Gerechtshof Den Haag, 10-07-2025, ECLI:NL:GHDHA:2025:1366, BK-24/7 tot en met BK-24/11
Gerechtshof Den Haag, 10-07-2025, ECLI:NL:GHDHA:2025:1366, BK-24/7 tot en met BK-24/11
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 10 juli 2025
- Datum publicatie
- 21 juli 2025
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2023:18522, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- BK-24/7 tot en met BK-24/11
- Relevante informatie
- Art. 17 Wet Vpb 1969, Art. 17a Wet Vpb 1969, Art. 4 Wet DB, Art. 7.5 Wet IB 2001
Inhoudsindicatie
Artikel 17, lid 3, letter b, Wet Vpb 1969. (Navorderings)aanslagen Vpb 2013 tot en met 2017. Bewijslastverdeling. Belanghebbende voldoet in beginsel aan de subjectieve toets, de ondernemingstoets (2013 tot en met 2015) en de objectieve toets (2016 en 2017), behoudens tegenbewijs. Bij uitleg en toepassing van beide toetsen mag geen inbreuk op het Unierecht worden gemaakt. Tegenbewijs: belanghebbende maakt niet aannemelijk dat geen sprake is van een (volstrekt) kunstmatige constructie die geen verband houdt met de economische realiteit en die is bedoeld om ten onrechte een belastingvoordeel te verkrijgen. Dividenduitkeringen kunnen worden belast op grond van artikel 17, lid 3, letter b, Wet Vpb 1969. Geen grond om de dividenden voor 15/25 gedeelte in aanmerking te nemen.
Uitspraak
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-24/7 tot en met BK-24/11
in het geding tussen:
(gemachtigde: L.H.E. Møller)
en
(vertegenwoordiger: […] )
op het hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 23 november 2023, nummers SGR 21/3143, SGR 21/3144 en SGR 21/3146 tot en met SGR 21/3148.
Procesverloop
Aan belanghebbende is over het jaar 2013 een navorderingsaanslag in de vennootschapsbelasting opgelegd naar een belastbaar bedrag van € 3.000.000 (de navorderingsaanslag 2013). Bij gelijktijdig gegeven beschikking is een bedrag van € 267.982 aan belastingrente in rekening gebracht (de rentebeschikking 2013).
Aan belanghebbende is over het jaar 2014 een navorderingsaanslag in de vennootschapsbelasting opgelegd naar een belastbaar bedrag van € 3.700.000 (de navorderingsaanslag 2014). Bij gelijktijdig gegeven beschikking is een bedrag van € 258.360 aan belastingrente in rekening gebracht (de rentebeschikking 2014).
Aan belanghebbende is voor het jaar 2015 een aanslag in de vennootschapsbelasting opgelegd naar een belastbaar bedrag van € 12.953.000 (de aanslag 2015). Bij gelijktijdig gegeven beschikking is een bedrag van € 664.571 aan belastingrente in rekening gebracht (de rentebeschikking 2015).
Aan belanghebbende is voor het jaar 2016 een aanslag in de vennootschapsbelasting opgelegd naar een belastbaar bedrag van € 12.300.000 (de aanslag 2016). Bij gelijktijdig gegeven beschikking is een bedrag van € 715.189 aan belastingrente in rekening gebracht (de rentebeschikking 2016).
Aan belanghebbende is voor het jaar 2017 een aanslag in de vennootschapsbelasting opgelegd naar een belastbaar bedrag van € 10.680.000 (de aanslag 2017). Bij gelijktijdig gegeven beschikking is een bedrag van € 407.902 aan belastingrente in rekening gebracht (de rentebeschikking 2017).
Bij uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaren tegen de navorderingsaanslagen 2013 en 2014, de aanslagen 2015, 2016 en 2017 (hierna tezamen: de belastingaanslagen) en de rentebeschikkingen afgewezen.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank. Er is een griffierecht geheven van € 360. De Rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de belastingaanslagen en de rentebeschikkingen vernietigd, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 5.098,50 en de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht aan belanghebbende te vergoeden.
De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een nader stuk ingediend, ingekomen bij het Hof op 29 november 2024. Belanghebbende heeft voorafgaand aan de zitting een pleitnota ingediend.
De mondelinge behandeling van de zaken heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 18 februari 2025. Partijen zijn verschenen. De Inspecteur heeft ter zitting een pleitnota overgelegd. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.
Ter zitting heeft het Hof partijen voorgehouden dat in het procesdossier een drietal stukken, waarnaar beide partijen verwijzen, ontbreekt en belanghebbende verzocht deze stukken alsnog te verstrekken. Ter zitting hebben beide partijen verklaard geen behoefte te hebben aan een reactie of nadere mondelinge behandeling. Belanghebbende heeft na de zitting de gevraagde stukken ingediend. Een afschrift hiervan is aan de Inspecteur gestuurd. Het Hof heeft daarop het onderzoek gesloten.
Feiten
Belanghebbende is op [datum] 2012 opgericht naar Cypriotisch recht en is gevestigd op Cyprus.
De aandelen in belanghebbende worden voor 50% gehouden door [Inc. 1] en voor 50% door [Inc. 2] . Beide aandeelhouders zijn gevestigd op de Britse Maagdeneilanden, waar zij staan ingeschreven op het adres van de [Ltd. 3] , gevestigd te [vestigingsplaats] op de Britse Maagdeneilanden.
Alle aandelen in [Inc. 1] worden gehouden door de heer [A] , tevens ‘director’ van [Inc. 1] . Alle aandelen in [Inc. 2] worden gehouden door de heer [B] . Hij is tevens ‘director’ van [Inc. 2] . Beide natuurlijke personen (hierna gezamenlijk: de UBO’s) hebben de [nationaliteit van derdeland 1] en zijn woonachtig in Monaco.
De UBO’s zijn gelijkgerechtigde aandeelhouders in meerdere ondernemingen. In [jaartal] startten zij met gezamenlijk ondernemen. Op [datum] 2000 richtten zij samen [Onderneming 4] op, een vennootschap naar het recht van [derdeland 1] en aldaar gevestigd. [Onderneming 4] hield in [jaartal] belangen in […] deelnemingen die actief zijn in diverse branches ( [branches] ). De omzet van deze groep bedroeg op dat moment omgerekend […] euro.
Op [datum] 2000 is [Onderneming 5] opgericht. [Onderneming 5] is een vennootschap naar het recht van [derdeland 1] en aldaar gevestigd. Zij bezit een fabriek waarin voornamelijk [producten] worden geproduceerd. Haar jaarstukken over [jaartal] tonen een verlies en een negatieve winstreserve van USD […] . Door een verlies in [jaartal] loopt de negatieve winstreserve op tot USD […] . [Onderneming 5] rapporteerde [jaartal] een geconsolideerde jaaromzet van omgerekend ruim € […] . De afnemers van [Onderneming 5] bestaan voor het grootste deel uit derden en voor een klein deel wordt geleverd aan gelieerde lichamen, waaronder [Onderneming 4] .
Het bestuur van belanghebbende bestaat uit [Ltd. 6] (een vennootschap naar Cypriotisch recht en aldaar gevestigd), de heer [C] en de heer [D] . De bestuurders ontvangen geen bestuurdersbeloning. De bestuurders/natuurlijke personen vervullen een bestuurdersrol voor tientallen bedrijven. De ‘directors’ van [Ltd. 6] zijn de UBO’s. [Ltd. 6] wordt voor 50% gehouden door [Inc. 1] en voor 50% door [Inc. 2] .
Belanghebbende heeft op [datum] 2013 de vennootschap [B.V. 7] opgericht, gevestigd in Nederland. Hiervoor heeft belanghebbende een bedrag van € 1.200 opgeofferd. Het bestuur van [B.V. 7] bestaat uit de heer [E] , de heer [F] en de vennootschap [B.V. 8] .
Op [datum] 2013 heeft [B.V. 7] 99 aandelen (ordinary shares) in [Onderneming 5] gekocht van [Onderneming 9] , een vennootschap opgericht naar het recht van [EU-land 1] en aldaar gevestigd, voor een bedrag van € 2.079.000. Deze aandelen vertegenwoordigden tezamen 99% van het aandelenkapitaal van [Onderneming 5] . [Onderneming 9] is een met belanghebbende verbonden lichaam. De aandelen in [Onderneming 9] werden voor 50% gehouden door [Ltd. 10] en voor 50% door [Ltd. 11] , beide opgericht naar het recht van Cyprus en aldaar gevestigd. De aandelen van deze Cypriotische entiteiten werden gehouden door respectievelijk [Inc. 1] en [Inc. 2] .
Het andere (preferente) aandeel in [Onderneming 5] is in handen van een natuurlijke persoon woonachtig in [derdeland 1] . Op [datum] 2014 heeft [B.V. 7] één van haar aandelen in [Onderneming 5] voor € 1.641,79 verkocht aan dezelfde natuurlijke persoon. Hierdoor daalde het belang van [B.V. 7] in [Onderneming 5] tot 98%.
De structuur na de aankoop van 99 aandelen in [Onderneming 5] door belanghebbende en de verkoop van het ene aandeel kan schematisch als volgt worden weergegeven:
Op 13 augustus 2013 heeft belanghebbende een lening van € 2.175.000 opgenomen bij [Inc. 12] , een verbonden lichaam dat is gevestigd op de Marshalleilanden ( [Inc. 12] ). Ultimo 2013 bedroeg het uitstaande bedrag van deze lening € 2.180.493, inclusief bijgeschreven rente (0,65% op jaarbasis). Van dit bedrag is € 2.090.000 doorgeleend aan [B.V. 7] (zie 2.12). In 2014 is deze lening vrijwel geheel afgelost en resteert een schuld van ongeveer € 10.000 aan [Inc. 12] .
Op 14 mei 2013 heeft belanghebbende een lening met een hoofdsom van € 10.000.000 beschikbaar gesteld aan [B.V. 7] tegen 1% rente met een looptijd tot 31 december 2014. Op 13 augustus 2013 heeft [B.V. 7] van deze lening € 2.090.000 opgenomen, vrijwel geheel voor de betaling van de koopprijs van de aandelen in [Onderneming 5] (zie 2.8). Ultimo 2013 bedroeg het uitstaande bedrag van deze lening € 2.148.257, inclusief bijgeschreven rente. De lening is in maart 2014 afgelost met een dividend dat [B.V. 7] heeft ontvangen van [Onderneming 5] .
Tot in september 2014 waren de UBO’s beiden lid van het bestuur van [Onderneming 5] als ‘board member’ van de ‘supervisory board’ en ontvingen zij in die hoedanigheid een maandelijkse beloning. In de periode van januari tot en met september 2014 bedroeg deze beloning USD 5.000 per maand.
De jaarstukken van belanghebbende bevatten samengevat de volgende gegevens (bedragen in euro’s):
2012/2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
Aantal bestuurders |
3 |
3 |
3 |
3 |
3 |
Aantal werknemers |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Vordering op [B.V. 7] |
2.148.257 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Schuld aan [Inc. 12] |
2.180.493 |
10.834 |
10.904 |
2.927 |
0 |
Gestort kapitaal |
1.200 |
1.200 |
1.200 |
1.200 |
1.200 |
Winstreserve per 31 december |
1.618 |
259 |
9.334 |
2.992.188 |
2.145.627 |
Dividend ontvangen van [B.V. 7] |
3.000.000 |
3.700.000 |
12.953.000 |
12.300.000 |
10.680.000 |
Dividend uitgekeerd |
3.000.000 |
3.700.000 |
12.933.000 |
9.300.000 |
11.507.000 |
Rentebaten |
8.257 |
4.873 |
0 |
0 |
0 |
Rentelasten |
5.493 |
3.341 |
70 |
24 |
16 |
Bankkosten |
1.390 |
896 |
1.050 |
5.865 |
5.651 |
Baten dienstverlening |
15.000 |
8.000 |
0 |
0 |
0 |
Kosten |
14.218 |
9.760 |
9.805 |
11.257 |
13.910 |
Betaalde belasting Cyprus |
538 |
235 |
-235 |
0 |
0 |
De aangiften van belanghebbende voor de winstbelasting in Cyprus vermelden belastbare winsten van respectievelijk € 3.912 (2013) en € 1.706 (2014). Van de overige jaren zijn geen aangiften beschikbaar. Het dividendinkomen van [B.V. 7] is vrijgesteld in Cyprus.
De kosten van belanghebbende in de jaarrekening bestaan naast huurkosten (2012/2013, 2016 en 2017) met name uit kosten voor professionele dienstverlening, waaronder accounting, audit en legal fees, en overige administratieve kosten.
Voor het jaar 2013 is geen huurcontract overgelegd. Volgens de jaarrekening 2012/2013 van belanghebbende bedroegen de huurkosten in 2012/2013 € 1.965. Belanghebbende heeft op 2 januari 2014 een huurcontract ondertekend voor de huur van een kantoorruimte op Cyprus van [Ltd. 13] – eigenaar van een “business centre” – voor de duur van een jaar, waarbij het contract zonder opzegging steeds met zes maanden wordt verlengd. Deze kantoorruimte mag op grond van het huurcontract ook worden gebruikt door andere groepsmaatschappijen en wordt gedeeld met in ieder geval vijf andere groepsmaatschappijen. De overeengekomen huur bedraagt € 1.404 per jaar. Voor 2015 en 2016 is geen nieuw contract beschikbaar. In de jaarrekeningen 2014 en 2015 van belanghebbende zijn geen huurkosten opgenomen. Volgens de jaarrekening 2016 van belanghebbende bedroegen de huurkosten in 2016 € 350. Een factuur van 2 januari 2017 voor hetzelfde adres toont een jaarhuur in 2017 van € 2.003,96 (inclusief omzetbelasting).
Tot de gedingstukken behoren facturen gericht aan belanghebbende voor het gebruik van de kantoorruimte voor bedragen van € 1.965,60 (2013), € 1.670,76 (2014), € 1.670,76 (2015) en € 1.670,76 (2016) en € 2.003,96 (2017), inclusief omzetbelasting.
Uit de in Cyprus ingediende aangiften winstbelasting voor de boekjaren 2013 en 2014 en de jaarrekeningen van 2012/2013 tot en met 2017 blijkt dat belanghebbende in de jaren 2012/2013 tot en met 2017 geen werknemers in dienst had. In deze jaarrekeningen zijn ook overigens geen kosten voor ingehuurde arbeidskrachten vermeld.
In de jaarrekeningen 2015 en 2016 van belanghebbende is een dividendvordering op [B.V. 7] vermeld van respectievelijk € 1.370.000 en € 2.110.000. Volgens de jaarrekeningen is hierover geen rente berekend.
Op 2 mei 2013 is belanghebbende met [Inc. 12] overeengekomen dat belanghebbende marketingonderzoek zal doen naar de [markt] .
Op 27 december 2013 hebben [Inc. 12] en belanghebbende een ‘Deed of provided services regarding performed evaluation and mutual settlements of parties’ ondertekend. Hierin verklaart [Inc. 12] dat belanghebbende informatie en advies heeft verstrekt inzake marketingonderzoek naar de [markt] in de periode van 2 mei 2013 tot en met 27 december 2013. Op basis van deze overeenkomst bedraagt de totale prijs voor het onderzoek € 15.000. Tot de gedingstukken behoort een marktonderzoeksverslag uit naam van belanghebbende gedateerd 27 december 2013.
Volgens de jaarrekening 2012/2013 van belanghebbende heeft zij een totaalbedrag van € 15.000 ontvangen voor aan [Inc. 12] verleende diensten.
Tot de gedingstukken behoort een ‘Attorney report on irregularities’ gedateerd 27 december 2018 van [G] , advocaat te [EU-land 1] , gericht aan belanghebbende ten name van één van de UBO’s ( [A] ). Het rapport betreft onder meer het in 2.20.2 bedoelde onderzoeksverslag. In het rapport is, voor zover van belang, het volgende vermeld:
“The list of the documents reviewed:
1. (…)
2. The copy of […] Research dated December 27, 2013 (Report)
3. The copy of the article " […] " dated of publication May 9, 2018
4. The copy of the article " […] " date of publication April 27, 2015
5. […] Facts Sheets dated February 2018
6. Copy of […] data
7. The copy of […] dated 2018
8. The copy of the letter from Mr. [E] dated 17.12.2018
9. The copy of the e-mail correspondence with […] regarding the repair of HDD
10. The copy of the letter from [B.V. 14] regarding shipment of the HDD dated September 13, 2018
11. The copy of the invoice from [B.V. 14] dated November 01, 2018
12. (…)
13. (…)