Home

Gerechtshof Den Haag, 24-11-2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:2371, BK-21/01245

Gerechtshof Den Haag, 24-11-2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:2371, BK-21/01245

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
24 november 2022
Datum publicatie
28 december 2022
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2022:2371
Formele relaties
Zaaknummer
BK-21/01245
Relevante informatie
Art. 229 Gemw, Art. 229b Gemw

Inhoudsindicatie

Leges omgevingsvergunning Rotterdam. Op advies van de bouwinspecteur vraagt belanghebbende, die woningen wil bouwen, eerst een omgevingsvergunning aan voor het bouwen van bedrijfsruimten en korte tijd later voor de bouw van woningen. De laatste aanvraag betreft een nieuw bouwplan in de zin van art. 1.6 Tarieventabel en niet een gewijzigd bouwplan. Het beroep op opgewekt vertrouwen slaagt. Het Hof beperkt de legesheffing tot de leges voor het bouwen van woningen.

Uitspraak

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-21/01245

in het geding tussen:

(gemachtigde: M.A. Jacobs)

en

(vertegenwoordiger: […] )

inzake het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam (de Rechtbank) van 12 november 2021, nummer ROT 20/2572.

Procesverloop

1.1.

De Heffingsambtenaar heeft bij aanslag met dagtekening 12 november 2018 (de aanslag) van belanghebbende € 9.682,43 aan leges omgevingsvergunning geheven. De heffingsgrondslag is vastgesteld op € 550.000.

1.2.

Bij uitspraak op bezwaar van 20 april 2020 heeft de Heffingsambtenaar het tegen de aanslag gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft een griffierecht geheven van € 48. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof. Ter zake van het hoger beroep is een griffierecht geheven van € 134. De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft op 15 september 2022 nadere stukken ingediend.

1.5.

De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden ter zitting van 28 september 2022. Daar zijn partijen verschenen en hebben beide een pleitnota overgelegd. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

Feiten

2.1.

Belanghebbende heeft op 7 februari 2018 een omgevingsvergunning aangevraagd voor de herbouw van een bedrijfsgebouw aan de [adres] in [vestigingsplaats] (het gebouw). Op de bij de vergunningsaanvraag met kenmerk [kenmerk 1] behorende tekeningen is een loods getekend met vier ruimtes. Er zijn geen installaties of andere ruimtes ingetekend. De vergunning is verleend op 13 april 2018 en er is een aanslag leges omgevingsvergunning opgelegd van € 9.086,03 (de eerste aanslag).

2.2.

Na de vergunningsaanvraag van 7 februari 2018 (de eerste aanvraag) heeft belanghebbende op 18 juni 2018 nogmaals voor hetzelfde perceel een omgevingsvergunning aangevraagd (de tweede aanvraag). In de tweede aanvraag heeft belanghebbende als geschatte bouwkosten € 550.000 exclusief omzetbelasting vermeld. Op de tekeningen bij de tweede aanvraag, met kenmerk [kenmerk 2] zijn de in 2.1 genoemde vier ruimtes aangeduid als woningen. Bij de woningen zijn ruimtes ingetekend die in de tekeningen bij de eerste aanvraag ontbreken, onder meer badkamers en keukens en slaapkamers en parkeerplaatsen. In de tekening bij de tweede aanvraag zijn in vergelijking met de tekening bij de eerste aanvraag meer ramen en installaties, zoals een warmtepomp, opgenomen. Volgens de tekeningen is aan de rechterkant van de vier woningen ook een ruimte toegevoegd met onder andere (collectieve) bergruimten. Ook is in de tekening bij de tweede aanvraag de achtergevel van het gebouw rechtgetrokken. Verder zijn er blijkens de door belanghebbende overgelegde correspondentie met de gemeente van 1 oktober 2018 woningscheidende wanden, dampremmende folie en extra geluidswerende voorzieningen zoals drielaags glas voorzien.

Omdat de tweede aanvraag voorziet in een wijziging van de brandcompartimentering, moet bij de behandeling van de vergunningsaanvraag worden beoordeeld of de wijziging van de brandcompartimentering aan de ter zake geldende voorschriften voldoet.

Voor de vergunningverlening ter zake van de vier woningen was een beoordeling voor afwijking van het bestemmingsplan nodig op de voet van art. 2.12 lid 1, onderdeel a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

De tweede omgevingsvergunning is op 16 oktober 2018 verleend.

2.3.

De Heffingsambtenaar heeft voor het in behandeling nemen van de tweede aanvraag aan belanghebbende € 9.682,43 leges in rekening gebracht (de tweede aanslag).

2.4

In het kader van zijn bezwaar tegen de eerste aanslag heeft belanghebbende de gemeente verzocht de eerste omgevingsvergunning in te trekken. De Heffingsambtenaar heeft het verzoek ingewilligd en heeft met overeenkomstige toepassing van § 2.1.1 van de Tabel bij de Verordening leges omgevingsvergunning 2018 van de gemeente Rotterdam een teruggaaf van 30% van de bij de eerste aanslag geheven leges van van € 9.086,03, is € 2.725,80 verleend.

2.5.

Tussen gemeente en belanghebbende is afgesproken dat de bouw gefaseerd zou plaatsvinden, fase 1 herbouw van het bedrijfspand, fase 2 transformatie naar woningen.

Verordening en Tarieventabel

3.1.

De Verordening leges omgevingsvergunning 2018 van de gemeente Rotterdam (de Verordening) luidt – voor zover van belang:

“Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit

Onder de naam 'leges omgevingsvergunning' worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 4 Heffingsmaatstaven en tarieven

1. De leges omgevingsvergunning worden geheven naar de heffingsmaatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel. Per vergunningplichtige activiteit wordt het in deze tarieventabel opgenomen tarief in rekening gebracht, waarbij de leges bij een meervoudig vergunningplichtige activiteit worden bepaald aan de hand van de optelling van het per vergunningplichtige activiteit verschuldigde tarief.

Artikel 5 Wijze van heffing

De leges omgevingsvergunning worden geheven bij wege van aanslag.”

3.2.

De Tarieventabel behorend bij de Legesverordening 2018 (de Tarieventabel) luidt als volgt:

“HOOFDSTUK 1 OMGEVINGSVERGUNNINGEN VOOR ACTIVITEIT BOUWEN

(een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)

1.1

Maatstaf van heffing:

Maatstaf van heffing zijn de totale bouwkosten van de zaak waarop de aanvraag om een vergunning betrekking heeft.

1.1.1

De totale bouwkosten worden berekend volgens de NEN 2699 (investerings- en exploitatiekosten van gebouwen – Begripsomschrijvingen en indelingen) zoals dit normblad laatstelijk is gewijzigd of vervangen.

1.1.2

NEN 2699 (investerings- en exploitatiekosten van gebouwen – Begripsomschrijvingen en indelingen), zoals dit normblad laatstelijk is gewijzigd of vervangen, ligt voor een ieder ter inzage ten kantore van de Afdeling Bouw- en woningtoezicht van het Cluster Stadsontwikkeling, kantoorhoudend aan de [adres, postcode, vestigingsplaats] .

1.2

De omzetbelasting en de kosten van het verwerven van de grond maken geen deel uit van de totale bouwkosten.

1.3

Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen (een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) dan wel het in behandeling nemen van een aanvraag om een projectuitvoeringsbesluit (een besluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet) die mede deze activiteit bouwen omvat, wordt als volgt bepaald:

1.3.1

Schijf 1 - bij bouwkosten tot en met € 35.900,00 bedraagt het tarief 1,54% van de totale bouwsom met een minimum van € 95,00;

1.3.2

Schijf 2 - bij bouwkosten vanaf € 35.900,01 tot en met € 530.000,00 wordt het tarief van schijf 1 over het bij die schijf genoemde bedrag geheven vermeerderd met 1,77% van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in schijf 2;

1.3.3

Schijf 3 - bij bouwkosten vanaf € 530.000,01 tot en met € 1.100.000,00 wordt het tarief van de schijven 1 en 2 over de bij die schijven genoemde bedragen geheven vermeerderd met 1,92% van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in deze schijf;

1.3.4

schijf 4 - bij bouwkosten vanaf € 1.100.000,01 tot en met € 10.700.000,00 wordt het tarief van de schijven 1, 2 en 3 over de bij die schijven genoemde bedragen geheven vermeerderd met 1,97% van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in deze schijf;

1.3.5

schijf 5 - bij bouwkosten vanaf € 10.700.000,01 tot en met € 26.700.000,00 wordt het tarief van de schijven 1, 2, 3 en 4 over de bij die schijven genoemde bedragen geheven vermeerderd met 2,12% van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in deze schijf;

1.3.6

schijf 6 - bij bouwkosten vanaf € 26.700.000,01 wordt het tarief van de schijven 1, 2, 3, 4 en 5 over de bij die schijven genoemde bedragen geheven vermeerderd met 0,81% van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in deze schijf met een maximum van € 995.907,40.

1.4

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een project dat voldoet aan het bepaalde in artikel 6i van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet, wordt het overeenkomstig het bepaalde in artikel 1.1 tot en met 1.3 berekende bedrag aan leges verlaagd met een bedrag ter hoogte van 30% van de verschuldigde bouwleges.

1.5

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een project waarvoor de aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van de applicatie Blitts, wordt het overeenkomstig het bepaalde in artikel 1.1 tot en met 1.3 berekende bedrag aan leges verlaagd met een bedrag ter hoogte van 50% van de verschuldigde bouwleges.

1.6

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen (een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan waarvoor reeds een vergunning is verleend, worden de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verrekend met het bedrag aan leges dat verschuldigd is voor de ingediende aanvraag tot wijziging met dien verstande dat altijd ten minste het bedrag dat verschuldigd is voor Schijf 1 in rekening wordt gebracht. Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking van de verleende vergunning zodanig is dat, naar de omstandigheden beoordeeld, sprake is van een nieuw bouwplan..

HOOFDSTUK 2 TERUGGAAFREGELING OMGEVINGSVERGUNNING VOOR ACTIVITEIT BOUWEN

1 2.1.1 Indien na het indienen van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht doch vóór het verlenen van de vergunning, deze aanvraag wordt ingetrokken, wordt teruggaaf van 30% van de geheven leges verleend.

2 2.1.2 Indien de gevraagde vergunning op een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht niet wordt verleend, wordt teruggaaf van 30% van de geheven leges verleend.

3 2.1.3 Indien van een verleende vergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht geen gebruik wordt gemaakt en de vergunning binnen 2 jaar na de verlening schriftelijk wordt ingetrokken, wordt teruggaaf van 30% van de geheven leges verleend.

4 2.1.4 Indien het college van burgemeester en wethouders niet binnen de in artikel 3.9, eerste lid dan wel artikel 3.9, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, dan wel - indien van toepassing - binnen de in artikel 3.6, lid 2, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht vastgelegde fatale termijn heeft beslist op een aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, vervalt de verplichting tot het betalen van leges en worden reeds betaalde leges teruggestort.”

Oordeel van de Rechtbank

Omschrijving geschil in hoger beroep en conclusies van partijen

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing