Home

Gerechtshof Den Haag, 19-11-2025, ECLI:NL:GHDHA:2025:2416, BK-24/960

Gerechtshof Den Haag, 19-11-2025, ECLI:NL:GHDHA:2025:2416, BK-24/960

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
19 november 2025
Datum publicatie
24 november 2025
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2025:2416
Formele relaties
Zaaknummer
BK-24/960

Inhoudsindicatie

Artikel 3:42 Awb in samenhang met artikel 6 en artikel 7 van de Bekendmakingswet; de Regeling parkeerregulering en parkeerbelastingen Den Haag 2022 (Regeling) dient op grond van artikel 3:42 Awb in samenhang met artikel 6 van de Bekendmakingswet integraal in het gemeenteblad te worden gepubliceerd. Bijlage 1 bij de Regeling bevat de concrete aanwijzing van plaatsen en tijdstippen waarop betaald parkeren geldt. Nu bijlage 1 als onlosmakelijk onderdeel van de Regeling niet in het gemeenteblad is gepubliceerd, is niet voldaan aan de wettelijke bekendmakingsvoorschriften. Gesteld noch gebleken is dat rechtsgeldig is gebruikgemaakt van de mogelijkheid op grond van artikel 7, lid 2, van de Bekendmakingswet de bijlage op andere wijze bekend te maken. Als gevolg hiervan is bijlage 1 bij de Regeling niet in werking getreden. Gesteld noch gebleken is dat kan worden teruggevallen op een voorgaande (bijlage bij een) Regeling. Bij het ontbreken van een belastbaar feit dient de naheffingsaanslag te worden vernietigd.

Uitspraak

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-24/960

in het geding tussen:

(gemachtigde: I.N.D.J. Rissema)

en

(vertegenwoordiger: […] )

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 26 september 2024, nummer SGR 23/5255.

Procesverloop

1.1.

Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag in de parkeerbelastingen van de gemeente Den Haag opgelegd ten bedrage van € 75,40, bestaande uit € 2,50 aan parkeerbelasting en € 72,90 aan kosten van de naheffingsaanslag (de naheffingsaanslag).

1.2.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Heffingsambtenaar het bezwaar tegen de naheffingsaanslag ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank. In verband daarmee is een griffierecht geheven van € 50. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Ter zake hiervan is een griffierecht geheven van € 138. Met dagtekening 6 november 2024 heeft belanghebbende de gronden van het hoger beroep aangevuld. Op 27 januari 2025 heeft de Heffingsambtenaar een verweerschrift ingediend. Op 29 augustus 2025 en 17 september 2025 heeft belanghebbende een nader stuk ingediend.

1.5.

De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van 9 oktober 2025. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

Feiten

2.1.

Op 22 maart 2023 om 09:53 uur stond de auto van belanghebbende met kenteken [kenteken] (de auto) geparkeerd ter hoogte van de [straat] te [woonplaats] . Deze locatie is door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag aangewezen als een plaats waar alleen tegen betaling van parkeerbelasting of met een geldige parkeervergunning mag worden geparkeerd. Tijdens een controle op het genoemde tijdstip is door de parkeercontroleur geconstateerd dat de auto zonder geldige parkeervergunning geparkeerd stond en dat ook geen parkeerbelasting was voldaan. Naar aanleiding daarvan heeft de Heffingsambtenaar belanghebbende de naheffingsaanslag opgelegd.

2.2.

De raad van de gemeente Den Haag heeft in zijn openbare vergadering van 4 november 2021 de Verordening parkeerregulering en parkeerbelasting Den Haag 2022 (de Verordening) vastgesteld. De officiële bekendmaking van de Verordening is op 23 december 2021 geschied door publicatie van de authentieke akte in het elektronisch Gemeenteblad 2021, nummer 470965. De Verordening is in werking getreden op 1 januari 2022. De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij de Verordening onlosmakelijk behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel. De verordening en de tarieventabel zijn te vinden op de site “https://www.officielebekendmakingen.nl/”.

2.3.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag (het college van B en W) heeft bij besluit van 21 december 2021 de Regeling parkeerregulering en parkeerbelastingen Den Haag 2022 vastgesteld (de Regeling). De officiële bekendmaking van de Regeling is op 23 december 2021 geschied door publicatie van de authentieke akte in het elektronisch Gemeenteblad 2021, nummer 471695. De Regeling is in werking getreden op 1 januari 2022.

2.4.

In de Verordening is, voor zover in hoger beroep van belang, het volgende opgenomen:

“Artikel 5:8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 5:1, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.”

2.5.

In de Regeling is dienaangaande, voor zover in hoger beroep van belang, het volgende opgenomen:

“Hoofdstuk 2 Parkeergebieden en parkeerregelingen

Paragraaf 2.1 Aanwijzing parkeergebieden

Relevante wettelijke bepalingen

Geschil in hoger beroep en conclusies van partijen

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten

Beslissing