Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-10-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:8945, 19/00426

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-10-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:8945, 19/00426

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
27 oktober 2020
Datum publicatie
6 november 2020
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:8945
Formele relaties
Zaaknummer
19/00426

Inhoudsindicatie

IB/PVV. Lid van coöperatie. Navordering. Redelijkerwijs kenbare fout. Nalaten geautomatiseerde afdoening van aangiften te blokkeren is geen beoordelingsfout. Winst uit onderneming?

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 19/00426

uitspraakdatum: 27 oktober 2020

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de Rechtbank Gelderland van 27 februari 2019, nummer AWB 17/66, ECLI:NL:RBGEL:2019:820, in het geding tussen belanghebbende en

de Inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2013 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd. Bij beschikking is belastingrente berekend.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft op digitale wijze (via beeldbellen) plaatsgevonden op 15 juli 2020. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende, geboren [in] 1963, is werkzaam als deskundige in de utiliteitsbouw en woningbouw. Tot 1 maart 2013 was belanghebbende in loondienst werkzaam bij [A] B.V.

2.2.

Door belanghebbende en zijn echtgenote is op 15 februari 2013 - ingeschreven in het handelsregister op 18 februari 2013 - de Coöperatie [B] (hierna: de coöperatie). opgericht. De activiteiten betreffen: "Technisch ontwerp en advies voor stedenbouw, verkeers-, tuin- en landschapskunde, ruimtelijke ordening en planologie". Als bestuurders van de coöperatie staan belanghebbende (voorzitter) en zijn echtgenote (secretaris / penningmeester) ingeschreven. Verder is binnen de coöperatie niemand werkzaam.

2.3.

Volgens het ledenregister van coöperatie luidt de stemverhouding: belanghebbende 45%, zijn echtgenote 45% en de coöperatie 5%. Belanghebbende en zijn echtgenote zijn ieder voor 50% gerechtigdheid tot het vermogen, de winst en het liquidatiesaldo.

2.4.

In de akte van oprichting is in de artikelonderdelen 4.1 en 4.9 bepaald dat leden en oud-leden niet aansprakelijk zijn voor de verbintenissen van de coöperatie en dat eveneens de aansprakelijkheid van de leden of de oud-leden voor een tekort van de coöperatie is uitgesloten.

2.5.

Op 1 maart 2013 is belanghebbende - als opdrachtnemer - met de coöperatie - als opdrachtgever - een overeenkomst van dienstverlening aangegaan. De inhoud van de overeenkomst is neergelegd in de “Akte van dienstverlening tussen de Coöperatie [B] [a-straat 1] [Z] & de heer [X] h.o.d.n. [C] [a-straat 1] [Z] ” (hierna: akte van dienstverlening).

2.6.

In de akte van dienstverlening zijn partijen onder andere het volgende overeengekomen:

"Artikel 1: Adviseurstaken

1. Opdrachtgever geeft hierbij opdracht aan opdrachtnemer om werkzaamheden te verrichten ten behoeve van de opdrachtgever, bestaande uit bouwconsultancy, bouwadviezen, bouwontwerpen en leidinggeven op bouwplaatsen, welke opdracht opdrachtnemer hierbij aanvaardt.

2. Voor de uitvoering van de werkzaamheden in het kader van deze overeenkomst, zal opdrachtnemer zich gedurende gemiddeld 5 dagen van 8 uur aan opdrachtgever ter beschikking stellen. Mocht de opdrachtgever meer uren in portefeuille verstrekken, zal daarover overleg worden gevoerd.

(…)

Artikel 3: Uitvoering overeenkomst

(…)

4. Opdrachtnemer is gehouden gevolg te geven aan tijdig verleende en verantwoorde aanwijzingen van opdrachtgever omtrent de uitvoering van de opdracht.

5. Het is opdrachtnemer toegestaan een ander dan zichzelf de werkzaamheden te laten verrichten mits de persoon die ervoor in de plaats komt, daartoe naar het oordeel van opdrachtgever gekwalificeerd is.

Artikel 4: Vergoeding

(…)

3. De vergoeding ingevolge dit artikel is niet (langer) verschuldigd, indien en zodra opdrachtnemer gedurende een aaneengesloten periode van 3 maand(en) geen uitvoering (meer) geeft aan deze overeenkomst. Indien echter opdrachtnemer geen uitvoering (meer) kan geven aan deze overeenkomst ten gevolge van arbeidsongeschiktheid is opdrachtgever de vergoeding ingevolge dit artikel niet (meer) verschuldigd, indien en zodra deze arbeidsongeschiktheid een aaneengesloten periode van meer dan 3 maanden heeft geduurd. Perioden, waarin opdrachtnemer geen uitvoering kan geven aan deze overeenkomst als bedoeld in dit lid, worden samengesteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan 14 dagen opvolgen.

(…)

Artikel 9: VAR-WUO

1. Opdrachtnemer beschikt over een Verklaring ArbeidsRelatie-WUO, zodat over de door opdrachtgever aan opdrachtnemer te betalen vergoeding geen loonbelasting verschuldigd is en er geen premies werknemersverzekeringen behoeven te worden afgedragen.

(…)"

2.7.

Vanaf 1 maart 2013 heeft belanghebbende zich ingeschreven in het handelsregister onder handelsnaam [C] . De activiteiten van de eenmanszaak staan omschreven als: "Technisch ontwerp- en adviesbureaus voor burgerlijke en utiliteitsbouw". Binnen de eenmanszaak is alleen belanghebbende werkzaam.

2.8.

Op 14 maart 2013 is door belanghebbende digitaal een Verklaring Arbeidsrelatie (hierna: VAR) aangevraagd. Op het aanvraagformulier - dat op het kantoor van gemachtigde onder begeleiding van een medewerker van gemachtigde is ingevuld - heeft belanghebbende onder ander de volgende vragen beantwoord:

"2. Werkzaamheden

a. Omschrijving : Technisch ontwerp- en

adviesbureau voor burgerlijke en

utiliteitsbouw.

(…)

Aantal opdrachtgevers : 7 of meer.

(…)

Via bemiddelaar, detacherings- of uitzendbureau : nee

3. Inkomsten

(…)

Doorbetaling bij vakantie/ziekte : nee

Aanwijzingen over werkwijze : nee

Hoofdzakelijk bij 1 opdr. gever : nee

(…)"

2.9.

Met dagtekening 18 juni 2013 is aan belanghebbende een VAR winst uit onderneming (hierna: VAR-WUO) afgegeven, met een geldigheidsduur vanaf 1 maart 2013 tot en met 31 december 2013.

2.10.

Op 21 augustus 2014 heeft de Inspecteur een boekenonderzoek bij de coöperatie aangekondigd. Als doel van het onderzoek is vermeld de beoordeling van een aantal elementen van de aangifte omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2014 tot en met 30 juni 2014, met een mogelijke uitbreiding over de periode 1 februari 2013 tot en met 31 december 2013. Het onderzoek heeft feitelijk plaatsgevonden op 2 september 2014 en heeft één dag geduurd. Het rapport inzake het ingestelde boekenonderzoek is gedagtekend op 7 juli 2015.

2.11.

In het hiervoor genoemde rapport is onder andere het volgende opgenomen:

"3.7 Verleggingsregeling Artikel 24b Uitvoeringsbesluit Omzetbelasting 1968

Onderaannemer

De Coöperatie verricht werk in onder aanneming. Dat deel van de omzet blijft daarom op grond van de verleggingsregeling buiten de heffing. In de controleperiode heeft de heer [X] facturen uitgeschreven aan de Coöperatie voor verleende diensten. De heer [X] is geen ondernemer. Om praktische redenen is het in rekening brengen van Omzetbelasting geaccepteerd."

2.12.

Op 30 januari 2015 heeft belanghebbende de aangifte IB/PVV 2013 ingediend. Het aangegeven verzamelinkomen bedraagt op € 46.662.

2.13.

Op 25 februari 2015 is de aanslag IB/PVV 2013 conform de ingediende aangifte opgelegd.

2.14.

Op 11 maart 2015 heeft de Inspecteur een boekenonderzoek bij belanghebbende aangekondigd. Het boekenonderzoek is gestart op 7 april 2015 en het rapport inzake het ingestelde boekenonderzoek is gedagtekend op 7 juli 2015.

2.15.

Het rapport vermeldt onder andere de volgende bevindingen:

" 1. Het onderzoek

Onderzocht is de aanvaardbaarheid van de aangiften inkomstenbelasting 2013 en omzetbelasting over de periode 1 maart 2013 tot en met 31 december 2013. Ook is het ondernemerschap van de heer [X] voor de inkomstenbelasting en omzetbelasting beoordeeld.

(…)

1.2.

Bedrijfsactiviteiten

De ondernemingsactiviteiten bestaan uit de verhuur via ‘Coöperatie [B] '. van de heer [X] aan bedrijven, instellingen en gemeenten als (hoofd) uitvoerder en bouwkundig medewerker. In de jaren 2013 en 2014 was er voor de heer [X] dus maar een opdrachtgever, dit is: “Coöperatie [B] ’. Ten tijde van het onderzoek is er geen personeel in loondienst bij deze “Coöperatie [B] ". De werkzaamheden zijn uitgevoerd door de heer [X] .

(…)

Debiteuren van de "Coöperatie [B] ". zijn o.a.

-

[D]

-

Bouwbedrijf [E]

-

De heer [X] verhuurt zich voor € 28 per uur van [C] aan “Coöperatie [B] ”.

-

De Coöperatie [B] ” verhuurt de heer [X] voor € 55 per uur aan diverse debiteuren.

(…)

2 Ondernemerschap

(…)

Met de Coöperatie heeft hij een akte van dienstverlening voor een zelfstandig beroepsbeoefenaar opgesteld.

(…)

Offertes

Niet aannemelijk is geworden dat belastingplichtige offertes maakt. Hiervan kan geen enkele mail of schriftelijke offertes worden overlegd. Een concrete bevestiging van aangenomen werk - wat dient wanneer tegen welke prijs te worden opgeleverd - kan evenmin worden overlegd.

Var

De aanvraag van de VAR is, volgens de adviseur, ingevuld door een medewerkster van de adviseur tezamen met de heer [X] . Hierbij is aangegeven dat er 7 of meer opdrachtgevers zijn voor de heer [X] . In de jaren 2013 en 2014 is echter alleen maar gefactureerd aan de Coöperatie en aan geen enkele andere opdrachtgever.

Risico

Er is geen sprake van aangenomen werk of een winststreven daarbij. Door de heer [X] zijn geen bedrijfsverzekeringen afgesloten. Een voor aannemers gebruikelijk constructie-all-risk-verzekering ontbreekt. De heer [X] heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij werk aanneemt.

(…)

Ontvangsten

Alle ontvangen bedragen voor geleverde prestaties zijn ontvangen van de Coöperatie. De gerealiseerde omzet van de heer [X] in de jaren 2013 en 2014 is respectievelijk € 33.240 en € 49.980.

(…)

Omdat de heer [X] enkel voor de coöperatie gewerkt heeft, kan op basis van de gerealiseerde ‘omzet’ (de gefactureerde uren) vastgesteld worden wat het daadwerkelijke loon in 2013 en 2014 zou moeten zijn, namelijk € 33.240 in 2013 en € 49.980 in 2014. Tevens moet in 2013 het privégebruik van de ter beschikking gestelde auto worden verwerkt. De bijtelling bedraagt € 53.872 x 25% x 10/12 = € 11.223.

4 Correcties

3 Geschil

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing