Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-01-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:476, 200.226.518/01

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-01-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:476, 200.226.518/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
16 januari 2018
Datum publicatie
18 januari 2018
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2018:476
Formele relaties
Zaaknummer
200.226.518/01

Inhoudsindicatie

Verzoek tot EET-waarmerking van een hypotheekakte. Na uitwinning blijft de hypotheekakte zijn executoriale kracht behouden voor de restantschuld, nu de bestaande vordering met voldoende bepaaldheid is omschreven. Verzoek tot waarmerking wordt toegewezen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.226.518

(zaaknummer/rekestnummer rechtbank Noord-Nederland C/17/155988/KG RK 17-228)

beschikking van 16 januari 2018

in de zaak van

ABN AMRO Hypotheken Groep B.V., tevens h.o.d.n. Direktbank, Direktbank Woonhypotheken, Direktbank Hypotheken en Direktbank Spaarvoorziening,

gevestigd te Amsterdam,

appellante,

in eerste aanleg: verzoekster,

hierna: ABN AMRO,

advocaat: mr. J.M. Veldhuis, kantoorhoudend te Amsterdam,

tegen

[geïntimeerde] ,

zonder bekende woon- of verblijfplaats in en buiten Nederland,

geïntimeerde,

in eerste aanleg: gerekwestreerde,

hierna: [geïntimeerde].

1 De procedure in eerste aanleg

Voor de procedure in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de beschikking van 27 juli 2017 die de voorzieningenrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, heeft gegeven.

2 De procedure in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het beroepschrift van ABN AMRO van 25 oktober 2017 (met producties).

2.2

Vervolgens heeft het hof beschikking bepaald.

2.3

ABN AMRO verzoekt in hoger beroep, samengevat, (A) de beschikking van de voorzieningenrechter te vernietigen en (B) de authentieke akte d.d. 3 juli 2006 met kenmerk hypotheek 87.51.47.399, verleden door mr. Anne de Bruin, kandidaat-notaris te Leeuwarden, te waarmerken als Europese executoriale titel als bedoeld in de Verordening (EG) Nr. 805/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen (Pb EU L 143).

3 Het verzoek en de beslissing in eerste aanleg

3.1

ABN AMRO heeft in eerste aanleg op de voet van artikel 7 Uitvoeringswet van de Verordening (EG) Nr. 805/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen (hierna: Uitvoeringswet EET-Verordening) verzocht dat de voorzieningenrechter de op 3 juli 2006 tussen haar en [geïntimeerde] verleden notariële hypotheekakte waarmerkt als een Europese executoriale titel als bedoeld in de Verordening (EG) Nr. 805/2004 (hierna: de EET-Verordening).

3.2

De voorzieningenrechter heeft dit verzoek afgewezen op de grond dat geen sprake is van een authentieke akte inzake een niet-betwiste schuldvordering als bedoeld in de EET-Verordening. Daartoe heeft de voorzieningenrechter overwogen dat de - na uitwinning van de woning waarop het hypotheekrecht rustte - resterende schuldvordering van € 85.823,19 niet uitdrukkelijk bij authentieke akte wordt erkend door [geïntimeerde] .

4 De beoordeling van de grieven en het verzoek in hoger beroep

5 De beslissingHet hof, rechtdoende in hoger beroep:vernietigt de beschikking van de voorzieningenrechter te Leeuwarden van 27 juli 2017