Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-09-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:8130, 21/00131 en 21/00132

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-09-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:8130, 21/00131 en 21/00132

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
20 september 2022
Datum publicatie
30 september 2022
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2022:8130
Zaaknummer
21/00131 en 21/00132
Relevante informatie
Art. 9 lid 2 aanhef en onderdeel b Wet OB 1968, Tabel II post a.6 Wet OB 1968, Art. 47 AWR, Art. 67f AWR, Art. 6 EVRM, Art. 8:58 Awb

Inhoudsindicatie

OB. Handel in tweedehands auto’s. Inspecteur heeft terecht nultarief geweigerd in verband met omzetbelastingfraude. Belanghebbende heeft bewust en opzettelijk de identiteit van de werkelijke afnemers van de auto’s verhuld. Vergrijpboetes. Vormverzuim. Inspecteur had (bestuurder van) belanghebbende moeten wijzen op recht op rechtsbijstand. Bewijsuitsluiting verklaringen.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer(s) BK-ARN 21/00131 en BK-ARN 21/00132

uitspraakdatum: 20 september 2022

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

Fiscale eenheid [belanghebbende1] B.V. en [belanghebbende2] B.V. te [vestigingsplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) van 15 december 2020, nummers AWB 19/1892 en 19/1893, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 april 2015 tot en met 31 december 2015 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting opgelegd van € 134.521 (hierna: naheffingsaanslag 2015). Bij beschikkingen is belastingrente berekend van € 10.911 en is een vergrijpboete opgelegd van € 67.260.

1.2.

Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting opgelegd van € 203.831 (hierna: naheffingsaanslag 2016). Bij beschikkingen is belastingrente berekend van € 8.379 en is een vergrijpboete opgelegd van € 101.915.

1.3.

De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de naheffingsaanslagen en de beschikkingen belastingrente gehandhaafd. De Inspecteur heeft de boetebeschikkingen verminderd tot € 40.356 (2015) en € 61.149 (2016).

1.4.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft het beroep gericht tegen de naheffingsaanslag 2016 ongegrond verklaard. De Rechtbank heeft het beroep gericht tegen de naheffingsaanslag 2015 gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar voor zover die betrekking heeft op de naheffingsaanslag 2015 en boete- en rentebeschikking 2015 vernietigd, de naheffingsaanslag 2015 verminderd tot € 25.390, de beschikking belastingrente 2015 dienovereenkomstig verminderd, de boetebeschikking 2015 verminderd tot € 6.473, de boetebeschikking 2016 verminderd tot € 51.976 in verband met overschrijding van de redelijke termijn, bepaald dat deze uitspraak in de plaats treedt van de in zoverre vernietigde uitspraak op bezwaar, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 1.572 en gelast dat de Inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 345 vergoedt.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 juni 2022. Daarbij zijn verschenen en gehoord mr. R. [naam39] , als gemachtigde van belanghebbende, bijgestaan door [naam1] , [naam2] en [naam3] , alsmede [naam4] , [naam5] en [naam6] namens de Inspecteur. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is een fiscale eenheid voor de omzetbelasting bestaande uit [belanghebbende1] BV en haar 100% dochtervennootschap [belanghebbende2] BV.

2.2.

De bestuurders van [belanghebbende1] BV zijn [naam7] BV (vertegenwoordigd door [naam8] ) en [naam9] BV (vertegenwoordigd door [naam10] ).

2.3.

De activiteiten van belanghebbende bestaan uit de aan- en verkoop van auto’s. De auto’s worden verkocht aan afnemers in binnen- en buitenland.

2.4.

Op 17 augustus 2016 heeft de Inspecteur een boekenonderzoek aangekondigd naar de aanvaardbaarheid van de aangiften omzetbelasting over het tijdvak 1 april 2015 tot en met 31 december 2016. Het onderzoek heeft zich beperkt tot de beoordeling van de juistheid van de intracommunautaire leveringen. De bevindingen van het onderzoek zijn vastgelegd in een controlerapport met dagtekening 5 oktober 2017 opgesteld door [naam5] . Het controlerapport vermeldt – voor zover hier van belang – het volgende:

“(…)

Liquide middelen

In de onderneming is sprake van giraal en contant verkeer. De contante geldstromen worden in een (klad) kasboek vastgelegd. Mevrouw [naam11] (administrateur) verwerkt de gegevens uit het kladkasboek geautomatiseerd met behulp van boekhoudprogramma Snelstart. De verkopen van auto's aan ondernemers afkomstig uit andere EU - lidstaten verloopt (uitsluitend) contant.

(…)

2.6

Administratieve organisatie en interne beheersing

Een beschrijving van de administratieve voorraad is niet voorhanden. Voor wat betreft de verkoop aan afnemers uit andere lidstaten van de Europese Unie en de melding van ongebruikelijke transacties het volgende.

2.6.1

Beschrijving verkoopproces aan afnemers uit andere EU-lidstaten

Algemeen

In zijn algemeenheid gesproken verloopt de verkoop aan afnemers uit andere lidstaten van de Europese Unie als volgt. De heer [naam8] heb ik niet gesproken. De heer [naam10] (hierna: [naam10] ) heeft tijdens het onderzoek daarover het volgende aan mij verklaard.

Bestelling

Een koper benadert belanghebbende telefonisch, per e-mail of legt een bezoek ter plaatse af om een auto te bestellen. Bij het eerste contact met een nieuwe afnemer vraagt de heer [naam10] (onder meer) documenten van de Kamer van Koophandel van de koper. Kopieën daarvan worden in de administratie bewaard.

Verificatie identiteit koper

In meerderheid van de gevallen verifieert de heer [naam10] niet de identiteit van de koper aan de hand van een paspoort / identiteitskaart. Ook wordt niet vastgesteld of en in hoeverre de koper bevoegd is om de onderneming rechtens te vertegenwoordigen. Het omzetbelastingnummer van de afnemer wordt gecontroleerd met behulp van de EU website. Mocht de heer [naam10] twijfelen aan de identiteit van de koper dan verifieert hij de identiteit aan de hand van een paspoort.

Orderacceptatie

De heer [naam10] of [naam8] noteert de bestelling in de administratie.

Facturering

In meerderheid van de gevallen maakt de heer [naam8] verkoopfacturen op. In andere gevallen is dat de heer [naam10] . Het tijdstip van opmaak van een factuur en de feitelijke betaling van een afnemer kan verschillen.

Verificatie van de identiteit van de afhaler

Het factuurbedrag wordt contant betaald bij afhaal van de auto's door de koper. Wie auto’s komt ophalen verschilt per levering. Het kan gaan om de koper, een transporteur (ingeschakeld door de koper) of een partij van wie niet duidelijk of en in hoeverre die bevoegd is om de koper rechtens te vertegenwoordigen.

In geval een transporteur auto's komt afhalen wordt de heer [naam10] daar een dag van tevoren over geïnformeerd. De identiteit van de afhaler van de auto's wordt niet geverifieerd. In enkele gevallen

zijn kopieën van identiteitsbewijzen van de afhalers voorhanden.

Betaling

Betalingen geschieden contant. Een vooruitbetaling komt in enkele gevallen voor. Ontvangen contante betalingen worden genoteerd in een (klad) kasboek. Het (klad) kasboek wordt bijgehouden door de heer [naam10] en de heer [naam8] . De administrateur verwerkt onder meer de (klad) kasadministratie geautomatiseerd met behulp van boekhoudprogramma: "Snelstart".

Vervoersdocumenten

Er wordt gebruik gemaakt van verschillende vervoersdocumenten. Het gaat om CMR documenten en afhaalverklaringen.

2.6.2

Administratieplicht

(…)

2.6.2.1 Bevindingen

De heer [naam10] heeft e-mailverkeer dat ten grondslag ligt aan intracommunautaire leveringen gedeeltelijk niet bewaard. Vorenstaande heeft de heer [naam10] aan mij verklaard tijdens het onderzoek.

Hiermee wordt niet voldaan aan de bewaarplicht van artikel 52, lid 4 AWR. De heer [naam10] zal al het e-mailverkeer dat betrekking heeft op de onderneming bewaren.

Belanghebbende heeft aanvullend geen cliëntenonderzoek gedaan en derhalve geen cliëntendossiers bijgehouden in verband met meldingen ongebruikelijk transacties. Het gaat om de aankoop van meerdere voertuigen. Hierbij is het bedrag per voertuig minder dan € 25.000. De betaling wordt in één keer contant voldaan en bedraagt tezamen meer dan € 25.000. De transacties worden samengesteld en moeten om die reden worden gemeld bij de Financial Intelligence Unit.

3 Omzetbelasting

3.1

Aansluitingen

De gegevens afkomstig uit de opgaaf intracommunautaire prestaties sluiten aan bij de gegevens afkomstig uit de financiële administratie.

3.1.1

Leveringen jaar 2015

ICP opgaaf

Administratie

Verschil

[naam12]

€ 146.300

€ 146.300

€ -

Evo Investment

€ 12.500

€ 12.500

€ -

Rabal Kubica

€ 14.600

€ 14.600

€ -

Totaal

€ 173.400

€ 173.400

€ -

3.1.2

Leveringen jaar 2016

ICP opgaaf

Administratie

Verschil

[naam12]

€ 628.800

€ 628.800

€ -

[naam15]

€ 1.174.450

€ 1.174.450

€ -

Totaal

€ 1.803.250

€ 1.803.250

€ -

3.2

Factuurstelsel

Het factuurstelsel is van toepassing.

3.3

Tarieftoepassing

Op intracommunautaire leveringen is door belanghebbende het nultarief toegepast. Het nultarief is nader gespecificeerd in artikel 9, lid 2, onderdeel b Wet OB.

4 Intracommunautaire leveringen

7 Boeten

3 Geschil

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing