Home

Gerechtshof Den Haag, 20-09-2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:2051, BK-22/00625

Gerechtshof Den Haag, 20-09-2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:2051, BK-22/00625

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
20 september 2023
Datum publicatie
20 november 2023
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2023:2051
Zaaknummer
BK-22/00625
Relevante informatie
Art. 3.84 Wet IB 2001, Art. 31 Wet LB, Art. 31a lid 2 Wet LB

Inhoudsindicatie

Art. 3.84, lid 2, Wet IB 2001 en art. 31a, lid 2, Wet LB 1964; toepassing gerichte vrijstellingen werkkostenregeling voor een piloot zonder inhoudingsplichtige (buitenlandse) werkgever. Aanwijzing van eindheffingsbestanddelen. De gebruikelijkheidstoets.

Uitspraak

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-22/00625

in het geding tussen:

(gemachtigde: J.A.M. Kamps)

en

(vertegenwoordiger: […] )

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 31 mei 2022, nummer SGR 21/4293.

Procesverloop

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2016 een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 54.237 (de aanslag 2016). Bij gelijktijdig gegeven beschikking is € 1.981 aan belastingrente in rekening gebracht (de beschikking belastingrente).

1.2.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar afgewezen.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De Rechtbank heeft een griffierecht geheven van € 49. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Er is een griffierecht geheven van € 136. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

De Inspecteur heeft op 8 maart 2023 een nader stuk ingediend.

1.6.

De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van 22 maart 2023. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is door de griffier een proces-verbaal opgemaakt.

1.7.

Naar aanleiding van het verhandelde ter zitting is het onderzoek ter zitting geschorst om belanghebbende in de gelegenheid te stellen om zijn beroep op de gerichte vrijstellingen nader te specificeren en onderbouwen. Belanghebbende heeft bij brief van 29 maart 2023 bericht over overleg tussen hem en de Inspecteur en belanghebbende heeft vervolgens op 5 april 2023 nadere stukken ingediend.

1.8.

De Inspecteur heeft bij brieven van 24 april 2023 en 4 mei 2023 op de door belanghebbende overgelegde stukken een schriftelijke reactie ingediend.

1.9.

De griffier heeft partijen bij brief van 12 mei 2023, herhaald bij brief van 2 juni 2023, bericht dat het Hof voornemens is een nadere zitting achterwege te laten, tenzij partijen uiterlijk binnen twee weken na de dagtekening van voormelde brief laten weten dat zij ter zitting willen worden gehoord. Belanghebbende heeft bij brief van 13 juni 2023 verzocht om een tweede mondelinge behandeling.

1.10.

Een nadere mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van 6 september 2023. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

Feiten

2.1.

Belanghebbende woont in Nederland en heeft de Nederlandse nationaliteit.

2.2.1.

Belanghebbende heeft in 2016 werkzaamheden verricht als piloot voor [vliegmaatschappij] . Belanghebbende was bij [vliegmaatschappij] werkzaam via het uitzendbureau [Uitzendbureau] . In 2016 was belanghebbende gestationeerd op de luchthaven Eindhoven.

2.2.2.

De diensten van belanghebbende zijn aan [Uitzendbureau] ter beschikking gesteld door tussenkomst van naar Iers recht opgerichte vennootschappen. Van 1 januari 2016 tot 1 juni 2016 gebeurde dit via [Limited 1] en van 1 juni 2016 tot en met 31 december 2016 via [Limited 2] . Belanghebbende was medeaandeelhouder van deze vennootschappen (de Limiteds).

2.3.1.

Belanghebbende is met ingang van 6 april 2017 in dienstbetrekking werkzaam bij [vliegmaatschappij] . In de tussen belanghebbende en [vliegmaatschappij] gesloten arbeidsovereenkomst is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:

“8. FLIGHT EXPENSES

8.1

You will also be entitled to receive Flight Expenses as per the pilots working agreement in operation in your base. Flight Expenses will not be paid in circumstances where you are unavailable to fly, irrespective of the reasons provided by you to the Company. An allowance for Pilot's meals, drink and uniform upkeep is incorporated in Flight Expenses. It is therefore your responsibility to provide your own sustenance whilst on duty. Tea, coffee and bottled water are available to Crew for purchase onboard the aircraft, however free of charge filtered water is available to all crew at all times in all crew rooms.”

2.3.2.

Uit de salarisstroken van de periode april 2017 tot en met december 2017 volgt dat belanghebbende een bedrag van € 1.148 van [vliegmaatschappij] als ‘pilot expenses’ heeft ontvangen.

2.4.

Belanghebbende heeft aangifte IB/PVV voor het jaar 2016 gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 17.516, bestaande uit buitenlandse inkomsten uit tegenwoordige arbeid van € 21.150 met vermindering van een bedrag van € 3.634 restant persoonsgebonden aftrek. De buitenlandse inkomsten uit tegenwoordige arbeid zijn als volgt gespecificeerd:

Naam werkgever(s)

Loon

[Limited 1]

€ 4.600

[Limited 2]

€ 16.550

2.5.1.

Bij brieven van 4 september 2019, 1 oktober 2019 en 17 december 2019 heeft de Inspecteur belanghebbende verzocht om informatie over het aangegeven loon. Belanghebbende heeft in reactie op het informatieverzoek onder meer salarisspecificaties (payslips), contracten met [Uitzendbureau] en een overzicht van ‘expenses’ verstrekt.

2.5.2.

Bij het opleggen van de aanslag 2016 is de Inspecteur afgeweken van de door belanghebbende ingediende aangifte en heeft hij het fiscale loon verhoogd. De Inspecteur heeft het belastbaar inkomen uit werk en woning vastgesteld op € 54.237, bestaande uit het loon (€ 57.877) met vermindering van het restant persoonsgebonden aftrek (€ 3.640). Daarbij heeft de Inspecteur het fiscale loon als volgt berekend:

Ontvangen bedrag volgens salarisspecificaties € 59.879,75

Managementfee € 1.299,50 -/-

Totaal € 58.580,25

Werkkostenregeling 1,2% € 702,96 -/-

Fiscaal loon € 57.877,29

2.6.1.

De Inspecteur heeft het bezwaar tegen de aanslag 2016 afgewezen. Op basis van het in bezwaar overgelegde overzicht ‘Pilot hours 2016’ is de Inspecteur tot de conclusie gekomen dat de aanslag 2016 naar een te laag bedrag is vastgesteld. In de uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur het fiscale loon als volgt berekend:

Ontvangen bedrag € 64.274,76

Bank Charge € 50,00 -/-

Managementfee € 1.299,50 -/-

SIM Recurrency € 3.064,19 -/-

Pilot Expenses € 1.043,60 -/-

Totaal € 58.817,47

Werkkostenregeling 1,2% € 705,81 -/-

Fiscaal loon € 58.111,66

2.6.2.

In de uitspraak op bezwaar is over de in aftrek toegestane bedragen, voor zover van belang, het volgende opgenomen:

Bank Charge

In het Excel -bestand is in totaal een bedrag van € 50 aan bank charge opgenomen. Ik ga akkoord met het in aftrek brengen van € 50 aan bank charge.

Management fee

Op de loonstroken is een management fee van € 1.299,50 berekend. In het Excelbestand is de management fee niet als zodanig genoemd. Rechtbank Zeeland - West Brabant (ECLI:NL:RBZWB:2019:4139) stelt dat de management fee in mindering kan worden gebracht op het inkomen.

(…)

Gelet op de geldstroom naar de limited wordt echter zichtbaar dat de vermenigvuldiging van de scheduled block hours met het uurtarief en de out of base allowance verminderd met de bankcharge en de SIM Recurrency uitkomt op het bruto bedrag dat op de loonstroken is vermeld. Onder de deductions komt de management fee nog aan bod. Daarom ga ik akkoord met een aftrekbaar bedrag van € 1.299,50 aan management fee.

SIM Recurrency

In uw e-mail stelt u dat de bedragen onder SIM Recurrency in mindering kunnen worden gebracht op het inkomen. In totaal gaat het om een bedrag van € 3.064,19 zoals is vermeld op het door u toegestuurde Excel -bestand. De bedragen voor SIM Recurrency worden in het contract beschreven als een terugkerende trainingsvergoeding die verschuldigd is door de vertegenwoordiger van de limited (uw cliënt). De vergoeding bedraagt € 4,50 per block hour. Uit het vorenstaande blijkt dat uw cliënt een vergoeding van € 4,50 moet betalen per block hour voor het volgen van trainingen. Daarmee is het mijns inziens niet per definitie aftrekbaar op het inkomen, maar kan het mogelijk wel als studiekosten in aftrek worden gebracht, mits voldaan aan de voorwaarden van artikel 6.27 en verder Wet inkomstenbelasting 2001. Immers, het volgen van een studie of opleiding is geen aftrekbare post op het inkomen, maar is een vorm van inkomensbesteding.

Uit praktische overwegingen kan ik echter akkoord gaan met een aftrekbaar bedrag op het inkomen van € 3.064,19 omdat het verschil in het onderhavige geval verwaarloosbaar is.

Gerichte vrijstellingen

Op grond van artikel 3.84 lid 2 Wet inkomstenbelasting 2001 behoren de in het loon opgenomen vergoedingen en verstrekkingen overeenkomstig artikel 31 lid 1 onderdeel f en g Wet op de loonbelasting 1964 niet tot het loon voor zover een inhoudingsplichtige daarover bij toepassing van artikel 31a, tweede lid van de Wet op de loonbelasting 1964 geen belasting zou zijn verschuldigd.

(…)

Zoals reeds eerder aangegeven is het van belang dat [vliegmaatschappij] , als feitelijke werkgever, de kosten die zij als werkgever wenst te vergoeden aanwijst. Op grond van art. 31, eerste lid, onderdeel f, Wet LB 1964 kan de inhoudingsplichtige in geval van tegenwoordige arbeid (gedeelten van) vergoedingen en verstrekkingen in het kader van de werkkostenregeling als eindheffingsbestanddeel aanwijzen en wel voor zover deze vergoedingen en verstrekkingen niet in belangrijke mate hoger zijn dan gebruikelijk is. Deze aanwijzing moet zowel qua aard als omvang voldoende specifiek zijn.

(…)

Mij is geen aanvullende base-overeenkomst voor de basis Eindhoven bekend. Uw cliënt is vanaf april 2017 rechtstreeks in loondienst bij [vliegmaatschappij] . Vanaf april 2017 tot en met december 2017 zijn loonstroken van [vliegmaatschappij] in het dossier aanwezig, in totaal dus negen maanden. In totaal is er in deze periode een bedrag van € 1.148 aan Pilot Expenses uitbetaald. Dat komt neer op een gemiddelde van € 104,36 per maand. Zoals hierboven ook aangegeven ben ik bereid om aan te sluiten bij hetgeen [vliegmaatschappij] (indien rechtstreekse werkgever) als flight expenses pleegt te vergoeden.

Over 2016 is gerekend met tien maanden omdat in twee maanden geen werkzaamheden zijn verricht. Als er geen werkzaamheden worden verricht, kan worden verondersteld dat er ook geen kosten (als zijnde flight expenses) zijn gemaakt. Uitgaande van een gemiddelde van € 104,36 aan Pilot Expenses per maand, komt dat neer op een bedrag van € 1.043,60 over het belastingjaar 2016. Hoewel de Excel-sheet niet leesbaar is, ga ik ervan uit dat de kosten bij de limited door uw cliënt zijn ingediend en dat uw cliënt daarmee de kosten als bedoeld onder flight expenses ook heeft gemaakt. Ik ben daarom voornemens om een bedrag van € 1.043,60 in aftrek te brengen op het loon als gerichte vrijstellingen.”

2.7.1.

Belanghebbende heeft in beroep (bijlage 2 bij het beroepschrift) een Exceloverzicht met kosten tot een totaalbedrag van € 43.663,19 overgelegd.

2.7.2.

Belanghebbende heeft verder in beroep (bijlage 3 bij het beroepschrift) een ander kostenoverzicht met afwijkende bedragen overgelegd.

2.7.3.

Belanghebbende heeft na schorsing van het onderzoek in hoger beroep wederom een ander kostenoverzicht met afwijkende bedragen overgelegd.

Oordeel van de Rechtbank

Geschil in hoger beroep en conclusies van partijen

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing