Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-09-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:7183, 21-001197-17
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-09-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:7183, 21-001197-17
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 16 september 2020
- Datum publicatie
- 16 september 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2020:7183
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2022:86
- Zaaknummer
- 21-001197-17
Inhoudsindicatie
Wegens verschillende fiscale delicten en valsheid in geschrift veroordeelt het hof verdachte, die registeraccountant is geweest en daarna zelfstandig ondernemer is geworden, tot gevangenisstraf voor de duur van negen maanden. Het hof heeft daarbij onder meer acht geslagen op de aard en omvang van de gepleegde delicten, het benadelingsbedrag en de hoedanigheid van verdachte.
Uitspraak
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001197-17
Uitspraak d.d.: 16 september 2020
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem -Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel van 20 februari 2017 met parketnummer 08-996112-15 in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1962,
wonende te [woonplaats] .
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 8 mei 2019 en 2 september 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte wegens de feiten 1, 2, 3 primair, 4 primair, 6 en 7 subsidiair tot gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadslieden, mr. M. Hendriks en mr. A.G. Haasnoot, naar voren is gebracht.