Home

Gerechtshof Den Haag, 19-11-2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:2425, BK-24/3

Gerechtshof Den Haag, 19-11-2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:2425, BK-24/3

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
19 november 2024
Datum publicatie
3 februari 2025
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2024:2425
Formele relaties
Zaaknummer
BK-24/3
Relevante informatie
Art. 225 Gemw, Art. 234 Gemw

Inhoudsindicatie

Naheffingsaanslag parkeerbelasting. Vrije bewijsleer. Als geen parkeerbelasting op aangifte is voldaan, kan een naheffingsaanslag worden opgelegd. De naheffingsaanslag is bevoegd opgelegd.

Uitspraak

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-24/3

in het geding tussen:

(gemachtigde: N. van der Laan)

en

(vertegenwoordiger: […] )

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 1 december 2023, nummer SGR 22/7041.

Procesverloop

1.1.

Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag in de parkeerbelastingen van de gemeente Den Haag (de gemeente) opgelegd ten bedrage van € 69,00, bestaande uit € 2,50 parkeerbelasting en € 66,50 kosten voor het opleggen van de naheffingsaanslag (de naheffingsaanslag).

1.2.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Heffingsambtenaar het bezwaar tegen de naheffingsaanslag ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank. Ter zake hiervan is een griffierecht geheven van € 50. De Rechtbank heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof. Ter zake hiervan is € 136 aan griffierecht geheven.

1.5.

De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van 8 oktober 2024. De gemachtigde van belanghebbende is verschenen. De Heffingsambtenaar is zonder bericht van verhindering niet verschenen. De Heffingsambtenaar is via een bericht verzonden via het webportaal Mijn Rechtspraak op 30 augustus 2024 om 09:06 uur, onder vermelding van datum, tijdstip en plaats uitgenodigd de mondelinge behandeling bij te wonen. Omdat de Heffingsambtenaar tijdig en op de juiste wijze voor de zitting is uitgenodigd, heeft het Hof de zaak op de zitting behandeld en nadien het onderzoek ter zitting gesloten. Van het verhandelde ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

1.6.

Na sluiting van het onderzoek heeft het Hof van de Heffingsambtenaar op 31 oktober 2024 een nader stuk ontvangen. Het Hof heeft daarin geen aanleiding gezien het onderzoek te heropenen en heeft op het desbetreffende stuk geen acht geslagen.

Feiten

2.1.

Op 26 juni 2022 om 00:41 uur stond de auto van belanghebbende met kenteken [kenteken] geparkeerd aan de [straat] ter hoogte van nummer […] te [woonplaats] . Deze locatie is door burgemeester en wethouders van de gemeente aangewezen als plaats waar tegen betaling van parkeerbelasting kan worden geparkeerd. Tijdens een controle met een scanauto op het genoemde tijdstip is geconstateerd dat er geen parkeerbelasting was voldaan.

2.2.

Naar aanleiding van de onder 2.1 vermelde constatering heeft de Heffingsambtenaar aan belanghebbende de naheffingsaanslag opgelegd.

2.3.

Ter onderbouwing van de naheffingsaanslag heeft de Heffingsambtenaar een ‘dossier naheffingsaanslag’ overgelegd. Hierin zijn onder meer de gegevens van het voertuig, de gegevens van de overtreding alsmede de verwerkingshistorie daarvan opgenomen. Het dossier vermeldt onder andere de volgende gegevens:

- Onder ‘Gegevens overtreding’ is het kenteken opgenomen, de datum en het tijdstip van de constatering, de gps-coördinaten van het voertuig, het adres, het nummer van de parkeerplaats en of er geparkeerd is.

- Onder ‘Verwerkingshistorie’ zijn de gegevens die de scanauto heeft gegenereerd verwerkt, onder vermelding van de datum en het tijdstip waarop de verwerking heeft plaatsgevonden. Daarbij is geconstateerd dat er geen geldige parkeerrechten zijn gevonden en dat er een beeldcontrole en later een nachtcontrole heeft plaatsgevonden. Vervolgens is de naheffingsaanslag opgelegd.

- Onder ‘Geo informatie’ zijn de gps-coördinaten van de locatie van de gescande auto opgenomen, waarbij op een via Google Maps gegenereerde kaart de locatie van het gescande voertuig met een pijl is weergegeven.

- Onder ‘Foto’s’ zijn elf foto’s van de auto opgenomen die door de scanauto ten tijde van de kentekenscan zijn genomen, waarbij de datum en het tijdstip waarop de foto’s zijn gemaakt zijn vermeld.

Oordeel van de Rechtbank

3. De Rechtbank heeft geoordeeld, waarbij belanghebbende is aangeduid als eiser en de Heffingsambtenaar als verweerder:

“6. Op verweerder rust de bewijslast om aannemelijk te maken dat het door hem gestelde belastbare feit heeft plaatsgevonden. In het belastingrecht geldt de zogenoemde vrije bewijsleer. Dit betekent dat partijen met alle mogelijke middelen het bewijs mogen leveren dat hun standpunt onderbouwt. Anders dan eiser stelt, is verweerder dus niet gebonden aan bewijsmiddelen waarvan het gebruik uitdrukkelijk op grond van een wettelijke bepaling is toegestaan.

7. Verweerder heeft de door de scanauto tijdens de parkeercontrole gemaakte foto's en uitdraaien uit het GPS-systeem overgelegd, evenals een toelichting op de gevolgde werkwijze en het gebruik van GPS-coördinaten van de scanauto bij de controles. Naar het oordeel van de rechtbank is met deze stukken, die de precieze locatie, datum en het tijdstip vermelden waarop de scan is uitgevoerd, en de gegeven toelichting aannemelijk geworden dat de auto op het onder 1 genoemde moment geparkeerd stond op de [straat] ter hoogte van nummer […] . Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat eiser geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan het door verweerder aangevoerde bewijs betwijfeld moet worden.

8. De stelling van eiser dat op grond van artikel 20, eerste lid, van de AWR slechts een naheffingsaanslag kan worden opgelegd in de gevallen dat daadwerkelijk aangifte is gedaan, is onjuist. Artikel 20 AWR biedt de mogelijkheid tot naheffing van belasting die op aangifte behoort te worden voldaan, maar niet of slechts gedeeltelijk is betaald. Parkeerbelasting wordt op grond van artikel 234 van de Gemeentewet geheven bij voldoening op aangifte, wat betekent dat met het doen van de betaling tevens aangifte wordt gedaan. Nu eiser de verschuldigde parkeerbelasting niet op aangifte heeft voldaan, heeft verweerder de naheffingsaanslag terecht opgelegd.

9. Ter zitting heeft eiser aangevoerd dat verweerder chauffeurs van scanauto’s inhuurt van een privaatrechtelijke organisatie en dat deze personen niet beschikken over een mandaat om namens de heffingsambtenaar een naheffingsaanslag op te leggen via een geautomatiseerd systeem, zodat de naheffingsaanslag onbevoegd is opgelegd.

10. De rechtbank is van oordeel dat de naheffingsaanslag via het geautomatiseerde systeem bevoegd is opgelegd door de directeur gemeentebelastingen, die uit hoofde van zijn aanwijzing als heffings- en invorderingsambtenaar daartoe bevoegd is. Dit volgt tevens uit artikel 3, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit gemeentebelastingen Den Haag 2020, nr. 311065 van 20 december 2019.

11. Gelet op wat hiervoor is overwogen is het beroep ongegrond verklaard.

12. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.”

Geschil in hoger beroep en conclusies van partijen

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten

Beslissing