Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 10-04-2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:1207, 22/01265 tot en met 22/01269
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 10-04-2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:1207, 22/01265 tot en met 22/01269
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 10 april 2024
- Datum publicatie
- 8 augustus 2024
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZWB:2022:2889, Bekrachtiging/bevestiging
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2025:1746
- Zaaknummer
- 22/01265 tot en met 22/01269
- Relevante informatie
- Art. 228a Gemw, Art. 15.33 WMB
Inhoudsindicatie
Deze uitspraak is op verzoek gepubliceerd en niet door het gerechtshof geselecteerd om te worden gepubliceerd. Derhalve is er geen samenvatting beschikbaar.
Uitspraak
Team belastingrecht
Enkelvoudige Belastingkamer
Nummers: 22/01265 tot en met 22/01269
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] ,
wonend in [woonplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 25 mei 2022, nummers BRE 20/6565 tot en met 20/6568 en 20/10349 in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Waalwijk,
hierna: de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft aanslagen riool- en afvalstoffenbelasting en GFT- en restafval opgelegd.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De heffingsambtenaar heeft uitspraken op bezwaar gedaan en de bezwaren ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraken beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft vóór de zitting een nader stuk ingediend. Dit stuk is doorgestuurd naar de heffingsambtenaar.
De zitting heeft plaatsgevonden op 8 februari 2024 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen belanghebbende en zijn neef [neef] , en, namens de heffingsambtenaar, [heffingsambtenaar] .
Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
2 Feiten
Belanghebbende woont sinds februari 1969 met zijn ouders en andere gezinsleden aan de [adres] in [woonplaats] . Zijn beide grootvaders waren militair van het Nederlands Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (hierna: KNIL). In september 2018 is zijn vader overleden.
De heffingsambtenaar heeft de volgende aanslagen opgelegd:
|
Hofnummer |
Aanslag |
Jaar/periode |
Aanslagnummer |
Dagtekening |
|
22/01265 |
Riool- en afvalstoffen |
2020 |
[aanslagnummer 1] |
31-01-2020 |
|
22/01266 |
Riool- en afvalstoffen |
2019 |
[aanslagnummer 2] |
31-01-2019 |
|
22/01267 |
Afval GFT en rest |
10/11/12 2019 |
[aanslagnummer 3] |
31-01-2020 |
|
22/01268 |
Afval rest |
5 2019 |
[aanslagnummer 4] |
31-07-2019 |
|
22/01269 |
Afval |
5/6 2020 |
[aanslagnummer 5] |
31-07-2020 |
3 Geschil en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de vraag of de aanslagen terecht zijn opgelegd.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de aanslagen. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.