Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-10-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:8468, 21-002490-19
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-10-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:8468, 21-002490-19
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 7 oktober 2020
- Datum publicatie
- 20 oktober 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2020:8468
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2019:2118, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- 21-002490-19
Inhoudsindicatie
Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de ontnemingsvordering wegens het gebrek aan een veroordeling in de hoofdzaak.
Uitspraak
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002490-19
Uitspraak d.d.: 7 oktober 2020
TEGENSPRAAK
ONTNEMINGSZAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland van 29 april 2019 met parketnummer 05-881229-15 op de vordering ingevolge artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, in de ontnemingszaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1977,
wonende te [woonplaats] .
Het hoger beroep
De betrokkene heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 24 september 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door betrokkene en haar raadsman, mr. B.P.J. van Riel, naar voren is gebracht.