele relaties
Zaaknummer
16/00953 en 16/00954

Inhoudsindicatie

Artikel 3.5 Wet IB 2001. Werkzaamheden verpleegkundige zijn in casu aan te merken als zelfstandige uitoefening van een beroep. Bemiddelingsbureau vervult slechts faciliterende rol.

Uitspraak

Belastingkamer

locatie Leeuwarden

nummers 16/00953 en 16/00954

uitspraakdatum: 30 mei 2017

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Leeuwarden (hierna: de Inspecteur)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 14 juni 2016, nummers LEE 15/2972 en 15/2973, in het geding tussen de Inspecteur en

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is over het jaar 2009 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd. Voorts is bij beschikking heffingsrente berekend.

1.2.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard.

1.3.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2010 een aanslag in de IB/PVV en een aanslag in de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) opgelegd. Voorts is bij beschikkingen heffingsrente berekend.

1.4.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard. De Inspecteur heeft belanghebbendes bezwaarschrift tevens aangemerkt als een verzoek om ambtshalve vermindering en het verzoek op de voet van artikel 9.6, derde lid, van de Wet IB 2001 bij voor bezwaar vatbare beschikking afgewezen.

1.5.

Belanghebbende is tegen de onder 1.2 en 1.4 vermelde uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep voor het jaar 2009 tegen de navorderingsaanslag in de IB/PVV en de daarmee samenhangende beschikking heffingsrente gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar en de navorderingsaanslag vernietigd, en de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig verminderd. De Rechtbank heeft de uitspraken op bezwaar voor het jaar 2010 inzake de aanslagen in de IB/PVV en de Zvw en de daarmee samenhangende beschikkingen heffingsrente vernietigd. Belanghebbende heeft tegen de op de voet van artikel 9.6, derde lid, van de Wet IB 2001 genomen beschikking rechtstreeks beroep ingesteld. Ter zitting hebben partijen tegenover de Rechtbank verklaard dat zij de bezwaarfase met toepassing van artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wensen over te slaan, zodat de Rechtbank het beroep inzake het jaar 2010 heeft aangemerkt als een (rechtstreeks) beroep dat gericht is tegen de afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering. Naar het Hof begrijpt, heeft de Rechtbank voormelde beschikking van overeenkomstige toepassing geacht op de aanslag in de Zvw. De Rechtbank heeft dit (rechtstreekse) beroep tegen de afwijzing op het verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslagen in de IB/PVV en de Zvw en de daarmee samenhangende beschikkingen heffingsrente gegrond verklaard, de (afwijzende) beslissing op het verzoek om ambtshalve vermindering vernietigd, de aanslag in de IB/PVV voor 2010 verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 19.165, de aanslag in de Zvw voor 2010 verminderd naar een bijdrage-inkomen van € 19.165 en de beschikkingen heffingsrente dienovereenkomstig verminderd. Voorts heeft de Rechtbank een proceskostenvergoeding toegekend.

1.6.

De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

1.7.

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, de van de Rechtbank ontvangen dossiers die op deze zaak betrekking hebben alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.8.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 april 2017. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is werkzaam als verpleegkundige. Ze is als zorgverlener geregistreerd in het BIG-register. Belanghebbende is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Daarbij heeft zij haar activiteiten geregistreerd als “het verlenen van verpleegkundige zorg”.

2.2.

Belanghebbende is in de betreffende jaren 2009 en 2010 werkzaam geweest via bemiddeling door [A] . In deze jaren is belanghebbende werkzaam geweest voor mevrouw [B] , wonende te [C] (hierna ook: zorgvrager). In 2009 is belanghebbende daarnaast 10 maanden werkzaam geweest voor de heer [D] . Belanghebbende verrichtte deze 24-uurswerkzaamheden met een aantal collegae in teamverband. Het ging doorgaans om 2 hele etmalen achtereen per week (48 uur), beginnend rond het middaguur of iets eerder op de dag. Tot de gedingstukken behoort geen schriftelijke overeenkomst opgesteld tussen belanghebbende en [A] . Evenmin behoort een schriftelijke overeenkomst opgesteld tussen belanghebbende en zorgvrager tot de gedingstukken.

2.3.

De door belanghebbende voor zorgvrager verrichte werkzaamheden betreffen geen AWBZ thuiszorg in natura, maar (thuis)zorg buiten het wettelijk kader van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Wet toelating zorginstellingen.

2.4.

Tot de gedingstukken behoren de ‘Algemene voorwaarden en condities [A] BV/Stichting [A] ’. Hierin is – voor zover hier van belang – het volgende opgenomen:

“Artikel 1. Toepasselijkheid

1.1

Deze algemene voorwaarden en condities zijn van toepassing op alle overeenkomsten, zowel mondeling als schriftelijk, tussen [A] en opdrachtgever, (…)

(…)

Artikel 2. Diensten en producten

2.1

[A] bemiddelt in opdracht van opdrachtgevers tussen opdrachtgevers en zelfstandige zorgverleners in verpleging en verzorging, ouderenzorg, begeleidende zorg, gezinszorg, gehandicaptenzorg en biedt tevens voorlichting en administratieve begeleiding.

2.2

[A] is een AWBZ toegelaten bemiddelingsbureau in de thuiszorg.

2.3

De zorgafspraken kunnen te allen tijde aangepast worden na overleg met zelfstandige zorgverlener en [A]

(…)

Artikel 4. Opdrachtgevers

4.1

Onder opdrachtgevers worden verstaan particuliere cliënten, cliënten met een Persoons Gebonden Budget, verzekeringsmaatschappijen en door AWBZ-gefinancierde projecten/georganiseerde zorg.

Artikel 5. Zelfstandige zorgverleners

5.1

Onder zelfstandige zorgverleners worden verstaan verpleegkundigen (…). De zorgverleners zijn als zodanig werkzaam, volgens de criteria die worden gesteld aan hun deskundigheid en opleidingsniveau en aan het zelfstandig ondernemerschap.

5.2

De zelfstandige zorgverlener heeft tot haar/zijn voornaamste taak de zorg voor de cliënt.

5.3

De zelfstandige zorgverlener zal zijn/haar werkzaamheden uitvoeren volgens zijn/haar protocollen/beroepscodes van de zorgverlener.

Artikel 6. Aansprakelijkheid voor selectie

6.1

De bemiddeling tussen opdrachtgever en zorgverlener komt pas tot stand na akkoord van beide partijen. Wanneer de zorgverlener niet blijkt te voldoen aan de eisen van de cliënt is [A] niet aansprakelijk. (…)

6.2

Het is de opdrachtgever/cliënt verboden binnen een tijdvak van 1 jaar na het beëindigen van de overeenkomst met [A] , met zorgverleners die via [A] bij opdrachtgever/cliënt zijn geweest, een contract te sluiten op welke wijze dan ook.

(…)

Artikel 10. Aansprakelijkheid tijdens de uitvoering werkzaamheden zorgverlener/vrijwaring

10.1

[A] aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die opdrachtgever of derden mochten lijden als gevolg van een doen of (na)laten of (anderszins) functioneren van de zorgverlener. Opdrachtgever vrijwaart [A] tegen aansprakelijkheid jegens derden.

(…)

Artikel 11. Tarieven

11.1 (…)

Zie tarievenlijst welke op verzoek wordt toegestuurd. Prijswijzigingen voorbehouden.

11.2

De partijen gaan er van uit dat bij het tot stand komen van de overeenkomst een honorarium wordt overeengekomen waarbij achteraf wordt gefactureerd op grond van de werkelijk bestede zorguren tegen het tarief dat geldt ten tijde van de uitvoering van de zorg. Dit betekent dat tussentijdse prijswijzigingen na het aangaan van het zorgcontract worden gehanteerd bij facturatie. Dit betekent dat in principe geen vast honorarium wordt overeengekomen, tenzij partijen uitdrukkelijk en schriftelijk anders overeenkomen.

(…)

Artikel 12. Facturering en betaling (n.v.t. bij zorg in natura)

12.1

[A] verzorgt de verzending van de door de zorgverlener declarabel gestelde uren. Gelijkertijd ontvangt de opdrachtgever/cliënt een declaratie inzake bemiddelingskosten.

12.2

De opdrachtgever/cliënt zal de in rekening gebrachte bedragen binnen 14 dagen na factuurdatum aan één van de vermelde bank-/gironummers, ten gunste van de op de factuur vermelde begunstigden betalen.

(…)”

2.5.

Tot de gedingstukken behoort een informatiefolder (' [A] Thuiszorg 2011'), bestemd voor de zorgverlener, waarin – voor zover hier van belang – het volgende is opgenomen:

“(…)

Via welke kanalen kan de hulp van [A] worden ingeroepen?

(…)

Het intakegesprek met de nieuwe cliënt wordt gedaan door een bureaumedewerker(ster) van [A] . Daarna bespreekt hij of zij de verkregen (vertrouwelijke) informatie met de zorgverlener. Dit zijn gegevens als: de reden van het inschakelen van [A] , het bespreken van de thuissituatie, ziekte, medicatie, adressen van artsen, specialisten en contactpersonen. Op deze manier krijgt de zelfstandig zorgverlener een duidelijk beeld van de cliënt en zijn of haar situatie. De zorgverlener kan dan de keuze maken of hij/zij zijn diensten wil/kan aanbieden aan de cliënt. Hij/zij maakt samen met de cliënt het zorgplan. Deze gegevens worden genoteerd in een zorgdossier dat bij de cliënt thuis ligt en daar ook door de zorgverleners wordt bijgewerkt. Het zorgdossier is eigendom van de cliënt, aangeboden door [A] . (…)

(…)

Werktijden

De zorguren bemiddelt via [A] lopen tot en met 24 uur per dag. Afhankelijk van de tijden waarop u beschikbaar bent. Het is de bedoeling dat u meerdere cliënten krijgt aangeboden, waaruit u een keuze kunt maken. De zorg wordt meestal gegeven in teamverband. De cliënt bespreking gebeurt om de 4 á 6 weken en u kunt hiervoor gebruik maken van een ruimte op één van de vestigingen van [A] .

Verhindering

Mocht u door ziekte of andere onvoorziene omstandigheden verhinderd zijn, dan vragen wij u zo spoedig mogelijk voor vervanging te zorgen door contact op te nemen met één van uw teamleden. Het is namelijk voor de cliënt het prettigst als bij verhindering één van de vaste teamleden wordt ingezet. Als dit niet lukt, belt u dan zo snel mogelijk met onze medewerkers op kantoor.

(…)

De financiële afwikkeling

Wij verzorgen in opdracht van u, maandelijks het versturen van uw declaratie naar de cliënt. De cliënt dient het bedrag binnen drie weken aan u over te maken. Het is van uiterst belang dat u uw gewerkte uren plus eventuele extra kosten op het urenregistratieformulier (te downloaden van onze site) getekend door u aan ons toestuurt. Zodra wij uw getekende formulier hebben ontvangen, kunnen wij de declaratie voor u verzorgen.

Administratieve bijdrage

[A] vraagt geen inschrijfgeld, maar een administratieve bijdrage van 4% van uw bruto verdiensten via [A] . De nota voor deze bijdrage wordt u éénmaal per kwartaal toegezonden. Voor dit bedrag bieden wij o.a. de volgende service;

wij zoeken voor u uw cliënten, wij sturen in opdracht van u de rekening naar de cliënten over de door u gewerkte uren, u krijgt per 3 maanden een rekeningoverzicht van de door ons aan uw klant gestuurde rekeningen, u ontvangt een jaaroverzicht, wij bieden u een bijscholingsprogramma aan, u kunt gebruik maken van een collectieve verzekering via [E] . (…), wij zorgen voor regionale en landelijke advertenties, wij bieden u vergaderruimte met kantoorfaciliteiten, de [A] Privilegepas en houden u op de hoogte van de veranderingen in de zorg op nationaal niveau. De administratieve bijdrage is volledig belasting aftrekbaar.

Bijscholing

[A] heeft een uitgebreid bijscholingsaanbod voor gediplomeerde en ongediplomeerde zorgverleners. Voor de verpleeghulpen worden met regelmaat ADL cursussen georganiseerd. Wij verwachten van ieder toekomstige verpleeghulp dat zij aan deze cursus zal deelnemen. Na deelname wordt een certificaat uitgereikt. (…)

(…)”

2.6.

Belanghebbende heeft een beroepsaansprakelijkheidsverzekering afgesloten.

2.7.

Zowel voor het jaar 2009 als voor het jaar 2010 heeft belanghebbende een aanvraagformulier voor een verklaring arbeidsrelatie (VAR) ingediend, waarin zij de voordelen uit haar werkzaamheden heeft aangemerkt als winst uit onderneming (hierna: WUO). Conform deze aanvraag is aan belanghebbende een VAR-WUO verstrekt voor de jaren 2009 en 2010.

2.8.

In de aangifte in de IB/PVV (en de Zvw) voor de jaren 2009 en 2010 heeft belanghebbende haar inkomsten uit werkzaamheden als verpleegkundige aangemerkt als WUO en heeft zij de zelfstandigenaftrek en MKB-winstvrijstelling geclaimd.

2.9.

Naar aanleiding van een boekenonderzoek over de periode 2009 tot en met 2012, naar aanleiding waarvan de Inspecteur concludeert dat de VAR-WUO op onjuiste gronden is verstrekt, heeft de Inspecteur de onderhavige navorderingsaanslag in de IB/PVV over 2009, met dagtekening 25 oktober 2014, en de aanslagen in de IB/PVV en de ZVW voor 2010, met dagtekening 23 oktober 2014, opgelegd. Daarbij zijn de door belanghebbende aangegeven inkomsten uit werkzaamheden als verpleegkundige aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden (hierna: ROW) en zijn de door belanghebbende geclaimde zelfstandigenaftrek en MKB-winstvrijstelling gecorrigeerd.

2.10.

Bij brief met dagtekening 3 december 2014, binnengekomen bij de Inspecteur op 12 december 2014, is belanghebbende tegen de onder 2.9 genoemde (navorderings)aanslagen in bezwaar gekomen.

3 Geschil

3.1.

In geschil is het antwoord op de vraag of de voordelen die belanghebbende geniet uit de werkzaamheden die zij als zorgverlener verricht zijn aan te merken als winst uit onderneming (ter zake van de zelfstandige uitoefening van een beroep). Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend en de Inspecteur ontkennend.

3.2.

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.

3.3.

De Inspecteur heeft, gelet op het hierna onder 4.1 genoemde nadere standpunt, geconcludeerd tot, naar het Hof begrijpt, vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank inzake de navorderingsaanslag in de IB/PVV over 2009 en de daarbij behorende beschikking heffingsrente, tot vernietiging van de betreffende uitspraken op bezwaar, en tot handhaving van de navorderingsaanslag in de IB/PVV over 2009 en de daarbij behorende beschikking heffingsrente. Inzake de aanslagen in de IB/PVV en de Zvw voor 2010 en de daarbij behorende beschikkingen heffingsrente concludeert de Inspecteur tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot bevestiging van de uitspraken op bezwaar en tot bevestiging van de (afwijzende) beslissing op het verzoek om ambtshalve vermindering.

3.4.

Belanghebbende concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing